Gekoppeld fotograferen

Bij gebruik van een EOS Digital-camera van 2012 of later (m.u.v. de EOS 4000D/3000D, EOS 1500D/2000D, EOS 1300D en EOS 1200D) wordt gekoppeld fotograferen ondersteund. Hierbij activeert het fotograferen met de zendercamera automatisch de sluiterontspanning van ontvangercamera's. U kunt gekoppeld fotograferen met in totaal maximaal 16 zender- en ontvangercamera's. Dit is nuttig bij het fotograferen van een onderwerp vanuit verschillende hoeken tegelijk.

Voor gekoppeld fotograferen bevestigt u Speedlites of Speedlite-zenders die draadloze flitsopnamen met radiotransmissie ondersteunen op de camera's. Let op: bij gebruik met een camera van 2011 of eerder*, of met een EOS 4000D/3000D, EOS 1500D/2000D, EOS 1300D of EOS 1200D, kan de unit alleen als de „camera met zender” worden gebruikt. U kunt de unit niet gebruiken als „camera met ontvanger”.

Sommige camera's worden niet ondersteund.

(1) Zendercamera

(2) Ontvangercamera's

(3) Transmissiebereik: ong. 30 m (98,4 ft)

Opmerking

  • Omwille van de duidelijkheid worden in deze handleiding de EL-1 (Ver.2) en de andere camera's die staan opgesteld voor gekoppeld fotograferen respectievelijk de "zendercamera" en de "ontvangercamera's" genoemd.

Voordat u deze stappen uitvoert, bevestigt u een Speedlite of zender op alle camera's die u bij het gekoppeld fotograferen gaat gebruiken. Voor het instellen van andere apparaten raadpleegt u de instructiehandleiding van die apparaten.

  1. Kies Instelling draadloze/gekoppelde opname met behulp van de joystick.

  2. Stel in op de normale opnamemodus.

    • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan Selectiewiel en selecteer GEKOPPELDE OPNAME (geen controle). Druk daarna de joystick recht in.
    • De weergave verandert vervolgens in GEKOPPELDE FOTO (met vinkje).
  3. Stel de camera in als zender of ontvanger.

    • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan Selectiewiel en selecteer Draadloze radiotransmissieZENDER of Draadloze radiotransmissieONTVANGER. Druk daarna de joystick recht in.
  4. Stel het transmissiekanaal en de ID voor het draadloze radiosignaal in.

  5. Stel de opname in op de camera.

  6. Stel alle Speedlites in.

    • In de instelling voor gekoppeld fotograferen stelt u alle Speedlites in die u bij het gekoppeld fotograferen gaat gebruiken als zender of ontvanger.
    • Doe hetzelfde voor alle zenders die u gaat gebruiken.
    • Als een Speedlite wordt gewijzigd van ontvanger in zender in stap 2, worden automatisch andere Speedlites (of zenders) die waren ingesteld als zenders veranderd in ontvangers.
  7. Plaats de ontvangercamera's.

    • Plaats alle ontvangercamera's binnen ongeveer 30 m (98,4 ft) vanaf de zendercamera.
    • Controleer of het KOPPELING-lampje van ontvangers groen brandt.
  8. Maak de foto.

    • Controleer vóór de opname of het KOPPELING-lampje van de zender groen brandt.
    • Opnemen met de zendercamera activeert automatisch het opnemen door de ontvangercamera's.
    • VRIJGEVEN wordt weergegeven op het LCD-paneel van de ontvangers die werden gebruikt bij gekoppeld fotograferen.

Opmerking

  • Om het gekoppeld fotograferen te annuleren, verandert u de instelling in stap 2 in GEKOPPELDE OPNAME (geen controle) op elke Speedlite.
  • Deze functie kan worden gebruikt voor bediening op afstand van gekoppeld fotograferen, ook zonder dat de Speedlite-zender is bevestigd op een camera. Om alle ontvangercamera's te laten flitsen, drukt u op de zender de joystick recht in en duwt u daarna de joystick in verticale of horizontale richting of draait u aan Selectiewiel en selecteert u REL.
  • Bij gekoppeld fotograferen treedt automatisch uitschakelen na ongeveer 5 minuten in werking op zowel zenders als ontvangers. Als tussen de gekoppelde opnamen meer tijd gaat verstrijken, stelt u op zowel de zenders als de ontvangers automatisch uitschakelen in op [UIT] (C.Fn-01-1).
  • Elke Speedlite (zenders en ontvangers) die is ingesteld op [0] in P.Fn-06 () brengt een pieptoon voort nadat hij volledig is opgeladen.

Voorzichtig

  • Overweeg de scherpstelmodusknop van de lens in de stand MF te zetten op ontvangercamera's en de camera's handmatig scherp te stellen voordat u gekoppelde opnamen maakt. Ontvangercamera's kunnen alleen gekoppeld opnames maken wanneer ze met behulp van AF kunnen scherpstellen op onderwerpen.
  • Er is een korte vertraging tussen het ontspannen van de camera met ontvanger en het ontspannen van de camera met zender. Perfect simultaan fotograferen is niet mogelijk.
  • Flitsen is mogelijk in gekoppeld fotograferen wanneer P.Fn-03 is ingesteld op [1] (), maar als meerdere Speedlites tegelijk flitsen, kan dat een goede belichting verhinderen of een ongelijkmatige belichting veroorzaken.
  • Gekoppeld fotograferen is niet mogelijk wanneer [Flitsen] is ingesteld op [Uitschak.] onder [Externe Speedlite besturing] of [Flitsbesturing] op de zendercamera ().
  • Als de instelling P.Fn-03-0 () is gekozen en gekoppeld fotograferen niet mogelijk is wanneer de afbeelding via live view wordt bekeken, stelt u [Zachte LV-opname] of [Stille LV-opname] in het menu van de zendercamera in op [Uitschak.]. Afhankelijk van het cameramodel kan de ontvangercamera mogelijk niet worden gekoppeld als deze is ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2].
  • Het transmissiebereik kan korter zijn afhankelijk van factoren zoals de positie van de Speedlites, de omgeving en de weersomstandigheden.
  • Dit gekoppeld fotograferen is gelijk aan gekoppeld fotograferen met de WFT-serie van draadloze bestandszenders. Zenders uit de WFT-serie kunnen echter niet worden gebruikt bij dit gekoppeld fotograferen. Merk tevens op dat de vertraging tussen het ontspannen van de sluiters verschilt van die van de WFT-serie.

Voorzichtig

  • Gekoppeld fotograferen met de Live View-functie

  • Wanneer ingesteld op P.Fn-03-0 (), als de volgende camera's worden gecombineerd en worden ingesteld als zendercamera's, is gekoppeld fotograferen in de stand Live View niet mogelijk.
  • Voer gekoppeld fotograferen uit nadat u van Live View-opname bent overgeschakeld op opnamen via de zoeker of stel de Speedlite in op P.Fn-03-1.
    EOS 760D, EOS 750D, EOS 700D, EOS 650D, EOS 600D, EOS 550D, EOS 500D, EOS 450D, EOS 1000D