Netwerkinstellingen

EOS-1D X Mark IIIR1R3R5/R5 C (met WFT-R10B)R5 Mark II

Deze bewerkingen zijn beschikbaar voor cameranetwerkinstellingen.

  1. Netwerkinstellingen maken, bewerken en verwijderen
  2. Netwerkinstellingen schrijven naar en laden vanuit bestanden
  3. Netwerkinstellingen schrijven naar en laden vanuit de camera
  4. LAN-instellingen
  5. FTP-instellingen

Let op

  • Voor gebruik van deze functie moet EOS Network Setting Tool zijn geïnstalleerd.
  • Deze functie vereist voldoende kennis over het configureren van uw bedrade LAN en FTP-server. Canon kan geen ondersteuning bieden voor het configureren van bedrade LAN's of FTP-servers.
  • Let op: Canon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of schade voortvloeiend uit beschadigde netwerken of FTP-serverinstellingen. Daarnaast kan Canon niet aansprakelijk worden gesteld voor elk ander verlies of schade veroorzaakt door gebruik van deze functie.
  • Neem bij het gebruiken van LAN-functies alle maatregelen die u nodig acht. Canon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of schade veroorzaakt door onbevoegde toegang of andere beveiligingsinbreuken.

Opmerking

  • De EOS Network Setting Tool kan ook alleen worden opgestart.

Functie Netwerkinstellingen

  1. Klik in het hoofdvenster op [Camera settings/Camera-instellingen].

  2. Klik op [Network settings/Netwerkinstellingen].

    • Het hoofdvenster Netwerkinstellingen wordt weergegeven.

Hoofdvenster Netwerkinstellingen

EOS Network Setting Tool

  1. Verbindingsinstellingen
  2. Bestandscontrollers
  3. Camera-controllers

  4. Knop Controle MAC-adres

    Klik hierop om MAC-adressen van verbonden camera's en andere apparaten in een afzonderlijk venster weer te geven. Als u op [Copy/Kopiëren] in het venster klikt, kunt u ook MAC-adressen kopiëren.

  5. Instellingen initialiseren

    Hiermee wordt alle informatie over [Connection settings/Verbindingsinstellingen], [Comm settings/Comm.-instellingen] en [Function settings/Functie-instellingen] gewist die is opgeslagen in de software. Als u de informatie wilt wissen, klikt u op [Initialize settings/Instellingen initialiseren] en vervolgens op [Delete/Verwijderen] in het weergegeven dialoogvenster.

  6. Informatieweergave

    Toont informatie voor de geselecteerde verbindingsinstelling.

  7. Verbindingsinstelling selecteren

Verbindingsinstellingen

Een nieuwe instelling configureren

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Klik op [New/Nieuw] in [Connection settings/Verbindingsinstellingen].

  3. Klik op [New/Nieuw] in [Comm settings/Comm.-instellingen].

  4. Configureer de instellingen naar wens.

    • U kunt de volgende instellingen uitvoeren in dit dialoogvenster.

      1. De naam voor communicatie-instellingen bewerken
      2. De LAN-instelling selecteren
      3. TCP/IP-instelling
      4. Wireless LAN (Wi-Fi, WFT) instelling
    • Klik op [Save/Opslaan] als u klaar bent om terug te gaan naar het dialoogvenster [Connection settings/Verbindingsinstellingen].

  5. Klik op [New/Nieuw] in [Function settings/Functie-instellingen].

  6. Configureer de instellingen naar wens.

    • U kunt de volgende instellingen uitvoeren in dit dialoogvenster.

      1. De naam voor functie-instellingen bewerken
      2. De FTP-modus selecteren
      3. FTP/SFTP/FTPS-instellingen bewerken
      4. Instellingen voor ontvangende server
        • Instelling voor FTP-servernaam (IP-adres)

        • Door de doelmap bladeren

          Klik op [Browse/Bladeren] om te bladeren. Nadat u op [Browse/Bladeren] hebt geklikt, maakt EU verbinding met de opgegeven FTP-server.

    • Klik op [Save/Opslaan] als u klaar bent om terug te gaan naar het dialoogvenster [Connection settings/Verbindingsinstellingen].

  7. Klik op [Save/Opslaan] in het dialoogvenster [Connection settings/Verbindingsinstellingen] om terug te gaan naar het hoofdvenster Netwerkinstellingen.

    • De instellingen worden opgeslagen in de software.

Instellingen wijzigen

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Open de te wijzigen instellingen en klik op [Change/Wijzigen].

  3. Wijzig de instellingen naar wens.

Instellingen verwijderen

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Open de te verwijderen instelling.

  3. Klik op [Delete settings/Instellingen verwijderen] en klik op [Delete/Verwijderen] in het volgende scherm.

Bestandsbewerkingen

Instellingen opslaan als bestand

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Open de instellingen die u wilt opslaan.

  3. Klik op [Save to file/Opslaan naar bestand], configureer instellingen naar wens in het dialoogvenster en sla het bestand op.

    • Instellingen worden als een bestand opgeslagen in NIF-indeling.
    • Voor meer informatie over het schrijven van instellingen naar de camera raadpleegt u Instellingen naar de camera schrijven.

Let op

  • NIF-bestanden die zijn gemaakt met deze functie zijn alleen compatibel met de EOS-1D X Mark III, R1, R3, R5, R5 Mark II en R5 C.

Bestanden openen

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Klik op [Open file/Bestand openen], selecteer het bestand in het dialoogvenster en open het bestand.

    • Het geselecteerde instellingenbestand wordt geopend in het hoofdvenster Netwerkinstellingen.

Let op

  • Bestanden die u kunt openen zijn beperkt tot NIF-bestanden die zijn gemaakt met deze functie of met de EOS-1D X Mark III, R1, R3, R5, R5 Mark II of R5 C.

Camerabewerkingen

Instellingen naar de camera schrijven

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Open de instellingen die u naar de camera wilt schrijven.

  3. Klik op [Save settings/Instellingen opslaan].

  4. Selecteer in het dialoogvenster het bestand [SET] om instellingen naar te schrijven en klik op [Save/Opslaan].

    • Welke informatie wordt weergegeven hangt af van de camera die is aangesloten.

Instellingen laden vanaf de camera

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Klik op [Load settings/Instellingen laden].

  3. Selecteer in het dialoogvenster het bestand [SET] waarvan u instellingen wilt laden en klik op [Load/Laden].

    • Instellingen worden weergegeven in het hoofdvenster Netwerkinstellingen.
    • Welke informatie wordt weergegeven hangt af van de camera die is aangesloten.

Instellingen van de camera verwijderen

  1. Geef het hoofdvenster Netwerkinstellingen () weer.

  2. Klik op [Delete settings/Instellingen verwijderen] in [Camera operations/Camerabewerkingen], selecteer het te verwijderen bestand [SET] in het dialoogvenster en klik op [Delete/Verwijderen].