Aanpassen via gebruikersfuncties
C.Fn-00: (Afstandsindicatieweergave)
U kunt voor de afstandsindicatie op het LCD-paneel meter of voet selecteren.
- 0: m (Meter (m))
- 1: ft (Voet (ft))
C.Fn-01: (Automatisch uitschakelen)
Om acculading te besparen, wordt de Speedlite automatisch uitgeschakeld als hij niet wordt bediend gedurende ongeveer 90 seconden, maar deze functie kan worden gedeactiveerd.
- 0: ON (Ingeschakeld)
- 1: OFF (Uitgeschakeld)
Opmerking
- Automatische uitschakelen treedt na ongeveer 5 minuten in werking wanneer de Speedlite is ingesteld als zender bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie () of is geconfigureerd voor gekoppeld fotograferen ().
- Wanneer de Speedlite op een camera is bevestigd, wordt hij automatisch uitgeschakeld als hij niet wordt bediend gedurende ongeveer 90 seconden nadat de camera is uitgeschakeld.
- Door [Uitschakelen] op de camera in te stellen op [Uitschak.] wordt dit ook uitgeschakeld op de Speedlite.
C.Fn-08: (AF-hulplicht)
- 0: ON (Ingeschakeld)
-
1: OFF (Uitgeschakeld)
Schakelt het AF-hulplicht van de Speedlite uit.
C.Fn-10: (Timer ontvanger automatisch uitschakelen)
U kunt de tijd instellen waarna automatisch uitschakelen in werking treedt wanneer de Speedlite is ingesteld als ontvanger bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie. wordt weergegeven op het LCD-paneel wanneer de ontvanger naar de modus automatisch uitschakelen gaat. Stel deze functie voor elke ontvanger in.
- 0: 60 minuten
- 1: 10 minuten
C.Fn-11: (Ontvanger auto uitschakelen annuleren)
Ontvangers die naar de modus automatisch zijn gegaan bij draadloze flitsopnamen met radiotransmissie kunnen worden ingeschakeld door op de testflitsknop van de zender te drukken.
U kunt de tijd wijzigen waarbinnen ontvangers die in de modus automatisch uitschakelen staan dit signaal accepteren. Stel deze functie voor elke ontvanger in.
- 0: 8 h (binnen 8 uur)
- 1: 1 h (binnen 1 uur)
C.Fn-13: (Flitsbelichtingscompensatie instellen)
- 0: (knop + selectiewiel)
-
1: (Direct instellen met selectiewiel)
De flitsbelichtingscompensatie en flitssterkte kunnen rechtstreeks worden ingesteld zonder op de knop op de kruistoetsen te drukken, door aan het wiel te draaien.
C.Fn-19: (FE-geheugen)
U kunt selecteren of de flitssterkte die wordt gehandhaafd in de handmatige modus moet worden geüpdatet op basis van de ETTL-flitssterkte.
- 0: OFF (Uitgeschakeld)
- 1: ON (Ingeschakeld)
- 2: ON /
Opmerking
- C.Fn-19 is ingesteld op [2]; er kunnen geen andere modi dan en worden geselecteerd wanneer u op de knop van de kruistoetsen drukt. Om een andere modus te selecteren drukt u op om het instelscherm weer te geven, draait u aan het wiel om een optie te selecteren en selecteert u een modus.
- Als C.Fn-19: (FE-geheugen) wordt gewijzigd of als alles wissen wordt geselecteerd in het cameramenu [: Externe Speedlite besturing], moet u controleren of de gebruikte camera ondersteuning biedt voor C.Fn-19: (FE-geheugen).
C.Fn-21: (Belichtingshoek)
U kunt de kenmerken van de belichtingshoek (flitsdekking) van de Speedlite ten opzichte van de opnamebeeldhoek wijzigen wanneer de flitsdekking is ingesteld op (automatisch).
-
0: (Standaard)
De optimale flitsdekking voor de opnamebeeldhoek wordt automatisch ingesteld.
-
1: (Richtgetalvoorkeur)
Effectief wanneer de flitssterkte prioriteit heeft, hoewel de randen van het beeld iets donkerder zijn dan bij de instelling [0]. De flitsdekking wordt automatisch iets meer richting de tele-kant ingesteld dan de werkelijke opnamebeeldhoek. Op het scherm ziet u nu .
-
2: (Belichtingshoekprioriteit)
Effectief voor het minimaliseren van vignettering, hoewel het flitsbereik iets korter is dan bij de instelling [0]. De flitsdekking wordt automatisch iets meer richting de groothoek-kant ingesteld dan de werkelijke opnamebeeldhoek. Op het scherm ziet u nu .
C.Fn-22: (Verlichting LCD-paneel)
Het LCD-paneel licht op als reactie op het bedienen van een knop of wiel. U kunt deze verlichtingsinstelling wijzigen.
- 0: 12 sec. (Verlicht gedurende 12 seconden)
- 1: OFF (Paneelverlichting uitschakelen)
- 2: ON (blijft aan)