Draadloze flitsfotografie met radiotransmissie

Het fotograferen met draadloze flitsbelichting vanuit meerdere flitsers is net zo eenvoudig als het maken van normale E-TTL II / E-TTL-autoflash-opnamen als u Canon Speedlites gebruikt die draadloze flitsfotografie met radiotransmissie ondersteunen.

Het systeem is zo ontworpen dat de instellingen van de EL-1 (Ver.2) (zender) automatisch worden toegepast op de draadloos bediende Speedlites (ontvangers). Hierdoor hoeft u tijdens de opname de ontvangers niet te bedienen.

Plaatsing en bereik

  • Automatisch flitsen met één ontvanger ()

    (1) ONTVANGEREL-1 (Ver.2)

    (2) ZENDEREL-1 (Ver.2)

    (3) Transmissiebereik: ong. 30 m (98,4 ft)

  • Automatisch flitsen met groepen ontvangers (, )

    U kunt E-TTL II-/E-TTL-autoflash-opnamen met twee of drie groepen ontvangers maken, waarbij u de flitsverhouding (het aandeel in de flitssterkte) naar wens kunt aanpassen.

    (1) 2 groepen (A, B)

    (2) 3 groepen (A, B, C)

    Voorzichtig

    • Maak van tevoren enkele proefopnamen en test het flitsen ().
    • Het transmissiebereik kan korter zijn afhankelijk van factoren zoals de positie van de Speedlites, de omgeving en de weersomstandigheden.

    Opmerking

    • Plaats de ontvangers met gebruikmaking van het meegeleverde ministatief.
  • Opnamen met een eigen flitsmodus voor elke groep ()

    Dit is slechts één voorbeeld van flitsmodusinstellingen.

    (1) E-TTL II

    (2) E-TTL II

    (3) Handmatig flitsen

    (4) Plafond

    (5) Handmatig flitsen

    (6) Handmatig flitsen

Verschil tussen radiotransmissie en optische transmissie

Draadloze fotografie met radiotransmissie biedt enkele voordelen vergeleken met draadloze fotografie met optische transmissie, zoals minder hinder van obstakels en het niet hoeven richten van de draadloze sensor van de ontvanger in de richting van de zender. De belangrijkste functionele verschillen zijn als volgt.

Functie Radiotransmissie Optische transmissie
Transmissieafstand Ca. 30 m / 98,4 ft. Ca. 15 m / 49,2 ft. (binnenshuis)
Besturing flitsgroep Maximaal 5 groepen*1
(A, B, C, D, E)
Maximaal 3 groepen
(A, B, C)
Ontvangerbesturing Maximaal 15 Geen beperking
Kanaal Auto, kan. 1-15 Kan. 1-4
ID draadloze radiogolflengte 0000-9999
Ontvangerbesturing Testflits
Modelflits Ja*2
Ontspannen Ja*3

1-3: Er gelden beperkingen afhankelijk van de camera (*1: Beperkingen voor specifieke camera's, Opnemen in groep-specifieke flitsmodi, *2: Testflits/modelflits uit ontvangers activeren, *3: Opnamen op afstand via ontvangers).

Groepsaansturing

Flitsgroep A

U kunt ontvangers toevoegen als er meer licht of geavanceerde belichting nodig is. Geef voor toegevoegde ontvangers eenvoudigweg de flitsgroep op (A, B of C) die u helderder wilt maken.

Als bijvoorbeeld drie ontvangers zijn ingesteld voor flitsgroep A, worden ze allemaal bestuurd als één Speedlite met een hoog vermogen in groep A.

Voorzichtig

  • Als u de drie groepen A, B en C wilt laten flitsen, kiest u de instelling A:B C. Groep C flitst niet als Speedlites zijn ingesteld op A:B.
  • Als u de flitsers in flitsgroep C recht op een onderwerp richt, kan dit leiden tot overbelichting.

Opmerking

  • Flitsverhoudingen van 8:1 tot 1:1 tot 1:8 komen overeen met 3:1 tot 1:1 tot 1:3 (in stappen van 1/2 stop) wanneer deze naar aantal stops worden omgezet.

Beperkingen voor specifieke camera's

Afhankelijk van de camera kunnen functies bij draadloze flitsfotografie met radiotransmissie beperkt zijn.

  • EOS DIGITAL-camera's van 2012 of later

    Bij gebruik van de flitser met EOS DIGITAL-camera's van 2012 of later kunt u fotograferen zonder enige beperkingen op de flitsmodus, flitssynchronisatiesnelheid, enzovoort.

    Hoewel de EOS 4000D/3000D, EOS 1500D/2000D, EOS 1300D en EOS 1200D vanaf 2012 werd uitgebracht, zijn de beperkingen op functies hetzelfde als op de EOS DIGITAL-camera's uitgebracht tot 2011 (Zie de uitleg hierna voor meer informatie).

  • EOS-camera's die compatibel zijn met E-TTL en tot 2011 op de markt zijn verschenen

    Bij gebruik van de flitser in combinatie met onderstaande camera's is het niet mogelijk draadloos te fotograferen met radiotransmissie met behulp van E-TTL-autoflash. Gebruik handmatige flitser () of draadloze flitsfotografie met optische transmissie ().

    EOS-1Ds, EOS-1D, EOS-1V, EOS-3, EOS 50/50E, EOS 300, EOS 500N, EOS 3000N/66, EOS IX, EOS IX7

    Als u de flitser gebruikt met een EOS DIGITAL-camera of analoge EOS-camera van 2011 of eerder, gelden bovendien de volgende beperkingen.

    • (1) De maximale flitssynchronisatiesluitertijd is een stap langzamer.

      Controleer de maximale sluitertijd voor flitssynchronisatie (X = 1/*** sec.) van uw camera en maak opnamen met een sluitertijd van maximaal 1 stop langzamer dan de maximale flitssynchronisatiesluitertijd (Voorbeeld: bij X = 1/250 seconden is draadloze flitsfotografie met radiotransmissie mogelijk binnen een bereik van 1/125 tot 30 seconden).

      Als u de sluitertijd met een stap verlaagt vanaf de maximale flitssynchronisatiesluitertijd, verdwijnt het Waarschuwing synchronisatiesnelheid waarschuwingspictogram.

    • (2) Opnamen met hogesnelheidssynchronisatie zijn niet mogelijk.
    • (3) Groepflitsen () is niet mogelijk.
    • (4) Modelflits vanaf de ontvanger () en opname op afstand vanaf de ontvanger () zijn niet mogelijk.
    • (5) Het kan niet worden gebruikt als „ontvangercamera” tijdens gekoppeld fotograferen (). Het kan alleen worden gebruikt als een „zendercamera”.