Apparaten voor verbindingen bewerken/verwijderen

Sluit de Wi-Fi-verbinding voordat u verbindingsinstellingen voor andere apparaten bewerkt of verwijdert. Hier wordt [Communicatiefuncties: Verb. met smartphone (tablet)] gebruikt als voorbeeld.

Bijnaam apparaat wijzigen

U kunt de bijnaam veranderen van apparaten waarmee de camera verbinding maakt.

  1. Selecteer een item.

    • Zodra het scherm [Wi-Fi aan] verschijnt, selecteert u [Verbreken] en herhaalt u stap 1.
  2. Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen].

  3. Selecteer het apparaat.

  4. Selecteer [Bijnaam apparaat veranderen].

  5. Wijzig de bijnaam van het apparaat.

    • Gebruik het virtuele toetsenbord () om de bijnaam in te voeren.
  6. Druk op de knop MENU en selecteer vervolgens [OK].

Verbindingsinformatie verwijderen

  1. Open het scherm voor het verbonden apparaat.

  2. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.].

  3. Selecteer [OK].