De camera bedienen met browserbediening

Met behulp van een browser kunt u door camerabeelden bladeren en deze opslaan, op afstand fotograferen en andere bewerkingen uitvoeren op een computer of smartphone.

Waarschuwing

  • De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen van de camera is ingesteld op Movies.
    • Beeld weergeven
    • IPCT-informatie registreren
    • FTP-serverinstellingen
    • Ondertitel(s) maken en registreren

Verbindingsinstellingen voor browserbediening configureren

Deze instructies bouwen voort op Communicatiefunctie-instellingen configureren.

Voer een loginnaam en een wachtwoord in voor toegang tot de camera vanaf een computer. De gegevens voor de loginnaam en het wachtwoord die u hier opgeeft, worden gebruikt bij het maken van verbinding met de camera.

  1. Selecteer [Voll. controle] of [Browser *].

    • Met browserbediening kunnen gebruikers op maximaal drie computers tegelijkertijd toegang krijgen tot de camera.
    • Het account [Voll. controle] kan alle browserbedieningsfuncties gebruiken. Dit account is alleen beschikbaar op één computer.
    • Het [Browser *] account is beperkt tot het browsen van beelden op de camera en deze opslaan op de computer. Dit account is beschikbaar op twee computers.
  2. Configureer de [] of het [Wachtwoord].

    • Selecteer [] en [Wachtwoord] voor opening van het virtuele toetsenbord () en voer de loginnaam en het wachtwoord in.
    • Selecteer [OK] om terug te keren naar het scherm van stap 1. Volg de stappen 1 en 2 voor elk account dat u wilt gebruiken.
  3. Selecteer [OK].

  4. Selecteer [OK].

  5. Selecteer [OK].

    • De weergave keert terug naar het scherm [Netwerkinstell.].
    • Instellingsinformatie wordt opgeslagen op de camera.

De verbindingsinstellingen voor browserbediening zijn nu geconfigureerd.

Opmerking

  • U kunt de WFT-accountinstellingen wijzigen in het scherm [] (), dat geopend kan worden door selectie van [Instellingen browserbediening] in [Verbindingsinstellingen]. U kunt het ingesteld poortnummer ook wijzigen in het scherm [Instellingen browserbediening] door selectie van [Poortnr. (HTTP)] of [Poortnr. (HTTPS)]. Merk op dat u het poortnummer normaal gesproken niet hoeft te wijzigen (80 voor HTTP, 443 voor HTTPS).

Browserbediening weergeven

Meld u vanuit een browser aan op de pagina Browserbediening op de camera. Controleer of de camera en de computer al zijn aangesloten via een wired LAN-verbinding.

Het IP-adres van de camera controleren

Het IP-adres van de camera, zoals weergegeven in stap 5, moet worden ingevoerd in de adresbalk van de browser om toegang te krijgen tot de camera via een browser.

  1. Selecteer [Gegevensoverdracht: Netwerkinstell.].

  2. Selecteer [Connectie-inst.].

  3. Selecteer [SET* Browserbed.].

  4. Selecteer [Bevestig instell.].

    • De instellingsgegevens worden weergegeven.
  5. Controleer de instellingen.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om andere pagina's weer te geven.
    • Noteer het IP-adres.
    • Druk na controle op de knop MENU om het bevestigingsscherm te sluiten.

Inloggen op Browserbediening

  1. Start een browser.

    • Start een browser op de computer.
  2. Voer de URL in.

    • Voer in de adresbalk het IP-adres in dat u hebt genoteerd in stap 5.
    • Druk op de Enter-toets.
  3. Voer de informatie in voor [] en [Wachtwoord].

  4. Configureer de standaardinstellingen naar wens.

    • Selecteer [Menuweergave] voor weergave van het menu.

      • Language (Taal)

        Hiermee kunt u de taal selecteren.

      • Display theme (Weergavethema)

        U kunt de achtergrondkleur van de browserbediening instellen.

      • AF for still photo shooting (AF voor foto-opnames)

        Wordt weergegeven als u [Shooting/Opname] selecteert in stap 9.

        Hiermee kunt u de automatische scherpstellingsfunctie voor het maken van foto's configureren.

      • Rec function/card selection (Opn.functie/kaart selectie)

        Wordt weergegeven als u [Shooting/Opname] selecteert in stap 9.

        Hiermee stelt u de opnamefunctie en de kaartselectie in.

      • Shutter mode (Sluitermodus)

        Wordt weergegeven als u [Shooting/Opname] selecteert in stap 9.

        U kunt de sluitermethode instellen voor het maken van foto’s.

      • Secure transfer (Beveiligd overbr.)

        Hiermee kunt u een rootcertificaat downloaden en toegang krijgen tot een FTP-server, wanneer u verbinding maakt met de FTP-server via HTTPS.

      • Log out (Uitloggen)

        Selecteer deze optie om de browserbedieningsverbinding te beëindigen.

Waarschuwing

  • Browserbediening is niet beschikbaar, tenzij de browser JavaScript ondersteunt.
  • Sommige menu-items zijn niet beschikbaar bij verbinding met de camera.

Door opnamen bladeren

Hiermee kunt u door de beelden op kaarten in de camera bladeren.

  1. Selecteer [Playback/Weergave].

    • Het scherm voor navigeren door opnamen wordt geopend.

  2. Selecteer een kaart en map.

    • Selecteer een kaart in de vervolgkeuzelijst aan de linkerkant.
    • Selecteer een map in de vervolgkeuzelijst rechts.
  3. Voer de beeldbewerkingen naar wens uit.

    • De vastgelegde afbeelding wordt automatisch weergegeven door [Auto update/Auto-update] in te schakelen.

    • Als [Select/Selecteer] is geselecteerd, kunt u meerdere beelden selecteren.

      Door individuele miniaturen te selecteren, wordt elke afbeelding afzonderlijk geselecteerd. Door miniaturen nogmaals te selecteren, wordt de selectie gewist.

      Als u [Select all/Selecteer alle] selecteert, worden alle beelden op het browsingscherm gemarkeerd als geselecteerd.

      Als u [Clear all/Wis alle] selecteert, wordt de selectie van alle beelden gewist.

      Door [Cancel/Annuleer] te selecteren keert u terug naar het browsingscherm.

    • Als u een miniatuur selecteert, wordt overgeschakeld naar het weergavescherm en wordt het beeld vergroot weergegeven.

      Fotoweergavescherm

      Movieweergavescherm

      Audioweergavescherm

    • Als u een beeld selecteert en vervolgens [Wissen], wist u het beeld.

    • Door een beeld te selecteren en vervolgens de [Downloaden]-knop te gebruiken, wordt het beeld naar de computer gedownload.

Opmerking

  • De prestaties van de computer en de gebruikte browser kunnen beeldweergaven voorkomen of vertragen of het downloaden van beelden verhinderen.

Opnamen maken op afstand

Met Browserbediening kunt u opnamen maken op afstand.

Foto's maken

  1. Selecteer [Shooting/Opname].

    • Het opnamescherm op afstand wordt weergegeven.

  1. (1)Knop voor foto's maken
  2. (2)Knop voor movie-opnamen
  3. (3)Pictogram multifunctievergrendeling
  4. (4)Ontspanknop
  5. (5)Omschakelknop MF
  6. (6)HDR-opnamen
  7. (7)Beeldkwaliteit
  8. (8)Aansluiting browserbediening
  9. (9)Accuniveau
  10. (10)Transportmodus
  11. (11)Beschikbare opnamen
  12. (12)AF-bediening
  13. (13)AF-knop
  14. (14)Opnamemodus
  1. (15)Sluitertijd
  2. (16)Diafragmawaarde
  3. (17)Belichtingscompensatie
  4. (18)ISO-snelheid
  5. (19)Beeldstijl
  6. (20)Witbalans
  7. (21)Kleurtemperatuur
  8. (22)Witbalanscorrectie
  9. (23)AF-methode
  10. (24)Meetmethode
  11. (25)MF-knop
  12. (26)Live View-opnamenknop
  13. (27)Wijzigingsknop Live view-beeldkwaliteit
  1. Selecteer (1) Knop voor foto's maken.

  2. Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op Automatische scherpstelling.

  3. Geef het Live View-beeld weer.

    • Om Live View te activeren of deactiveren, selecteert u (26) Live View-opnamenknop.
    • Voor gevoeligere Live View-beeldweergave, selecteert u (27) Wijzigingsknop Live view-beeldkwaliteit die de Live View-beeldkwaliteit vermindert en de gevoeligheid verhoogt. Selecteer het nogmaals om de originele beeldkwaliteit te herstellen.
  4. Opnamen instellen.

    • Selecteer de instelitems (zoals beeldkwaliteit) om de instellingsdetails weer te geven die u kunt configureren.
    • Configureer de instellingen naar wens.
  5. Stel scherp op het onderwerp.

    Bij gebruik van automatische scherpstelling

    • U kunt AF starten met [AF button/AF-knop] geselecteerd in het menu [AF for still photo shooting/AF voor foto-opnames] en selectie van de (13) AF-knop.
    • Als u [Shutter button for AF/shooting/Ontspanknop voor AF/opname] hebt geselecteerd in het menu [AF for still photo shooting/AF voor foto-opnames], als u de ontspanknop (4) selecteert wordt AF uitgevoerd en wordt een foto gemaakt.

    Bij handmatig scherpstellen

    • Om (25) MF-knopweergave weer te geven/te verbergen, selecteert u (5) MF-schakelknop.
    • Selecteer (25) MF-knop en stel vervolgens handmatig scherp. Om de scherpstelling naar de voorgrond te richten, gebruikt u [Voorgrondfocus (grof)Voorgrondfocus (gemiddeld)Voorgrondfocus (fijn)], en om de scherpstelling naar de achtergrond te richten, gebruikt u [Achtergrondfocus (fijn)Achtergrondfocus (gemiddeld)Achtergrondfocus (grof)].
    • Er zijn drie scherpstelstappen beschikbaar.

      [Voorgrondfocus (grof)] [Achtergrondfocus (grof)]: Grof

      [Voorgrondfocus (gemiddeld)] [Achtergrondfocus (gemiddeld)]: Gemiddeld

      [Voorgrondfocus (fijn)] [Achtergrondfocus (fijn)]: fijn

  6. Maak de opname.

    • Selecteer de ontspanknop (4) om een opname te maken.
    • De vastgelegde beelden worden op de kaart van de camera opgeslagen.
    • Om te bladeren en beelden te downloaden, raadpleegt u Door opnamen bladeren.

Waarschuwing

  • Afhankelijk van de communicatiestatus wordt de beeldweergave of de ontspanknop vertraagd.
  • Foto's maken is niet mogelijk wanneer de Live View-opname/movie-opnameschakelaar is ingesteld op Movies.

Movieopname

  1. Selecteer [Shooting/Opname].

    • Het opnamescherm op afstand wordt weergegeven.

  2. Selecteer (2) Knop voor movie-opnamen

  3. Configureer de instellingen naar wens.

  4. Neem de movie op.

    Stand-by voor movie-opnamen

    Movie-opname in uitvoering

    • Selecteer (4) de ontspanknop en wanneer u de knop loslaat, begint de movie-opname.
    • Tijdens movie-opname verandert de rode [○] op de ontspanknop (4) in een witte [□].
    • Om de movie-opname te stoppen, selecteert u opnieuw de (4) ontspanknop en laat u deze los.

IPTC-informatie registreren

Hiermee kunt u IPTC*-informatie (opmerkingen over afbeeldingen, zoals onderschriften, credits en opnamelocaties) op de camera bewerken en registreren. Beelden kunnen worden voorzien van IPTC-informatie die op de camera is geregistreerd.

International Press Telecommunications Council

  1. Selecteer [IPTC info/IPTC-info].

    • Een scherm voor het bewerken van IPTC-informatie wordt weergegeven.

  2. Selecteer [Load from file/Laden van best.].

    • Voor het laden van IPTC-informatie (in XMP-indeling) selecteert u [Load from file/Laden van best.].
  3. Bewerk en registreer de informatie naar wens.

    • Selecteer [Add to camera/Voeg toe aan cam.] om de bewerkte IPTC-informatie op de camera toe te passen.

      Dit stelt ook de aangepaste functie [Persoonlijke voorkeuze8: Voeg IPTC-informatie toe] van de camera in op [ON].

    • Voor het opslaan van IPTC-informatie (in XMP-indeling), selecteert u [Save to file/Opslaan naar best.].

    • Selectie van [Clear camera info/Wis cam.-info] wist alle IPTC-informatie die op de camera is geregistreerd.

      Dit stelt ook de aangepaste functie [Persoonlijke voorkeuze8: Voeg IPTC-informatie toe] van de camera in op [OFF].

    • Selectie van [Clear/Wis] wist alle IPTC-informatie.

Instellingen voor de FTP-server configureren

Als u FTP-overdracht gebruikt voor op afstand gemaakte beelden, kunt u de verbindingsinstellingen van de camera gebruiken () om de doel-FTP-server te wijzigen.

  1. Selecteer [FTP settings/FTP-inst.].

    • Het scherm met FTP-instellingen wordt weergegeven.

  2. Selecteer de geregistreerde verbindingsinstellingen van de FTP-server die u wilt gebruiken.

  3. Selecteer [Change setting/Wijzig instelling].

    • De verbindingsinstellingen van de camera worden gewijzigd in de door u geselecteerde instellingen.

Onderschriften maken en registreren

U kunt onderschriften maken en deze op de camera registreren om deze te gebruiken zoals beschreven in Een onderschrift bijvoegen vóór overdracht.

  1. Selecteer [FTP settings/FTP-inst.].

    • Het scherm met FTP-instellingen wordt weergegeven.

  2. Voer het onderschrift of de onderschriften in.

    • Gebruik maximaal 31 tekens (in ASCII-indeling).
    • Selecteer [Get from camera/Ophalen van camera] om gegevens voor onderschriften op te vragen die zijn opgeslagen op de camera.
  3. Stel de onderschriften in op de camera.

    • Selecteer [Add to camera/Voeg toe aan camera] om de nieuwe onderschriften op de camera te registreren.