Geconfigureerde instellingen in het opnamevenster

U kunt vanuit het opnamevenster de menufuncties van de cameraopnamen configureren.

  • Het uiterlijk van het scherm en de configureerbare functies hangen af van de camera die is aangesloten.
  • Raadpleeg de instructiehandleiding van de camera die is aangesloten voor meer informatie over beschikbare functies.
  • Niet beschikbaar voor EOS M6, M5, M3, M10 of M100.

Configureerbare functies

  • Beeldstijl ()
  • Micro-contrast ()
  • JPEG-kwaliteit/HEIF-kwaliteit ()
  • Stille sluiter ()
  • WB (witbalans) SHIFT ()
  • Sluitermodus ()
  • HDR PQ-instellingen ()
  • Antiknipperopname/HF-antiknipperopname ()
  1. Verbind de camera en de computer.

  2. Start EU ().

  3. Klik op [Remote Shooting/Opnamen op afstand].

  4. Klik op [Modus Opnamen op afstand 1] of [Modus Opnamen op afstand 2].

    Opnamevenster

  5. Klik op een functie die u wilt configureren.

Beeldstijlen registreren

U kunt in EU een beeldstijl instellen en deze op de camera registreren.

In de door de gebruiker gedefinieerde instellingen op de camera kunt u beeldstijlbestanden registreren die u hebt gedownload van de Canon-website of die u hebt gemaakt met PSE en op uw computer hebt opgeslagen.

Beeldstijlen selecteren en deze op de camera registreren

  1. Klik op [Picture Style/Beeldstijl].

  2. Klik op de beeldstijl die u op de camera wilt instellen.

Let op

  • De instellingen voor camerabeeldstijlen die op deze manier worden gewijzigd, worden niet toegepast op video's die zijn opgenomen met het Canon Log-gamma.
  • Het vastleggen van beeldstijlen kan enige tijd in beslag nemen.

Beeldstijlen bewerken en deze op de camera registreren

U kunt de [Sharpness/Scherpte], het [Contrast], de [Saturation/Verzadiging] en [Color tone/Kleurtoon] van de beeldstijl naar wens instellen en uw aanpassingen op de camera toepassen.

  1. Klik op [Detail set./Detail inst.].

  2. In het dialoogvenster [Detail set./Detail inst.] kunt u instellen door voor elk item op de niveaumarkeringen op de schuifregelaar te klikken.

    • De instelling wordt op de camera toegepast, waarna het scherm terugkeert naar het [Shooting menu/Opnamemenu].
    • De vervolgkeuzelijsten [Filter effect/Filtereffect] en [Toning effect/Toningeffect] worden weergegeven, indien [Monochrome/Monochroom] als de beeldstijl is geselecteerd ().
    • U kunt ook de [Fineness/Details] en [Threshold/Drempel] configureren in [Sharpness/Scherpte], afhankelijk van de camera die is aangesloten.

Micro-contrast configureren

EOS-1D X Mark IIIR3R5R5 CR6R6 Mark IIR7R8R10R50

Met deze functie kunt u het contrast van beeldranden wijzigen.

  1. Klik op [Clarity/Micro-contrast].

  2. Configureer de instelling.

    • Selecteer [Clarity/Micro-contrast] in het [Shooting menu/Opnamemenu] en stel met de schuifregelaar het niveau in.

      Klik wanneer u klaar bent op [Return/Terug] om het dialoogvenster te sluiten.

JPEG-/HEIF-kwaliteit configureren

EOS-1D X Mark III1D X Mark II1D X1D CR3

U kunt de beeldkwaliteit instellen en deze op de camera toepassen.

  1. Klik op [JPEG Quality/JPEG-kwaliteit]/[JPEG/HEIF quality/JPEG-/HEIF-kwaliteit].

  2. Configureer de instelling.

    • Voor elk formaat geldt dat hogere waarden de compressie verminderen en een hogere beeldkwaliteit opleveren.
  3. Klik op [Return/Terug].

Witbalans corrigeren

U kunt de witbalans corrigeren.

  1. Klik op [WB SHIFT].

  2. Klik op de positie waarnaar u de witbalans wilt verschuiven.

    1. Groen-versterking
    2. Blauw-versterking
    3. Magenta-versterking
    4. Geeft de mate van compensatie aan
    5. Amber-versterking
  3. Klik op [Return/Terug].

    • Om de witbalanscorrectie ongedaan te maken, herstelt u de oorspronkelijke waarde in stap 2.

Stille sluiter configureren

EOS R3R6 Mark IIR7R8R10R50R/Ra

De stille sluiter kan in EU worden ingesteld en op de camera worden toegepast. Voor details over de stille sluiter, zoals de omstandigheden waarin deze functie beschikbaar is, raadpleegt u de instructiehandleiding van de aangesloten camera.

  1. Klik op [Silent shutter/Stille sluiter].

  2. Selecteer [Enable/Inschakelen].

    • Om de stille sluiter te annuleren, selecteert u [Disable/Uitschakelen].

De Sluitermodus configureren

EOS-1D X Mark IIIR3R5R5 CR6R6 Mark IIR7R8R10R50

U kunt de Sluitermodus instellen.

  • Welke functies kunnen worden geconfigureerd, hangt af van de camera die is aangesloten.
  • Raadpleeg de instructiehandleiding van de camera die is aangesloten voor meer informatie over voorzorgsmaatregelen en beschikbare functies.
  1. Klik op [Shutter mode/Sluitermodus].

  2. Configureer de instellingen naar behoefte en klik vervolgens op [OK].

HDR PQ-instellingen

EOS-1D X Mark IIIR3R5R5 CR6R6 Mark IIR7R8R10R50

Opnamen die met HDR PQ-instellingen worden gemaakt, leveren HDR-beelden op die voldoen aan de PQ-specificatie zoals gedefinieerd in ITU-R BT.2100 en SMPTE ST.2084.

HDR staat voor High Dynamic Range.

PQ staat voor Perceptual Quantization.

  • Opnamen worden vastgelegd als HEIF- of RAW-beelden.
  • De werkelijke weergave is afhankelijk van de prestaties van het weergaveapparaat.
  • Het opnemen van video's met HDR PQ-instellingen wordt door sommige camera's ondersteund.
  • Welke functies kunnen worden geconfigureerd, hangt af van de camera die is aangesloten.
  • Raadpleeg de instructiehandleiding van de camera die is aangesloten voor meer informatie over voorzorgsmaatregelen en beschikbare functies.

HDR PQ-instellingen

  1. Klik op [HDR PQ settings/HDR PQ-instellingen].

  2. Selecteer [Enable/Inschakelen] in [HDR PQ] en klik vervolgens op [OK].

    Beelden die met HDR PQ-instellingen zijn vastgelegd, worden met [HDP PQ-pictogram] gemarkeerd in het weergavescherm ().

Weergave van Live View op afstand

Windows

HDR-omgevingen

  • Voor omgevingen waarin de monitor op HDR-weergave is ingesteld (HDR-omgevingen), geldt dat in Windows 10 voor het venster Live View op afstand een 10-bits HDR PQ-weergave wordt gebruikt.
  • Bij het maken van foto's wordt [HDR PQ] in het venster Live View op afstand weergegeven.

SDR-omgevingen

  • Als de monitor in Windows 10 niet op HDR-weergave is ingesteld (SDR-omgevingen), wordt de weergave in het venster Live View op afstand aangepast, zodat deze op de HDR PQ-weergave in HDR-omgevingen lijkt. Houd er rekening meer dat kleur en gradatie er iets anders zullen uitzien dan in HDR-omgevingen, doordat het bereik smaller is.
  • In het venster Live View op afstand verschijnen [HDR PQ] en [Beeldassistent 1/Beeldassistent 2] of [Beeldassistent].
  • Klik, indien deze optie beschikbaar is, in het venster Live View op afstand op [Weergave Beeldassistent schakelen] om te schakelen tussen de huidige weergave en de Beeldassistentweergave, zoals gebruikt op de camera op het moment van het maken van de opname. Elke Beeldassistent die u inschakelt, wordt ook op de camera-instellingen toegepast.

macOS

  • De weergave in het venster Live View op afstand wordt aangepast om op de HDR PQ-weergave in HDR-omgevingen te lijken. Houd er rekening meer dat kleur en gradatie er iets anders zullen uitzien dan in HDR-omgevingen, doordat het bereik smaller is.
  • In het venster Live View op afstand verschijnen [HDR PQ] en [Beeldassistent 1/Beeldassistent 2] of [Beeldassistent].
  • Klik, indien deze optie beschikbaar is, in het venster Live View op afstand op [Weergave Beeldassistent schakelen] om te schakelen tussen de huidige weergave en de Beeldassistentweergave, zoals gebruikt op de camera op het moment van het maken van de opname. Elke Beeldassistent die u inschakelt, wordt ook op de camera-instellingen toegepast.

Let op

  • Windows/macOS
  • Beelden worden mogelijk niet correct weergegeven, afhankelijk van de prestaties van het weergaveapparaat en de GPU (videokaart).

Antiknipperopname/HF-antiknipperopname

EOS R3R6 Mark IIR7R8R10R50

Antiknipperopname kan het effect van het maken van opnamen bij flikkerende lichtbronnen verminderen.

Met antiknipperopname met hoge frequentie kunt u foto's maken met sluitertijden die geschikt zijn voor hoogfrequente flikkeringen, waardoor het effect van deze flikkeringen op de beelden wordt geminimaliseerd.

  • Raadpleeg de instructiehandleiding van de camera die is aangesloten voor meer informatie over de antiknipperfunctie, voorzorgsmaatregelen voor HF-antiknipperopnamen en beschikbare functies.
  1. Klik op [Anti-flicker shoot/Antiknipperopname].

  2. Voltooid de instellingen.

    • Antiknipperopname

      • Stel [Anti-flicker shoot./Antiknipperopname] in op [Enable/Inschakelen] en klik vervolgens op [Flicker detection/Knipperdetectie]. Wanneer een knippereffect wordt gedetecteerd, wordt [Flicker detection Detected/Knipperdetectie Gedetecteerd] weergegeven. Wanneer er geen knippereffect wordt gedetecteerd, wordt [Flicker detection Not detected/Knipperdetectie Niet gedetecteerd] weergegeven.
      • Klik rechtsboven op [Het dialoogvenster Antiknipperopname sluiten] om het dialoogvenster te sluiten.
    • Hoogfrequente antiknipperopname (EOS R3)

      • Stel [HF anti-flicker shooting/HF-antiknipperopname] in op [Enable/Inschakelen] en klik vervolgens op [Auto detecting/Automatisch detecteren].
      • Klik op het volgende scherm op [OK] om de aanbevolen sluitertijd in te stellen.

      • Als er nog steeds banding zichtbaar is in het venster Live View, klikt u op [Knop voor de antiknipperafstelling, links] of [Knop voor de antiknipperafstelling, rechts] om de sluitertijd aan te passen.
      • Klik rechtsboven op [Het dialoogvenster Antiknipperopname sluiten] om het dialoogvenster te sluiten.