Hoofdtelefoon
Volume
-
Selecteer [Volume].
-
Pas het volume aan.
- Draai aan het wiel
om het volume en druk vervolgens op
.
- Draai aan het wiel
Opmerking
- U kunt het geluid van de ingebouwde microfoon of een externe microfoon controleren via een hoofdtelefoon als [
: Geluidsopname] is ingesteld op een andere optie dan [Uitschak.] en [
: Hoge framerate] is ingesteld op [Uit].
Monitor CH (Monitorkanaal)
-
Selecteer [Monitor CH].
-
Selecteer de combinatie van kanalen voor audio-uitvoer (L/R).
-
[K1+2] geeft aan dat het signaal een combinatie is van kanaal 1 en 2.
-
Audiomonitor
U kunt kiezen welke audio tijdens video-opname voor hoofdtelefoonuitvoer wordt gebruikt. Om audioruis in audio-opname te verminderen configureert u [Audioruisonderdruk.] ().
-
Selecteer [Audiomonitoring].
-
Selecteer een optie.
-
Realtime audio (zonder NR)
Audio-uitvoer zonder ruisreductie.
-
Opgen. Audio (NR toegepast)
Audio-uitvoer met ruisreductie.
-
Waarschuwing
- Als u [Opgen. Audio (NR toegepast)] selecteert, zorgt dit ervoor dat de audio-uitvoer qua synchronisatie enigszins afwijkt van de video. Audio in opgenomen video's heeft geen vertraging.