Labelen

Beelden labelen

U kunt beelden labelen door vinkjes toe te voegen of classificaties in te stellen (aangegeven met [Classificatie] tekens) zodat u eenvoudig kunt sorteren.

Vinkjes toevoegen

  • Geef een beeld weer waarvoor u een vinkje wilt toevoegen in het venster Quick Check/Snelle controle () of ergens anders en klik vervolgens op een van de opties van [Controle 1] t/m[Controle 5].

    • Het geselecteerde label met het vinkje verschijnt links boven in het venster.
    • Klik op [Clear/Wissen] om de vinkjes te verwijderen.

    Opmerking

    • Waarden voor vinkjes die zijn toegevoegd in softwareversies ouder dan Digital Photo Professional 4 worden niet overgezet naar nieuwere versies.
    • U kunt vinkjes ook toevoegen door met de rechtermuisknop (in Windows) of met Control-klik (in macOS) op het beeld te klikken.

Classificaties instellen

  • Geef het beeld weer dat u wilt classificeren en klik vervolgens op een van de [Classificatie]-tekens.

    • De classificatie is ingesteld en de pictogrammen voor het geselecteerde [Classificatie]-teken verschijnen links boven in het venster. (In het volgende voorbeeld wordt in het venster de classificatie 3 weergegeven [Classificatie].)
    • Als u [Reject/Weigeren] wilt instellen, klikt u op [Reject/Weigeren]. Klik nogmaals op [Reject/Weigeren] om te annuleren.
    • Als u een classificatie wilt wissen en het [Classificatie]-label wilt verwijderen, klikt u op het huidige [Classificatie]-tekens rechts in het venster.

    Let op

    • Wanneer een classificatie wordt ingesteld, kan het zijn dat u de beeldgegevens in software van derden niet kunt bekijken.

Opmerking

  • Als u meerdere beelden wilt selecteren, Control-klikt u (in Windows) of Opdracht-klikt u (in macOS) op de gewenste beelden.
  • Als u meerdere opeenvolgende beelden wilt selecteren, klikt u op het eerste beeld en vervolgens op het laatste beeld, terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt.
  • Classificaties die zijn ingesteld op camera's waarvoor het weergeven van classificaties wordt ondersteund, kunnen in DPP worden bekeken en worden gewijzigd.
  • U kunt vinkjes en classificaties ook instellen via het menu [Label/Labels].
  • Classificaties die u instelt in DPP kunnen ook worden bekeken en worden gewijzigd in andere EOS-software en op camera's die niet een van de volgende modellen zijn.
  • Classificaties die zijn ingesteld op camera's anders dan de volgende modellen kunnen worden bekeken en worden gewijzigd in DPP.
  • Classificaties die zijn ingesteld in DPP worden weergegeven in het afspeelscherm van camera's die niet een van de volgende modellen zijn. Deze classificaties kunnen ook worden gewijzigd maar classificaties waarvoor [Reject/Weigeren] is ingesteld kunnen niet worden weergegeven of worden gewijzigd.

    • EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS-1D Mark II N, EOS-1Ds Mark II, EOS-1D Mark II, EOS-1D, EOS-1Ds, EOS 5D Mark II, EOS 5D, EOS 7D (met firmware ouder dan ver. 2.0.0), EOS 50D, EOS 40D, EOS 30D, EOS 20D/EOS 20Da, EOS 10D, EOS D2000, EOS D30, EOS D60, EOS 550D, EOS 500D, EOS 450D, EOS 1000D, EOS 400D, EOS 350D en EOS 300D

Miniaturen sorteren

U kunt beelden sorteren op het label van een vinkje, op datum/tijd van opname of op andere criteria. Verder kunt u afzonderlijke beelden naar behoefte opnieuw rangschikken.

Sorteren op type

  • Selecteer een criterium in [Sort/Sorteren] in het menu [Thumbnails/Miniaturen].

    Belangrijkste sorteeropties Omschrijving
    File name: ascending order (Bestandsnaam: oplopende volgorde) De beelden worden in alfanumerieke volgorde (0 t/m 9 → A t/m Z) op bestandsnaam gesorteerd.
    Extension: ascending order (Extensie: oplopende volgorde) De beelden worden als volgt gesorteerd: RAW-beelden→, JPEG-beelden→, TIFF-beelden→, MOV-video's→ of MP4-movies.
    Opnamedatum/-tijd: oplopende volgorde De beelden worden in chronologische volgorde gesorteerd op basis van de opnamedatum en -tijd
    Checkmark: ascending order (Vinkje: oplopende volgorde) Beelden met labels voor vinkjes worden vóór andere beelden weergegeven en in oplopende, numerieke volgorde.
    Rating: ascending order (Classificatie: oplopende volgorde) Gesorteerd van minste tot meeste [Classificatie] vinkjes.
    Naam van het cameramodel: oplopende volgorde Gesorteerd in oplopende volgorde op naam van het cameramodel.
    (Bijv.: EOS-1D XEOS 6D)
    Lens: ascending order (Lens: oplopende volgorde) Gesorteerd op de brandpuntsafstand van de lens, beginnend met de kortste afstand.
    ISO speed: ascending order (ISO-snelheid: oplopende volgorde) Gesorteerd op ISO-snelheid, beginnend met de laagste waarde.
    Shutter speed: ascending order (Sluitertijd: oplopende volgorde) Gesorteerd op sluitertijd, beginnend met de kortste tijd.
    Aperture value: ascending order (Diafragmawaarde: oplopende volgorde) Gesorteerd op diafragmawaarde, beginnend met de laagste waarde.
    Focal length: ascending order (Brandpuntsafstand: oplopende volgorde) Gesorteerd op brandpuntsafstand vanaf de lens, beginnend met de kortste afstand.
    • U kunt beelden ook sorteren op [Image Size/Beeldformaat], [RAW Type/RAW-type] en [Recipe editing status/Bewerkingsstatus recept].

Naar eigen inzicht rangschikken

  • Versleep de beelden om ze te verplaatsen.

    • U kunt ook meerdere beelden selecteren en deze allemaal tegelijk verplaatsen.
    • De sorteervolgorde van beelden die u naar eigen inzicht hebt gerangschikt wordt tijdelijk vastgelegd als [Custom/Aangepast] in het paneel [Filter/Sort/Filteren/Sorteren] en wordt gehandhaafd tot u DPP afsluit of in het mappengebied een andere map selecteert.
    • Selecteer zowel [File name/Bestandsnaam] als [Ascending/Oplopend] bij [Sort/Sorteren] in het menu [Miniaturen] om de standaard-sorteervolgorde te herstellen.

    Opmerking

    • Als u de sorteervolgorde van de beelden wilt handhaven maar u wilt de beeldbestanden geen andere naam geven, kunt u dit aangeven bij [Preferences/Voorkeuren] in het tabblad [View settings/Instellingen weergeven]().
    • Als u de sorteervolgorde van de beelden wilt handhaven en u wilt de beeldbestanden ineens een andere naam geven voor de huidige volgorde, gebruikt u de functie voor het wijzigen van de naam (Rename)().

Eén miniatuur weergeven van RAW-+JPEG-beelden

U kunt een RAW-beeld en een JPEG-beeld die op hetzelfde moment zijn vastgelegd als één beeld weergeven door in het menu [Thumbnails/Miniaturen] [Group RAW and JPG versions/RAW- en JPEG-versies groeperen] te selecteren.

Dit maakt het eenvoudiger om beelden te controleren omdat slechts de helft van het totale aantal miniaturen wordt weergegeven.

  • Selecteer [Group RAW and JPG versions/RAW- en JPEG-versies groeperen] in het menu [Thumbnails/Miniaturen].

    • Er wordt één beeld met het label [R+J] () weergegeven voor RAW- en JPEG-beelden die samen zijn vastgelegd.

    Let op

    • Weergave van één miniatuur is niet beschikbaar voor beelden die op hetzelfde moment zijn vastgelegd door camera's die RAW-beelden opslaan met de bestandsextensie .CRW of .TIF.
    • Het RAW-beeld wordt als één miniatuur in alle vensters weergegeven. Opmerking: bewerkingen in DPP is alleen van toepassing op het RAW-beeld.
    • De volgende functies zijn zowel op RAW-beelden als op JPEG-beelden van toepassing.

      • Verwijderen ()
      • Verplaatsen of kopiëren ()
      • Met een vinkje labelen ()
      • Classificatie ()
      • Roteren ()

    Opmerking

    • Wanneer u RAW-beelden en JPEG-beelden die als één beeld worden weergegeven toevoegt in het venster [Collection/Collectie], wordt het aantal beelden dat in het tabblad [Collection/Collectie] wordt weergegeven met twee verhoogd.

Beeldgegevens controleren

  1. Selecteer een beeld.

  2. Selecteer [Info] in het menu [View/Weergave].

  3. Selecteer een tabblad.

    Tabblad [Exif Information/Exif-informatie]

    • Hier wordt opname-informatie weergegeven. Welke informatie wordt weergegeven, hangt af van het cameramodel.

    Tabblad [XMP/IPTC Information/XMP-/IPTC-informatie]

    • Hier worden de IPTC*-metagegevens weergegeven waarmee beelden worden gelabeld nadat ze worden vastgelegd.

      International Press Telecommunications Council-metagegevens bevatten beeldgegevens zoals bijschriften, informatie over de fotograaf en de opnamelocatie. Vijf onderdelen kunnen worden bekeken door in het keuzevak [Description/Beschrijving], [IPTC Contact/IPTC-contact], [IPTC Image/IPTC-beeld], [IPTC Content/IPTC-inhoud] of [IPTC Status/IPTC-status] te selecteren.

    Tabblad [Recipes/Recepten]

    • Hier wordt informatie weergegeven over de recepten die op beelden worden toegepast.

Opmerking

  • Wanneer u een ander beeld selecteert wanneer het venster met beeldinformatie wordt weergegeven, wordt de beeldinformatie voor het desbetreffende beeld weergegeven.
  • De opname-informatie wordt voor elk beeld in het venster met beeldinformatie weergegeven.
  • Voor algemene opname-informatie selecteert u in het menu [Thumbnails/Miniaturen] [With shooting info/Met opname-informatie]().