Problemen oplossen

Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, breng de camera dan naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center.

Stroomgerelateerde problemen

Accu's kunnen niet worden geladen met de acculader.

  • Laad alleen echte Canon-accu's op van het type LP-E17.
  • In het geval van problemen met het opladen of de lader, raadpleegt u De accu opladen.

Het lampje van de acculader knippert.

  • Als het lampje oranje knippert, geeft dit aan dat het beschermingscircuit het laden heeft verhinderd omdat (1) er een probleem is met de acculader of accu, of (2) de communicatie met een accu die niet van Canon is, mislukt is. Maak in het geval van (1) het netsnoer los, herplaats de accu en wacht een paar minuten voordat u de stekker van de lader weer in het stopcontact steekt. Breng de camera naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het probleem zich blijft voordoen.

De camera wordt niet geactiveerd, zelfs niet als de aan-/uitschakelaar op Inschakelen staat.

  • Controleer of de accu correct in de camera is geplaatst ().
  • Controleer of het kaart-/accucompartimentklepje is gesloten ().
  • Laad de accu op ().

De lees-/schrijfindicator blijft branden of knipperen, zelfs wanneer de aan-/uitschakelaar op Uitschakelen staat.

  • Als het apparaat wordt uitgeschakeld wanneer er een beeld op de kaart wordt opgeslagen, blijft de lees-/schrijfindicator aan of blijft deze een paar seconden knipperen. Wanneer de beeldopname is voltooid, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.

[Communicatiefout met accu. Heeft deze accu/hebben deze accu's het logo van Canon?] wordt weergegeven.

  • Laad alleen echte Canon-accu's op van het type LP-E17.
  • Verwijder de accu en plaats deze weer terug ().
  • Als de elektrische contacten van de accu vuil zijn, maakt u deze schoon met een zachte doek.

De accu raakt snel leeg.

  • Gebruik een volledig opgeladen accu ().
  • Mogelijk presteert de accu niet meer helemaal naar behoren. Als de accuprestaties slecht zijn, vervangt u de accu door een nieuwe.
  • Het aantal mogelijke opnamen neemt af bij een van de volgende bewerkingen:

    • Wanneer de ontspanknop voor langere tijd half wordt ingedrukt
    • Wanneer de AF vaak wordt geactiveerd zonder dat er een opname wordt gemaakt
    • Wanneer Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) van de lens wordt gebruikt
    • Wanneer de draadloze communicatiefuncties worden gebruikt

De camera schakelt zichzelf uit.

  • De functie voor automatisch uitschakelen is geactiveerd. Stel [Uitschakelen] in [Instellen: Spaarstand] in op [Uitschak.] om automatisch uitschakelen te deactiveren ().
  • Zelfs als [Uitschakelen] is ingesteld op [Uitschak.], worden het scherm en de zoeker nog steeds uitgeschakeld als de camera niet wordt gebruikt gedurende de tijd die is ingesteld in [Display uit] of [Zoeker uit] (hoewel de camera zelf ingeschakeld blijft).
  • Stel [Instellen: Eco-modus] in op [Uit].

Opnamegerelateerde problemen

De lens kan niet worden bevestigd.

  • Om EF- of EF-S-lenzen aan te sluiten hebt u een vattingadapter nodig. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-lenzen ().

Er kunnen geen beelden worden gemaakt of opgeslagen.

  • Controleer of de kaart correct is geplaatst ().
  • Schuif het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart naar de stand voor schrijven/wissen ().
  • Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige beelden om ruimte vrij te maken (, ).
  • Opnemen is niet mogelijk als het AF-punt oranje wordt terwijl u probeert om scherp te stellen. Druk de ontspanknop nogmaals half in om opnieuw scherp te stellen of stel handmatig scherp (, ).

De kaart kan niet worden gebruikt.

Wanneer de kaart in een andere camera wordt geplaatst, verschijnt er een foutmelding.

  • Omdat SDXC-kaarten zijn geformatteerd in exFAT, kan er, als u een kaart met deze camera formatteert en de kaart vervolgens in een andere camera plaatst, er een foutbericht worden weergegeven en kan de kaart mogelijk niet worden gebruikt.

Het beeld is onscherp of wazig.

  • Stel de scherpstelmodus in op [AF] ().
  • Druk voorzichtig op de ontspanknop om cameratrilling te voorkomen ().
  • Met een lens die is voorzien van een schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) stelt u de schakelaar voor Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) in op Inschakelen.
  • Bij weinig licht kan de sluitertijd langer worden. Gebruik een kortere sluitertijd (), stel een hogere ISO-snelheid in (), gebruik een flitser () of gebruik een statief.
  • Zie Wazige foto's voorkomen.

Ik kan de scherpstelling niet vergrendelen en de compositie van de opname niet opnieuw bepalen.

  • Stel de AF-werking in op 1-beeld AF (). Opnemen met scherpstelling vergrendeld is niet mogelijk met Servo AF ().

De continue opnamesnelheid is laag.

  • Continue opnamen kunnen langzamer zijn, afhankelijk van het accuniveau, de omgevingstemperatuur, de flikkerreductie, de sluitertijd, de diafragmawaarde, de onderwerpomstandigheden, de helderheid, AF-werking, het type lens, het gebruik van de flitser, de opname-instellingen en andere omstandigheden. Zie Transportmodus of Maximale opnamereeks (circa opnamen) voor meer informatie.

De maximale opnamereeks is lager bij continue opnamen.

  • Het maken van opnamen van complexe onderwerpen zoals grasvelden kunnen leiden tot grotere bestandsgroottes, en de feitelijke maximale opnamereeks kan lager zijn dan de richtlijnen in Maximale opnamereeks (circa opnamen).

Zelfs nadat ik de kaart heb verwisseld, is de maximale opnamereeks voor continue opname niet veranderd.

  • De maximale opnamereeks die wordt weergegeven in de zoeker verandert niet wanneer u de kaart verwisselt, zelfs als het een hogesnelheidskaart betreft. De maximale opnamereeks weergegeven in Maximale opnamereeks (circa opnamen), is gebaseerd op de standaard Canon-testkaart en de feitelijke maximale opnamereeks is hoger voor kaarten met snelle schrijfsnelheden. Daarom kan de geschatte maximale opnamereeks verschillen van de feitelijke maximale opnamereeks.

ISO 100 kan niet worden ingesteld voor het maken van foto's.

  • De minimale snelheid in het ISO-snelheidsbereik is ISO 200 wanneer [Opnamen maken: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot].

Uitgebreide ISO-snelheden kunnen niet worden geselecteerd voor het maken van foto's.

  • Controleer de [ISO-snelheid]-instelling in [Opnamen maken: ISO-snelheidsinst.].
  • Uitgebreide ISO-snelheden zijn niet beschikbaar wanneer [: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot], ook niet als [ISO vergroten] is ingesteld op [1:Aan] in [: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)].

Ik heb een verkleinde belichtingscompensatie ingesteld, maar het beeld valt nog steeds te licht uit.

  • Stel [Opnamen maken: Auto Lighting Optimizer/Opnamen maken: Auto optimalisatie helderheid] in op [Uitschak.] (). Wanneer [Zwak], [Standaard], of [Hoog] is ingesteld, kan het beeld nog steeds licht uitvallen, zelfs wanneer u een verkleinde belichtingscompensatie of flitsbelichtingscompensatie hebt ingesteld.

Ik kan de belichtingscompensatie niet instellen wanneer zowel handmatige belichting als ISO auto zijn ingesteld.

Niet alle opties voor lensafwijkingscorrectie worden weergegeven.

  • Hoewel [Corr. chromat. afw.] en [Diffractiecorrectie] niet worden weergegeven wanneer [Digit. lensoptimalisatie] is ingesteld op [Inschak.], worden beide functies toegepast bij het maken van opnamen, net zoals wanneer deze zijn ingesteld op [Inschak.].
  • Tijdens het maken van video-opnamen wordt [Digit. lensoptimalisatie] of [Diffractiecorrectie] niet weergegeven.

Het gebruik van de flitser in de modus Av of P verlengt de sluitertijd.

  • Stel [Slow sync] in [Opnamen maken: Flitsbesturing] in op [1/250-1/60 sec. auto] of [1/250 sec. (vast)] ().

De ingebouwde flitser werkt niet.

  • Fotograferen met de flitser kan tijdelijk worden uitgeschakeld om de flitskop te beschermen als de ingebouwde flitser gedurende een korte periode herhaaldelijk wordt gebruikt.

De externe Speedlite flitst niet.

  • Controleer of de externe flitser goed is bevestigd op de camera.

De Speedlite werkt altijd op vol vermogen.

  • Als u een andere flitseenheid gebruikt dan Speedlite uit de EL/EX-serie, werkt de flitser altijd op vol vermogen ().
  • De flitser flitst altijd op volledig vermogen wanneer [Flits meetmethode] onder Persoonlijke voorkeuze-instellingen voor de externe flitser ingesteld is op [1:TTL] (automatisch flitsen) ().

De flitsbelichtingscompensatie voor de externe flitser kan niet worden ingesteld.

  • Als flitsbelichtingscompensatie is ingesteld op de externe Speedlite, kan de correctie niet meer worden ingesteld op de camera. Wanneer de flitsbelichtingscompensatie van de Speedlite wordt geannuleerd (ingesteld op 0), kan de flitsbelichtingscompensatie van de camera wel worden ingesteld.

Synchronisatie op hoge snelheid is niet beschikbaar in de modus Av.

  • Stel [Slow sync] in [Opnamen maken: Flitsbesturing] in op een andere optie dan [1/250 sec. (vast)] ().

Opnamen maken met de afstandsbediening is niet mogelijk.

  • Wanneer u foto's maakt, stelt u de transportmodus in op zelfontspanner (10 sec.)/afstandsbediening of zelfontspanner (2 sec.)/afstandsbediening (). Voor video-opnamen stelt u [Opnamen maken: Afst.bediening] in op [Inschak.] ().
  • Controleer de positie van de ontspantijdschakelaar van de afstandsbediening.
  • Als u de draadloze afstandsbediening BR-E1, gebruikt, raadpleegt u Draadloze afstandsbediening BR-E1.
  • Als u een afstandsbediening wilt gebruiken voor time-lapse-video-opnamen, raadpleegt u Time-lapse-video's.

Er wordt een wit pictogram [Witte temperatuurwaarschuwing] of rood pictogram [Rode temperatuurwaarschuwing] weergegeven tijdens het maken van foto's.

  • Dit geeft aan dat de interne temperatuur van de camera te hoog is. De beeldkwaliteit van foto's kan nog slechter zijn als een wit pictogram [Witte temperatuurwaarschuwing] verschijnt. Als een rood pictogram [Rode temperatuurwaarschuwing] wordt weergegeven, geeft dit aan dat het opnemen binnenkort automatisch stopt ().

Er wordt een rood pictogram [Rode temperatuurwaarschuwing]-weergegeven tijdens video-opnamen.

  • Dit geeft aan dat de interne temperatuur van de camera te hoog is. Als het rode pictogram [Rode temperatuurwaarschuwing] wordt weergegeven, geeft dit aan dat de video-opname binnen afzienbare tijd automatisch wordt stopgezet ().

Er wordt een rood pictogram [Warmtelimietpictogram voor video-opnametijd] weergegeven.

  • Als de camera tijdelijk oververhit raakt tijdens langdurige 4K-opnamen, wordt [Warmtelimietpictogram voor video-opnametijd] weergegeven en stopt de opname. Op dat moment is de functie voor video-opnamen niet beschikbaar, ook niet als u op de video-opnameknop drukt.

    Stel aan de hand van de weergegeven instructies het video-opnameformaat in op een andere optie dan [4K23,98 fps] of [4K25,00 fps], of schakel de camera uit om hem te laten afkoelen voordat u doorgaat met opnemen.

De video-opname wordt automatisch beëindigd.

  • Als de schrijfsnelheid van de kaart laag is, wordt de video-opname mogelijk automatisch beëindigd. Zie Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] voor informatie over kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen. Ga naar de website van de fabrikant van de kaart als u wilt weten wat de schrijfsnelheid van de kaart is.
  • Voer een low-level-formattering uit om de kaart te initialiseren als de opname- of leessnelheid van de kaart laag ().
  • Als u bent gestart met het opnemen van een video, stopt de opname automatisch gestopt na 29 min. 59 sec.

De ISO-snelheid kan niet worden ingesteld voor video-opname.

  • ISO-snelheid wordt automatisch ingesteld in de [Video's]-opnamemodus. In de modus [Handmatige videobelichting] kunt u de ISO-snelheid handmatig instellen ().
  • De minimale snelheid in het ISO-snelheidsbereik is ISO 200 wanneer [Opnamen maken: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot].

De handmatige instelling voor ISO-snelheid verandert wanneer u overstapt op video-opnamen.

  • Voor het maken van foto's wordt ISO ingesteld volgens de [ISO-snelheid] in [Opnamen maken: ISO-snelheidsinst.] (), en voor het maken van video-opnamen volgens [ISO-snelheid] in [Opnamen maken: ISO-snelheidsinst.] ().

Uitgebreide ISO-snelheden kunnen niet worden geselecteerd voor video-opnamen.

  • Controleer de [ISO-snelheid]-instelling in [Opnamen maken: ISO-snelheidsinst.].
  • Uitgebreide ISO-snelheden zijn niet beschikbaar wanneer [Opnamen maken: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot].
  • H (uitgebreide ISO-snelheid) is niet beschikbaar (wordt niet weergegeven) in 4K-video-opnamen.

De belichting verandert tijdens de video-opname.

  • Als u tijdens de video-opname de sluitertijd of de diafragmawaarde aanpast, worden de wijzigingen mogelijk in de belichting opgenomen.
  • Het wordt aanbevolen een paar testvideo's op te nemen als u van plan bent om te zoomen tijdens het maken van video-opnamen. Zoomen tijdens het opnemen van video's kan veranderingen in de belichting, de opname van lensgeluiden of scherpteverlies veroorzaken.

Het beeld flikkert of er zijn horizontale strepen te zien tijdens de video-opname.

  • Flikkerend beeld, horizontale strepen (ruis) of onregelmatige belichting kunnen worden veroorzaakt door tl-verlichting, ledlampen of andere lichtbronnen tijdens video-opname. Bovendien kunnen veranderingen in de belichting (helderheid) of de kleurtoon worden opgenomen. In de modus [Handmatige videobelichting] kan een langere sluitertijd het probleem verminderen. Het probleem kan meer zichtbaar zijn bij time-lapse-video-opnamen.

Het onderwerp ziet er vervormd uit tijdens video-opnamen.

  • Als u de camera naar links of rechts beweegt (“pannen”) of een bewegend voorwerp opneemt, kan het beeld er vervormd uitzien.

Ik kan geen foto's maken tijdens video-opnamen.

  • Er kunnen geen foto's worden gemaakt tijdens video-opnamen. Als u foto's wilt maken, moet u stoppen met het opnemen van een video en vervolgens een opnamemodus selecteren voor foto's.

Problemen met draadloze functies

Kan niet koppelen met een smartphone.

  • Gebruik een smartphone die compatibel is met Bluetooth Specification Version 4.1 of later.
  • Schakel Bluetooth in vanaf het instellingenscherm van de smartphone.
  • Koppelen met de camera is niet mogelijk vanaf het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone. Installeer de speciale app Camera Connect (gratis) op de smartphone ().
  • Koppelen met een eerder gekoppelde smartphone is niet mogelijk als de voor een andere camera geregistreerde koppelingsinformatie op de smartphone blijft staan. Verwijder in dat geval de registratie van de camera die is behouden in de Bluetooth-instellingen op de smartphone en probeer opnieuw te koppelen ().

Wi-Fi-functies kunnen niet worden ingesteld.

  • Als de camera via een interfacekabel met een computer of ander apparaat is verbonden, kunnen de Wi-Fi-functies niet worden ingesteld. Koppel de interfacekabel los voordat u functies instelt ().

Kan geen gebruik maken van een apparaat dat via een interfacekabel is aangesloten.

  • Andere apparaten, zoals computers, kunnen niet worden gebruikt met de camera door ze met een interfacekabel aan te sluiten terwijl de camera via Wi-Fi met apparaten is verbonden. Verbreek de Wi-Fi-verbinding voordat u de interfacekabel aansluit.

Bewerkingen zoals opnamen maken en afspelen zijn niet mogelijk.

  • Met een actieve Wi-Fi-verbinding zijn handelingen zoals opnemen en afspelen misschien niet mogelijk. Verbreek de Wi-Fi-verbinding en voer de bewerking vervolgens uit.

Kan niet opnieuw verbinding maken met een smartphone.

  • Als u de instellingen hebt gewijzigd of een andere instelling hebt geselecteerd, is het niet mogelijk om opnieuw verbinding te maken, zelfs wanneer u dezelfde camera en dezelfde smartphone gebruikt en ook dezelfde SSID selecteert. Verwijder in dit geval de verbindingsinstellingen voor de camera uit de Wi-Fi-instellingen op de smartphone en stel de verbinding opnieuw in.
  • U kunt mogelijk geen verbinding tot stand brengen als Camera Connect wordt uitgevoerd wanneer u verbindingsinstellingen opnieuw configureert. Sluit in dit geval Camera Connect even af en start het vervolgens opnieuw op.

Problemen met de bediening

Instellingen veranderen wanneer ik van foto's maken overschakel naar video's opnemen of omgekeerd.

  • Afzonderlijke instellingen blijven behouden voor gebruik bij het maken van foto's en het opnemen van video's.

Een knop of wiel op de camera werkt niet zoals verwacht.

  • Controleer bij video-opname de instelling voor [Opnamen maken: Functie sluiterknop v. movies] ().
  • Controleer de instellingsdetails van [Aangepaste bediening] in [Instellen: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] ().

Problemen met schermweergave

Het menuscherm geeft minder tabbladen en items weer.

  • Bepaalde tabbladen en opties worden niet weergegeven in Basismodi of video-opnamen.

De weergave begint met [My Menu] My Menu, of alleen het tabblad [My Menu] wordt weergegeven.

  • [Menuweergave] op het tabblad [My Menu] is ingesteld op [Weergave van My Menu-tab] of [Alleen My Menu-tab weergeven]. Stel [Normale weergave] () in.

Het eerste teken van de bestandsnaam is een onderstrepingsteken (“_”).

  • Stel [Opnamen maken: Kleurruimte] in op [sRGB]. Als [Adobe RGB] is ingesteld, is het eerste teken een onderstrepingsteken ().

De bestandsnaam begint met “MVI_”.

  • Dit is een videobestand ().

De bestandsnummering begint niet bij 0001.

  • Als op de kaart al opgenomen beelden zijn opgeslagen, kan het zijn dat het beeldnummer niet begint bij 0001 ().

De opnamedatum en -tijd zijn onjuist.

  • Controleer of de juiste datum en tijd zijn ingesteld ().
  • Controleer de tijdzone en zomertijd ().

De datum en tijd staan niet op het beeld.

  • De opnamedatum en -tijd worden niet op het beeld weergegeven. De datum en tijd worden opgeslagen in de beeldgegevens als opname-informatie. Bij het printen van foto's kunt u deze informatie gebruiken om de datum en tijd op te nemen ().

[###] wordt weergegeven.

  • Als het aantal beelden op de kaart hoger is dan het maximum aantal beelden dat door de camera kan worden weergegeven, wordt [###] weergegeven.

Het scherm toont een onduidelijk beeld.

  • Als het scherm vuil is, dient u een zachte doek te gebruiken om het schoon te maken.
  • Bij lage temperaturen kan de schermweergave langzamer reageren en bij hoge temperaturen kan het er zwart uitzien, maar het zal weer normaal worden bij kamertemperatuur.

Problemen met afspelen van opnamen

Er wordt een rood vakje weergegeven op het beeld.

  • [Afspelen: AF-punt weerg.] is ingesteld op [Inschak.] ().

Tijdens het afspelen van beelden worden de AF-punten niet weergegeven.

  • AF-punten worden niet weergegeven wanneer de volgende beeldtypen worden weergegeven:

    • Beelden in de modus Speciale scène: Nachtopnamen uit hand HDR-tegenlicht .
    • Beelden in de modus Creatieve filters: HDR-kunst HDR-kunst helder HDR-kunst olieverf HDR-kunst embossed .
    • Beelden die zijn gemaakt met ruisonderdrukking bij meerdere opnamen toegepast.
    • Bijgesneden beelden.

Het beeld kan niet worden gewist.

  • Als het beeld is beveiligd, kan dit niet worden verwijderd ().

Foto's en video's kunnen niet worden weergegeven.

  • De camera kan mogelijk geen beelden weergeven die met een andere camera zijn gemaakt.
  • Video's die op een computer zijn bewerkt, kunnen niet worden afgespeeld op de camera.

Alleen bepaalde beelden kunnen worden weergegeven.

  • De beelden zijn gefilterd voor afspelen met [Afspelen: Beeldzoekvoork. instellen] (). Wis de voorkeuren voor beelden zoeken.

Mechanische geluiden of geluiden van de werking van de camera zijn hoorbaar tijdens het afspelen van video's.

  • De ingebouwde microfoon van de camera neemt mogelijk ook mechanische geluiden van de lens of geluiden van camera- en lensbediening op als AF-werkingen worden uitgevoerd of als de camera of lens wordt bediend tijdens video-opnamen. In dit geval kan het gebruik van een externe microfoon deze geluiden verminderen. Als de geluiden nog steeds storend zijn met een externe microfoon, kan het effectiever zijn om de externe microfoon uit de camera te verwijderen en op een afstand van de camera en de lens te plaatsen.

Het lijkt alsof de video tijdelijk blijft stilstaan.

  • Een drastische verandering in het belichtingsniveau tijdens video-opname met automatische belichting, kan ertoe leiden dat de opname tijdelijk stopt tot de helderheid zich stabiliseert. Gebruik in dat geval modus [Handmatige videobelichting] ().

Er verschijnt geen beeld op de televisie.

  • Controleer of [Instellen: Videosysteem] is ingesteld op [Voor NTSC] of [Voor PAL] voor het videosysteem van uw televisie.
  • Controleer of de connector van de HDMI-kabel volledig in de aansluiting is gestoken ().

Er zijn verschillende videobestanden voor één video-opname.

  • Wanneer de bestandsgrootte van de video 4 GB bereikt, wordt er automatisch een ander videobestand gemaakt (). Als u echter een SDXC-kaart gebruikt die is geformatteerd met de camera, kunt u video's als één bestand opslaan zelfs als deze groter zijn dan 4 GB.

De kaartlezer herkent de kaart niet.

  • Afhankelijk van de kaartlezer en het besturingssysteem van de computer worden SDXC-kaarten mogelijk niet correct herkend. Sluit in dat geval de camera op de computer aan met de interfacekabel en importeer de beelden op de computer met EOS Utility (EOS-software) .

Beelden kunnen niet worden aangepast of bijgesneden.

  • Met deze camera kunt u geen JPEG Klein 2-beelden, RAW-beelden of opnamen met beeldovername van 4K-video's die zijn opgeslagen als foto's, groter of kleiner maken ().
  • Met deze camera kunt u geen RAW-beelden of opnamen met beeldovername van 4K-video's die zijn opgeslagen als foto's bijsnijden ().

Problemen bij aansluiten op een computer

Ik kan geen beelden naar een computer importeren.

  • Installeer EOS Utility (EOS-software) op de computer ().
  • Zorg ervoor dat het hoofdvenster van EOS Utility wordt weergegeven.
  • Als de camera al verbonden is via Wi-Fi, kan deze niet communiceren met een computer die is aangesloten met een interfacekabel.
  • Controleer de versie van de app.

De communicatie tussen de aangesloten camera en de computer werkt niet.

  • Als u EOS Utility (EOS-software) gebruikt, stelt u [Opnamen maken: Time-lapse-movie] in op [Uitschak.] ().