Automatisch flitsen met één ontvanger

In deze paragraaf worden de basishandelingen beschreven voor volledig automatische draadloze opnamen met een EL-10 bevestigd op de camera als zender, en een EL-10 ingesteld als ontvanger.

  1. Stel een flitser in als de zender.

    • Stel de EL-10 bevestigd op de camera in als zender ().
    • U kunt ook andere apparaten die zijn uitgerust met de functionaliteit van een draadloze zender met radiotransmissie gebruiken als zender.
  2. Stel een flitser in als de ontvanger.

    • Stel de EL-10 in om als ontvanger draadloos te worden bediend door de zender ().
    • U kunt ook andere Speedlites die zijn uitgerust met de functionaliteit van een draadloze ontvanger met radiotransmissie gebruiken.
  3. Controleer het kanaal en de ID.

    • Stel op zenders en ontvangers hetzelfde transmissiekanaal en dezelfde ID van het draadloze radiosignaal in als deze verschillend zijn ().
  4. Plaats de camera en de andere Speedlite.

  5. Druk op de knop MODUS op de kruistoetsen Kruistoetsen van de zender.

  6. Stel de flitsmodus in op ETTL.

    • Draai aan het wiel Selectiewiel om ETTL te selecteren en druk vervolgens op Selecteren/instellen.
    • De ontvanger wordt automatisch ingesteld op ETTL tijdens opnamen, zoals aangestuurd door de zender.
    • Controleer of het aansturen van de flitsgroep is ingesteld op ALLE.
  7. Controleer de verbinding en verzeker u ervan dat de flitsers zijn opgeladen.

    • Controleer of het KOPPELING-lampje groen brandt.
    • Controleer of de gereed-lampjes van de zender en ontvanger branden.
    • Controleer of het pictogram Opladen ontvanger voltooid (1) dat de voltooiing van het opladen van de zender/ontvanger aangeeft, wordt weergegeven op het LCD-paneel (OPLADEN wordt niet weergegeven).
    • Zie LCD-paneelverlichting voor meer informatie over de LCD-paneelverlichting.
  8. Controleer de werking.

    • Druk op de testflitsknop van de zender.
    • De Speedlites flitsen. Als ze niet flitsen, controleert u of ze zich binnen het transmissiebereik bevinden ().
  9. Maak de foto.

    • Maak net als bij normale flitsopnamen de foto nadat u de camera hebt geconfigureerd.

Voorzichtig

  • Radiotransmissie is alleen mogelijk als het KOPPELING-lampje brandt. Controleer nogmaals de transmissiekanalen en ID's van het draadloze radiosignaal van de zenders en ontvangers. Als u geen verbinding tot stand kunt brengen met dezelfde instellingen, start u de zenders en ontvangers opnieuw op.

Opmerking

  • De flitsdekking van de zender en ontvanger is ingesteld op 24 mm. U kunt de flitsdekking ook handmatig instellen.
  • De zender kan ook flitsen ().
  • U kunt de modelflits activeren door op de scherptediepte-controleknop van de camera te drukken wanneer een EL-10 is ingesteld als ontvanger (). De modelflits kan niet op deze manier worden geactiveerd wanneer een EL-10 is ingesteld als zender.
  • Automatisch uitschakelen treedt na ongeveer 5 minuten in werking wanneer de Speedlite is ingesteld als zender.
  • Om een ontvanger in te schakelen die in de modus automatisch uitschakelen staat, drukt u op de testflitsknop van de zender.
  • Er kan geen testflits worden uitgevoerd wanneer een flitstimer van de camera of soortgelijke functie actief is.
  • U kunt in C.Fn-10 de tijd instellen waarna het automatisch uitschakelen van een ontvanger in werking treedt.

LCD-paneelverlichting

Bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie is het LCD-paneel van de zender al dan niet aan afhankelijk van de vraag of zenders en ontvangers (flitsgroepen) zijn opgeladen.

Het LCD-paneel van de zender is verlicht wanneer de zender en de ontvanger niet volledig zijn opgeladen. De LCD-paneelverlichting gaat uit ongeveer 12 seconden nadat zenders en ontvangers volledig zijn opgeladen.

Het LCD-paneel van de zender wordt weer verlicht wanneer het opladen van de zender en ontvanger wordt hervat terwijl u foto's maakt.

Voorzichtig

  • OPLADEN wordt weergegeven op het LCD-paneel van de zender zolang de zender of één van de ontvangers (flitsgroepen) niet volledig is opgeladen. Bevestig vóór het opnemen dat er niet OPLADEN wordt weergegeven op het LCD-paneel.

Flitsopnamen met gebruik van draadloze functies

Door het draadloze systeem hoeft u de volgende functies niet in te stellen op de ontvangers. Deze worden automatisch geconfigureerd op basis van de instellingen van de zender. Hierdoor is het maken van draadloze flitsopnamen bijna hetzelfde als bij normale flitsopnamen.

Opmerking

  • U kunt ook flitsbelichtingscompensatie en flitsdekking handmatig instellen op elke ontvanger.
  • Met een EL-10 ingesteld als zender is draadloos opnemen met radiotransmissie met synchronisatie op het tweede gordijn mogelijk met andere Canon Speedlites ingesteld als ontvangers. Raadpleeg de Aanvullende informatie () voor meer informatie over compatibele Speedlites.

Meerdere zenders gebruiken

Meerdere apparaten kunnen worden ingesteld als zender. Onder hetzelfde lichtarrangement (met dezelfde ontvangers) kunt u ook met andere camera's draadloze flitsopnamen maken. Hiervoor bevestigt u de zender op een andere camera.

SUBZENDER wordt weergegeven op het LCD-paneel wanneer meerdere zenders worden gebruikt.

Voorzichtig

  • Wanneer KOPPELING-lampjes uit zijn of Draadloze zender niet verbonden wordt weergegeven op LCD-panelen, geeft dat aan dat de Speedlites niet zijn verbonden. Start elke zender opnieuw op nadat u het transmissiekanaal en de ID van het draadloze radiosignaal hebt gecontroleerd.
  • Overschrijd niet het maximum van 16 zenders en ontvangers bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie.

Opmerking

  • Flitsopnamen zijn ook mogelijk wanneer de zender een subzender is.