Apparaten voor verbindingen bewerken/verwijderen
Sluit de Wi-Fi-verbinding voordat u verbindingsinstellingen voor andere apparaten bewerkt of verwijdert. Hier wordt [: Verb. met smartphone (tablet)] gebruikt als voorbeeld.
Bijnaam apparaat wijzigen
U kunt de bijnaam veranderen van apparaten waarmee de camera verbinding maakt.
-
Selecteer [: Verb. met smartphone (tablet)] ().
- Zodra het scherm [Wi-Fi aan] verschijnt, selecteert u [Verbreken] en herhaalt u stap 1.
-
Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen].
-
Selecteer het apparaat.
-
Selecteer [Bijnaam apparaat veranderen].
-
Wijzig de bijnaam van het apparaat.
-
Druk op de knop en selecteer vervolgens [OK].
Verbindingsinformatie verwijderen
-
Open het scherm voor het verbonden apparaat.
- Volg de stappen 1-3 in Bijnaam apparaat wijzigen.
- Voor [: Verb. m. draadl.afstandsb.] raadpleegt u Het koppelen annuleren.
-
Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.].
-
Selecteer [OK].