Verkorte handleiding
-
-
- Plaats de kaart met de etiketzijde naar de voorkant van de camera gericht totdat deze vastklikt.
-
- Zorg ervoor dat de rode bevestigingsmarkering op de lens en die op de camera zich op één lijn bevinden als u de lens wilt bevestigen.
-
Zet de aan-/uitschakelaar op
en stel vervolgens het programmakeuzewiel in op
(, ).
- Alle noodzakelijke camera-instellingen worden automatisch ingesteld.
- Zie Datum/tijd/zone wanneer het instelscherm [Datum/tijd/zone] wordt weergegeven.
-
Stel scherp op het onderwerp ().
- Op elk gedetecteerd gezicht verschijnt een trackingkader [
] voor AF.
- Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
- Als
op het scherm knippert, breng de ingebouwde flitser dan handmatig omhoog.
- Op elk gedetecteerd gezicht verschijnt een trackingkader [
-
- Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
-
Bekijk de opname.