Flitsbelichtingscompensatie

De flitssterkte is instelbaar. De mate van flitsbelichtingscompensatie kan worden ingesteld binnen een bereik van ±3 stops, in stappen van 1/3-stop.

  1. Druk op de knop Instelling flitsbelichtingscompensatie/flitssterkte van de kruistoetsen Kruistoetsen.

    • Druk op Selecteren/instellen en draai aan het wiel Selectiewiel om de flitsbelichtingscompensatieoptie te selecteren.
  2. Stel de waarde voor de flitsbelichtingscompensatie in.

    • Draai aan het wiel Selectiewiel om een waarde voor belichtingscompensatie te selecteren en druk vervolgens op Selecteren/instellen.
    • "0,3" betekent 1/3 stop en "0,7" betekent 2/3 stop.
    • Zet de waarde terug op สบ±0" als u de flitsbelichtingscompensatie wilt annuleren.
    • Na het wijzigen van de waarde, wordt de gewijzigde waarde niet ingesteld als de toets Ongedaan maken wordt ingedrukt.

Opmerking

  • Over het algemeen gebruikt u een positieve compensatie voor lichte onderwerpen en een negatieve compensatie voor donkere.
  • Als de belichtingscompensatie op de camera is ingesteld op stappen van 1/2 stop, wordt de flitsbelichtingscompensatie ingesteld binnen een bereik van ±3 stops in stappen van 1/2 stop.
  • De instelling op de Speedlite heeft voorrang als de flitsbelichtingscompensatie is ingesteld op zowel de Speedlite als de camera.
  • De waarde van de flitsbelichtingscompensatie kan rechtstreeks worden ingesteld zonder op Instelling flitsbelichtingscompensatie/flitssterkte op de kruistoetsen Kruistoetsen te drukken, door aan het wiel Selectiewiel te draaien (C.Fn-13).