Opnemen met Speedlites

EL/EX-serie Speedlites voor EOS-camera's

Eigenschappen van de EL/EX-serie Speedlites (apart verkrijgbaar) kunnen worden gebruikt bij flitseropnamen met de camera.

Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EL/EX-serie voor instructies.

  • Flitsbelichtingscompensatie

    U kunt de flitsuitvoer aanpassen (flitsbelichtingscompensatie) ().

  • FE-vergrendeling

    Hiermee kunt u zorgen voor een geschikte flitsbelichting voor een bepaald gedeelte van het onderwerp. Als u de FE-vergrendeling wilt activeren, centreert u het onderwerp op het scherm en drukt u op de knop die is toegewezen aan FE-vergrendeling. Bepaal de compositie van de opname en maak de opname.

Waarschuwing

  • Het gebruik van accessoires die niet zijn ontworpen voor een multifunctieschoen vereist de Multifunctieschoenadapter AD-E1, afzonderlijk verkrijgbaar.
  • Het instellen van [Opnamen maken: Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid] () op een optie anders dan [Uitschak.] kan nog steeds lichte beelden opleveren, zelfs als u lagere flitsbelichtingscompensatie hebt ingesteld voor donkerdere beelden.

Opmerking

  • U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen in [Flits functie instellingen] in [Opnamen maken: Externe Speedlite besturing] ().
  • De camera kan bepaalde Speedlites automatisch inschakelen als de camera wordt ingeschakeld. Raadpleeg de instructiehandleiding van Speedlite die deze functie ondersteunt voor details.

Canon Speedlites die niet tot de EL/EX-serie behoren

  • Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden ingesteld op de automatische A-TTL- of TTL-flitsmodus, werkt de flitser alleen op volledig vermogen.

    Stel de opnamemodus van de camera in op [Av] of [M] en pas de diafragmawaarde aan voordat u de opname maakt.

  • Als u een Speedlite gebruikt die over een handmatige flitsmodus beschikt, maakt u de opname in de handmatige flitsmodus.

Niet-Canon-flitseenheden

  • Synchronisatiesnelheid

    De synchronisatietijd met compacte flitsers van andere merken is 1/250 seconde.

    Met grote studioflitseenheden is de flitsduur langer dan die van een compacte flitser en afhankelijk van het model. Voordat u gaat fotograferen, moet u controleren of de flitssynchronisatie correct wordt uitgevoerd door enkele testopnamen te maken met een synchronisatiesnelheid van ongeveer 1/60 seconden tot 1/30 seconden.

Waarschuwing

  • Het gebruik van de camera met een speciale flitseenheid of flitsaccessoire voor camera's van andere fabrikanten brengt het risico van storingen en zelfs schade met zich mee.
  • Plaats geen hogespanningsflitseenheid op de multifunctieschoen van de camera. Deze werkt dan mogelijk niet.

Snelle-flitsgroepsbediening

Als u het opnamescherm bekijkt bij draadloze multiflitsfotografie, kunt u de instellingen voor elke flitsgroep configureren door te drukken op de knop die is toegewezen aan [Snelle-flitsgroepen bedienen] in [Persoonlijke voorkeuze: Knoppen aanpassen voor opn.]. Dit voorbeeld is gebaseerd op het toewijzen van de knop 1 ().

  1. Stel de flitsmodus in op Groep (individuele groepsbediening) als voorbereiding op draadloze multiflitsfotografie.

    • Raadpleeg voor details de instructiehandleidingen van flitseenheden die draadloze multiflitsfotografie ondersteunen.
  2. Druk tijdens stand-by op de knop 1.

    • Er wordt voor elke flitsgroep een instellingenscherm weergegeven.
    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om een flitsgroep (A–E) te selecteren voor configuratie.
    • Druk op de knop INFO om de flitsmodus in te stellen.
    • Draai aan het instelwiel Hoofdinstelwiel om de flitsuitvoer of flitsbelichtingscompensatie aan te passen.

Opmerking

  • U kunt naar het instelscherm [Snelle-flitsgroepen bedienen] gaan in de modus [P], [Tv], [Av] of [M].
  • Als Speedlites zijn ingesteld op een andere flitsmodus dan Groep (individuele groepsbediening), wordt door een druk op de knop 1 het scherm [Flits functie instellingen] weergegeven.

FE-geheugenfunctie

U kunt de flitsuitvoer die is vastgelegd in de flitsmodus [ETTL] instellen als de flitsuitvoer voor de flitsmodus [M] door te drukken op de knop die is toegewezen aan [ETTL M] in [Persoonlijke voorkeuze: Knoppen aanpassen voor opn.]. Dit voorbeeld is gebaseerd op het toewijzen van de knop 1 ().

  1. Stel de persoonlijke flitsvoorkeuze [FE-geheugen] in op [2:Inschakelen( ETTL M)] ().

    • Raadpleeg voor de instelprocedure met de flits de instructiehandleidingen van flitseenheden (behalve de EL-1) die FE-geheugen ondersteunen.
  2. Maak opnamen met de flitsmodus ingesteld op [ETTL].

    • Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
  3. Druk tijdens stand-by op de knop 1.

    • De flitsmodus gaat naar [M] en de flitsuitvoer die in stap 2 is vastgelegd, wordt weergegeven.
    • Als u na opnemen in de flitsmodus [M] opnieuw op de knop 1 drukt, gaat de modus naar [ETTL] en geeft de waarde voor de flitsbelichtingscompensatie aan.
    • Als u de flitsuitvoer of de flitsbelichtingscompensatie wilt wijzigen, voert u bewerkingen uit met de flits of stelt u in via [Flits functie instellingen] ().

Opmerking

  • De FE-geheugenfunctie is beschikbaar in de modi [P], [Tv], [Av], [M] en [B].
  • Momenteel wordt bij Speedlites alleen in de modus [ETTL] of [M] van flitsmodus gewisseld door op de knop 1 te drukken.