Aangepaste functie-instellingen

U kunt camerafuncties aanpassen op het tabblad [Persoonlijke voorkeuze], zodat deze aansluiten op uw opnamevoorkeuren. Alle instellingen waarvoor u de standaardwaarden wijzigt, worden weergegeven in blauw.

C.Fn1

Belichtingsniveauverhogingen

U kunt het gebruik van tussenstappen van 1/2 stop opgeven als de tussenstappen voor sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingscorrectie, AEB, flitsbelichtingscorrectie en FEB.

  • 1/3: 1/3-stop

  • 1/2: 1/2-stop

Opmerking

  • Als [1/2-stop] is ingesteld, wordt het volgende weergegeven.

ISO-stappen

U kunt de handmatige instellingen ISO-snelheid wijzigen in een hele stop.

  • 1/3: 1/3-stop
  • 1/1: 1-stop

Opmerking

  • Zelfs als [1-stop] is ingesteld, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld in stappen van 1/3-stop wanneer ISO auto is ingesteld.

Snelheid van meting/ISO auto

U kunt de ISO-snelheidsstatus instellen nadat de meettimer is beëindigd in gevallen waarbij, voor ISO Auto-bediening in de modus [AE-programma]/[AE met sluitertijdvoorkeuze]/[AE met diafragmavoorkeuze]/[Handmatige belichting]/[Bulb], de camera de ISO-snelheid heeft aangepast tijdens een meting of wanneer de meettimer actief is.

  • Auto herstellen na meting: Auto herstellen na meting
  • Snelheid behouden na meting: Snelheid behouden na meting

Bracketing autom. annuleren

U kunt opgeven om AEB en witbalansbracketing te annuleren wanneer de aan-uitschakelaar op Uitschakelen is ingesteld.

  • ON: Inschak.
  • OFF: Uitschak.

Bracketingvolgorde

De volgorde van de opnamereeks voor AEB en witbalansbracketing kan worden gewijzigd.

  • 0−+: 0, -, +
  • -0+: -, 0, +
  • +0−: +, 0, -
AEB Witbalansbracketing
Richting b/a Richting m/g
0: Standaardbelichting 0: Standaardwitbalans 0: Standaardwitbalans
−: Onderbelichting −: Meer blauw −: Meer magenta
+: Overbelichting +: Meer amber +: Meer groen

Aantal bracketed opnamen

U kunt het aantal opnamen die zijn gemaakt met AEB en witbalansbracketing wijzigen.

Als [Bracketingvolgorde] is ingesteld op [0, -, +], worden de bracketed opnamen gemaakt zoals aangeduid in de tabel hieronder.

  • 3: 3 opnamen
  • 2: 2 opnamen
  • 5: 5 opnamen
  • 7: 7 opnamen
(tussenstappen van 1 stop)
1e opname 2e opname 3e opname 4e opname 5e opname 6e opname 7e opname
3: 3 opnamen Standaard (0) –1 +1
2: 2 opnamen Standaard (0) ±1
5: 5 opnamen Standaard (0) –2 –1 +1 +2
7: 7 opnamen Standaard (0) –3 –2 –1 +1 +2 +3

Opmerking

  • Als [2 opnamen] is ingesteld, kunt u bij het instellen van het AEB-bereik de plus- of minzijde selecteren. Met witbalansbracketing wordt de tweede opname aangepast in de negatieve richting van B/A of M/G.

Veiligheidsshift

Als de helderheid van het onderwerp verandert en de standaardbelichting niet binnen het bereik van de automatische belichting valt, wordt de handmatig opgegeven instelling automatisch door de camera gewijzigd, zodat de standaardbelichting kan worden gebruikt. [Sluitertijd/diafragma] is van toepassing op de modus [AE met sluitertijdvoorkeuze] of [AE met diafragmavoorkeuze]. [ISO-snelheid] is van toepassing op de modus [AE-programma], [AE met sluitertijdvoorkeuze] of [AE met diafragmavoorkeuze].

  • OFF: Uitschak.
  • Tv/Av: Sluitertijd/diafragma
  • ISO: ISO-snelheid

Opmerking

  • Veiligheidsshift overschrijft wijzigingen in [ISO-snelh.bereik] of [Max. sluitertijd] van standaardinstellingen in [Opnamen maken: Opnamen makenISO-snelheidsinst.] als standaardbelichting niet kan worden verkregen.
  • De minimum- en maximumgrenzen voor de veiligheidsshift met de ISO-snelheid worden bepaald door [Autom. bereik] (). Als de handmatig ingestelde ISO-snelheid echter hoger is dan de waarde van [Autom. bereik], wordt de veiligheidsshift toegepast tot aan de hoogte van de handmatig ingestelde ISO-snelheid.
  • Veiligheidsshift wordt indien nodig zelfs geactiveerd, als de flitser wordt gebruikt.

C.Fn2

Zelfde bel. v. nieuw diafr.

De maximale diafragmawaarde kan afnemen (het laagste f/getal kan toenemen) in de modus [Handmatige belichting] (handmatige belichtingsopname) met de ISO-snelheid handmatig ingesteld (behalve wanneer ingesteld op ISO auto) als u (1) lenzen verwisselt, (2) een opzetstuk bevestigt of (3) een zoomlens met een variabele maximale diafragmawaarde gebruikt. Deze functie voorkomt de overeenkomstige onderbelichting door de ISO-snelheid of sluitertijd (Tv-waarde) automatisch aan te passen om dezelfde belichting te behouden als voor (1), (2) of (3).

Met [ISO-snelheid/sluitertijd] wordt de ISO-snelheid automatisch aangepast binnen het ISO-snelheidsbereik. Als de belichting niet kan worden gehandhaafd door de ISO-snelheid aan te passen, wordt de sluitertijd (Tv-waarde) automatisch aangepast.

  • OFF: Uitschak.
  • ISO: ISO-snelheid
  • ISO/Tv: ISO-snelheid/sluitertijd
  • Tv: Sluitertijd

Waarschuwing

  • Reageert niet op veranderingen in effectieve diafragmawaarde van veranderingen in vergroting wanneer macrolenzen worden gebruikt.
  • Kan niet dezelfde belichting bieden als vóór (1), (2) of (3) als de [ISO-snelheid] is ingesteld en de belichting niet kan worden gehandhaafd op snelheden die zijn ingesteld in [ISO-snelh.bereik].
  • Kan niet dezelfde belichting bieden als vóór (1), (2) of (3) als de [Sluitertijd] is ingesteld en de belichting niet kan worden gehandhaafd op snelheden die zijn ingesteld in [Persoonlijke voorkeuze: Sluitertijdbereik instellen].

Opmerking

  • Werkt ook met wijzigingen in het hoogste f-getal (kleinste diafragma).
  • De oorspronkelijke belichtingsinstelling wordt hersteld als u (1), (2) of (3) uitvoert met [ISO-snelheid], [ISO-snelheid/sluitertijd] of [Sluitertijd] ingesteld en de ISO-snelheid, sluitertijd of diafragmawaarde niet aanpast totdat u de camera hebt teruggezet naar de oorspronkelijke staat, vóór (1), (2) of (3).
  • De sluitertijd kan veranderen om de belichting te behouden als de ISO-snelheid toeneemt tot een uitgebreide ISO-snelheid wanneer [ISO-snelheid] is ingesteld.

Mtmth., AE vrgr. na schrpst.

Voor elke meetmethode kunt u instellen of u de belichting wilt vergrendelen (AE-vergrendeling) zodra op onderwerpen is scherpgesteld met 1-beeld AF. De belichting wordt vergrendeld terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Selecteer meetmethoden voor AE-vergrendeling en voeg een vinkje toe [Controle]. Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.

Opnamemodi beperken

  1. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Opnamemodi beperken].

  2. Selecteer [Inschak.].

  3. Druk op de knop Q (Quick Control).

  4. Selecteer een opnamemodus.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel 1 om opnamemodi te selecteren en druk vervolgens op Instellingen om er een vinkje [Controle] bij te zetten.

Waarschuwing

  • De instellingen voor beperkte opnamemodus zijn niet toegewezen aan [Aangepaste opnamemodus 1], [Aangepaste opnamemodus 2] of [Aangepaste opnamemodus 3].
  • [Scene Intelligent Auto] is niet beschikbaar als [Persoonlijke voorkeuze: Opnamemodi beperken] is ingesteld op [Inschak.].
  • De markering [Controle] kan niet uit alle negen modi tegelijk worden gewist.

Sluitertijdbereik instellen

U kunt het sluitertijdbereik instellen. In de modus [AE met flexibele prioriteit], [AE met sluitertijdvoorkeuze] of [Handmatige belichting] kunt u de sluitertijd handmatig instellen binnen het opgegeven bereik. In de modus [AE-programma] en [AE met diafragmavoorkeuze] of in de modus [AE met flexibele prioriteit] met de sluitertijd ingesteld op [AUTO], wordt de sluitertijd automatisch ingesteld binnen uw opgegeven bereik (behalve bij movie-opnamen). Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.

  • Langste tijd

    Instelbaar binnen het bereik 30 sec.–1/4000 sec.

  • Kortste tijd

    Instelbaar binnen het bereik 1/8000 sec.–15 sec.

Diafragmabereik instellen

U kunt het diafragmawaardebereik instellen. In de modus [AE met flexibele prioriteit], [AE met diafragmavoorkeuze], [Handmatige belichting] of [Bulb] kunt u de diafragmawaarde handmatig instellen binnen het opgegeven bereik. In de modus [AE-programma] en [AE met sluitertijdvoorkeuze] of in de modus [AE met flexibele prioriteit] met de diafragmawaarde ingesteld op [AUTO], wordt de sluitertijd automatisch ingesteld binnen uw opgegeven bereik. Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.

  • Grootste diafr.

    Instelbaar binnen het bereik f/1.0–f/64.

  • Kleinste diafr.

    Instelbaar binnen het bereik f/91–f/1,4.

Opmerking

  • Het beschikbare diafragmawaardebereik verschilt afhankelijk van de minimale en maximale diafragmawaarde van de lens.

C.Fn3

Wielrichting bij Tv/AV

U kunt de draairichting omkeren waarin u het instelwiel moet draaien om de sluitertijd en de diafragmawaarde in te stellen.

Keert de draairichting van het instelwiel Hoofdinstelwiel, Snelinstelwiel 1 en Snelinstelwiel 2 om in de opnamemodus [Handmatige belichting] en alleen het instelwiel Hoofdinstelwiel in andere opnamemodi. De richting van het instelwiel Snelinstelwiel 1 en Snelinstelwiel 2 in de modus [Handmatige belichting] komt overeen met de richting voor instelling van de belichtingscorrectie met de instelwielen Snelinstelwiel 1 en Snelinstelwiel 2 in de modi [AE-programma], [AE met sluitertijdvoorkeuze] en [AE met diafragmavoorkeuze].

  • Normaal: Normaal
  • Omgekeerde richting: Omgekeerde richting

Draairichting bedieningsring

U kunt de draairichting omkeren waarin u de bedieningsring van de RF-lens en de vattingadapter moet draaien om de sluitertijd en de diafragmawaarde in te stellen.

  • Normaal: Normaal
  • Omgekeerde richting: Omgekeerde richting

Knoppen aanpassen

U kunt veelgebruikte functies toewijzen aan cameraknoppen die gemakkelijk te gebruiken zijn. U kunt verschillende functies, voor gebruik bij het maken van foto's of movies, toewijzen aan dezelfde knop.

  1. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Knoppen aanpassen].

  2. Selecteer een camerabediening.

  3. Selecteer een functie om toe te wijzen.

    • Druk op Instellingen om de instelling vast te leggen.
    • U kunt uitgebreide instellingen configureren voor functies die zijn gemarkeerd met [INFO] links onderaan het scherm door op de knop INFO te drukken.

Opmerking

  • De instellingen voor [Persoonlijke voorkeuze: Knoppen aanpassen] worden niet gewist, zelfs als u [Persoonlijke voorkeuze: Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] selecteert. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Aangepaste instell. wissen] om de instellingen te wissen.

Functies beschikbaar voor aanpassing

AF

●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing
Functie Ontspanknop half ingedrukt Movieknop MODE-knop AF-aan AE-vergrendelknop AF-puntknop Belichtingssimulatie (tijdens scherptedieptecontrole) Lensknop Multifunctieknop Knop voor LCD-paneelverlichting Instelknop Multicontroller
Meten en AF-start
Meten en AF-start
AF-stop
AF-stop
AF-puntselectie
AF-puntselectie
Directe AF-puntselectie
Directe AF-puntselectie
AF-punt instellen op midden
Stel AF-punt in op midden
Naar ingestelde AF-functie gaan
Naar ingestelde AF-functie gaan*1
Directe selectie AF-methode
Directe AF-methodeselectie*1
1-beeld AF/Servo AF
1-beeld AF Pijl (links/rechts) Servo AF*1
Oogdetectie-AF
Oogdetectie-AF*1
AF aanraken & verslepen
AF aanr & versl
Oogdetectie
Oogdetectie
Peaking
Peaking
Focusgeleider
Scherpstelgeleiding
Continue opname met lage snelheid
Transportmodus*1

1: Kan niet worden toegewezen als een functie die beschikbaar is bij movie-opnamen.

Belichtingscompensatie

●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing
Functie Ontspanknop half ingedrukt Movieknop MODE-knop AF-aan AE-vergrendelknop AF-puntknop Belichtingssimulatie (tijdens scherptedieptecontrole) Lensknop Multifunctieknop Knop voor LCD-paneelverlichting Instelknop Multicontroller
AE-vergrendeling, AF-stop
AE-vergrendeling, AF-stop
Meervlaksmeting
Start meten
AE-vergrendeling *3
AE-vergrendeling
AE-vergrendeling (vasthouden)
AE-vergr. (vasth.)
AE-vergrendeling (bij ingedrukte knop)
AE-vergr. (bij ingedrukte knop)*1
AE-vergrendeling/FE-vergrendeling *4
AE-/FE-vergrendeling*1
Belichtingscorrectie (knop vasthouden, hoofdinstelwiel draaien)
Bel.comp. (vasth., Hoofdinstelwiel dr.)
ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, hoofdinstelwiel draaien)
ISO-sn. inst.(vasth., Hoofdinstelwiel dr.)
FE-vergrendeling
FE-vergrendeling*1

1: Kan niet worden toegewezen als een functie die beschikbaar is bij movie-opnamen.

3: Standaard bij movie-opnamen.

4: Standaard bij foto-opnamen.

Beeld

●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing
Functie Ontspanknop half ingedrukt Movieknop MODE-knop AF-aan AE-vergrendelknop AF-puntknop Belichtingssimulatie (tijdens scherptedieptecontrole) Lensknop Multifunctieknop Knop voor LCD-paneelverlichting Instelknop Multicontroller
Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit*1
Directe instelling beeldkwaliteit
Directe inst. beeldkwaliteit*1
Directe instelling beeldkwaliteit (vasthouden)
Dir. inst. beeldkw (vasth.)*1
Instellingen voor aspect ratio
Opnamen makenBijsnijden/beeldverhouding
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid
Beeldstijlselectie
Beeldstijl
Beveiliging
Beveiligen
My Menu
Classificatie
Opnamefunctie en kaart/mapselectie
Opn.functie+kaart/map sel.

1: Kan niet worden toegewezen als een functie die beschikbaar is bij movie-opnamen.

Movies

●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing
Functie Ontspanknop half ingedrukt Movieknop MODE-knop AF-ON AE-vergrendelknop AF-puntknop Belichtingssimulatie (tijdens scherptedieptecontrole) Lensknop Multifunctieknop Knop voor LCD-paneelverlichting SET-knop Multicontroller
Zebrapatroon
Zebrapatroon*2
Movies
Movie-opname
Servo AF voor movies gepauzeerd
Servo AF voor movies gepauzeerd
Cinemazoom (naar tele)
Cinemazoom (naar telefoto)*2
(Wordt actief met compatibele digitale Cinema-lenzen)*5
Cinemazoom (naar breed)
Cinemazoom (naar groothoek)*2
(Wordt actief met compatibele digitale Cinema-lenzen)*5

2: Kan niet worden toegewezen als een functie die beschikbaar is bij foto-opnamen.

5: Raadpleeg de website van Canon voor details over beperkingen bij het gebruik van digitale Cinema-lenzen.

Bewerking

●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing
Functie Ontspanknop half ingedrukt Movieknop MODE-knop AF-aan AE-vergrendelknop AF-puntknop Belichtingssimulatie (tijdens scherptedieptecontrole) Lensknop Multifunctieknop Knop voor LCD-paneelverlichting Instelknop Multicontroller
Functie-instellingen externe flitser
Flitsfunctie-instellingen*1
Instelwiel functie-instellingen
Functie-instell. instelwielen
LCD-paneelverlichting/LCD-paneel info wisselen
Kort drukken: LCD-verlichting
Lang drukken: schakelen LCD-info
LCD-paneel info wisselen/LCD-paneelverlichting
Kort drukken: schakelen LCD-info
Lang drukken: LCD-verlichting
LCD-paneelverlichting
Verlichting LCD-paneel
LCD-paneel info wisselen
Schakelen info LCD-paneel
MODE
Instellingen opnamemodus
Aangepaste opnamemodi
Naar aangep. opnamemod.
Schakelen foto/movie
Schakelen foto ←→ movie
Scherptedieptecontrole *4
Breedte-/dieptecontrole*1
Geselecteerd item in modus Fv resetten
Reset geselect. item in Fv-modus*1
Tv/Av/belichting/ISO in Fv-modus resetten
Reset Tv/Av/Bel.comp./ISO in Fv-modus*1
Scherm Snel instellen
Scherm Snel instellen
Vergroten of verkleinen
Vergroten/Verkleinen
Weergave
Beeld herhalen
Beelden vergroten tijdens weergave
Vergroot beelden tijdens weergave
Opnamefunctie registreren/oproepen
Opn.funct. reg./oproepen*1
MENU
Menu weergeven
Touch Shutter: Inschakelen
Touch Shutter*1
Map maken
Maak map*1
Schermhelderheid maximaliseren (tijdelijk)
Schermhelderh. maxim. (tijd.)
Display uit
Display uit
Wisselen tussen zoeker/scherm
Schakelen tussen VF/scherm
Eco-modus
Eco-modus
Draadloze functies
Wi-Fi-functie
Geen functie (uitgeschakeld) *3
Geen functie (uitgeschakeld)

1: Kan niet worden toegewezen als een functie die beschikbaar is bij movie-opnamen.

3: Standaard bij movie-opnamen.

4: Standaard bij foto-opnamen.

Opmerking

  • [Lensknop]: “AF-stopknop” op met Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) uitgeruste supertelelenzen.

Wielen aanpassen

Veelgebruikte functies kunnen worden toegewezen aan de instelwielen Hoofdinstelwiel/Snelinstelwiel 1/Snelinstelwiel 2/Bedieningsring.

  1. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Wielen aanpassen].

  2. Selecteer een camerabediening.

  3. Selecteer een functie om toe te wijzen.

    • Druk op Instellingen om de instelling vast te leggen.
    • U kunt uitgebreide instellingen configureren voor functies die zijn gemarkeerd met [INFO] links onderaan het scherm door op de knop INFO te drukken.

Opmerking

  • De instellingen voor [Persoonlijke voorkeuze: Wielen aanpassen] worden niet gewist, zelfs als u [Persoonlijke voorkeuze: Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] selecteert. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Aangepaste instell. wissen] om de instellingen te wissen.

Functies beschikbaar voor instelwielen

●: Standaard ○: Beschikbaar voor aanpassing
Functie Hoofdinstelwiel Snelinstelwiel 2 Snelinstelwiel 1 Bedieningsring
Selecteer AF-methode Selecteer AF-methode
Directe AF-puntselectie Directe AF-puntselectie
AF-methode (bij indrukken van de meterknop) AF-methode (houd mtrkn. ingd.)
Sluitertijd wijzigen Sluitertijd wijzigen
Diafragmawaarde wijzigen Diafragmawaarde wijzigen
Belichtingscorrectie Belichtingscompensatie
ISO ISO-snelheid instellen
Sluitertijd wijzigen (bij indrukken van de meterknop) Wijzig sluitrt. (hd mtrkn. ingd.)
Diafragmawaarde wijzigen (bij indrukken van de meterknop) Wijzig diafr. (hd mtrkn. ingd.)
Belichtingscorrectie (knop vasthouden, hoofdinstelwiel draaien) Belichtingscmp. (hd mtrkn. ingd.)
ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, hoofdinstelwiel draaien) Stel ISO-sn. in (hd mtrkn. ingd.)
Flitsbelichtingscorrectie (bij indrukken van de meterknop) Flitsbel.comp. (houd mtrkn. ingd.)
Sluitertijdinstelling in M-modus Sluitertijdinstel. in M-modus
Diafragmawaarde-instelling in M-modus Diafragma-instelling in M-modus
Witbalansselectie Witbalans selectie
Selecteer kleurtemperatuur Selecteer kleurtemperatuur
Beeldstijlselectie Beeldstijl
Selecteer witbalans (bij indrukken van de meterknop) Selecteer WB (houd mtrkn. ingd.)
Kleurtemperatuur (bij indrukken van de meterknop) Kleurtemp. (houd mtrkn. ingd.)
Selecteer beeldstijl (bij indrukken van de meterknop) Selecteer Beeldstijl (houd mtrkn. ingd.)
Geen functie (uitgeschakeld) Geen functie (uitgeschakeld)

Opmerking

  • Instelwielen Hoofdinstelwiel en Snelinstelwiel 2 kunnen niet worden aangepast in de modus [AE met flexibele prioriteit].
  • Bedieningsring: Bedieningsring op RF-lenzen en vattingadapters.

Aangepaste instell. wissen

  1. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Aangepaste instell. wissen].

  2. Selecteer [OK].

    • [Knoppen aanpassen] en [Wielen aanpassen] worden hersteld naar de standaardwaarden.

C.Fn4

Voeg bijsnijdinformatie toe

Het toevoegen van bijsnijdinformatie toont verticale lijnen voor de aspect ratio die is gespecificeerd in opnamen, zodat u opnamen kunt samenstellen alsof u fotografeert met een gemiddelde of grote camera (6×6 cm, enzovoort).

Wanneer u fotografeert, voegt de camera aspect ratio-informatie toe aan beelden voor bijsnijden in Digital Photo Professional (EOS-software), in plaats van het bijsnijden van beelden opgeslagen op de kaart.

U kunt foto's importeren naar Digital Photo Professional op een computer en eenvoudig beelden bijsnijden tot de aspect ratio die is ingesteld ten tijde van de opname.

  • OFF: Uitschak.
  • 6:6: Aspectratio 6:6
  • 3:4: Aspectratio 3:4
  • 4:5: Aspectratio 4:5
  • 6:7: Aspectratio 6:7
  • 5:6: Aspectratio 10:12
  • 5:7: Aspectratio 5:7

Waarschuwing

  • Bijsnijdinformatie wordt alleen toegevoegd als [Opnamen maken: Opnamen makenBijsnijden/beeldverhouding] is ingesteld op [Volledig].
  • JPEG- of HEIF-afbeeldingen worden niet op het bijgesneden formaat opgeslagen als u de camera gebruikt om RAW-beelden met bijsnijdinformatie te verwerken (). In dit geval produceert RAW-verwerking JPEG- of HEIF-beelden met bijsnijdinformatie.

Opmerking

  • Verticale lijnen die de door u opgegeven aspect ratio aangeven, worden op het scherm weergegeven.

Audiocompressie

Stelt audiocompressie in voor movie-opname. [Uitschak.] maakt een hogere audiokwaliteit mogelijk dan wanneer audio is gecomprimeerd, maar de bestanden zijn groter.

  • ON: Inschak.
  • OFF: Uitschak.

Waarschuwing

  • Als u filmbestanden die zijn opgenomen met [Uitschak.] bewerkt en deze vervolgens gecomprimeerd opslaat, wordt de audio ook gecomprimeerd.
  • Audio wordt gecomprimeerd in de modus [Scene Intelligent Auto] als [Movie-opn.kwal.] is ingesteld op Full HD29,97fpsIPB (Licht) (NTSC) of Full HD25,00fpsIPB (Licht) (PAL) zelfs als [Uitschak.] is geselecteerd.

Standaardwisoptie

In het menu Wissen kunt u instellen welke optie standaard wordt geselecteerd (), door te drukken op de knop Wissen tijdens opnamen weergeven of tijdens bekijken na opnamen.

Door het instellen van een optie anders dan [Annuleer], drukt u eenvoudigweg op Instellingen om beelden snel te wissen.

  • Annuleer: [Annuleren] geselecteerd
  • Wissen: [Wissen] geselecteerd
  • RAW: [WissenRAW] geselecteerd
  • J/H: [Wissen niet-RAW] geselect.
  • Spraakmemo wissen: [Spraakmemo wissen] geselect.

Waarschuwing

  • Let erop dat u niet per ongeluk beelden wist wanneer een andere optie dan [Annuleer] is ingesteld.

Ontspan sluiter zonder lens

U kunt opgeven of het maken van foto's of movies mogelijk is zonder aangesloten objectief.

  • OFF: Uitschak.
  • ON: Inschak.

Objectief intrekken bij uit

U kunt instellen of gemotoriseerde STM-lenzen (zoals EF40mm f/2.8 STM) automatisch worden ingetrokken als de aan-uitschakelaar van de camera wordt ingesteld op Uitschakelen.

  • ON: Inschak.
  • OFF: Uitschak.

Waarschuwing

  • Bij automatisch uitschakelen wordt de lens niet ingetrokken, ongeacht de instelling.
  • Controleer of de lens is ingetrokken voordat u deze verwijdert.

Opmerking

  • Wanneer [Inschak.] is ingesteld, wordt deze functie geactiveerd, ongeacht de instelling van de scherpstelmodusknop van de lens (op AF of MF).

Voeg IPTC-informatie toe

Door IPTC-informatie (International Press Telecommunications Council) toe te voegen aan de camera vanuit EOS Utility (EOS-software) kunt u deze informatie vastleggen (toevoegen) aan JPEG/HEIF/RAW-foto's op het tijdstip van opnemen. Dit is handig bij bestandsbeheer en andere taken waarbij de IPTC-informatie wordt gebruikt.

Zie voor instructies over het registreren van IPTC-informatie op de camera en details over de informatie die u kunt registreren de EOS Utility Instructiehandleiding.

  • OFF: Uitschak.
  • ON: Inschak.

Waarschuwing

  • IPTC-informatie wordt niet toegevoegd wanneer u movies opneemt.

Opmerking

  • Tijdens de weergave kunt u controleren of de IPTC-informatie is toegevoegd of niet.
  • U kunt Digital Photo Professional (EOS-software) gebruiken om IPTC-informatie in beelden te controleren.
  • IPTC-informatie vastgelegd in de camera wordt niet gewist als u [Persoonlijke voorkeuze: Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] selecteert (), maar de instelling verandert in [Uitschak.].

C.Fn5

Wis pers. voorkeuze(C.Fn)

Door [Persoonlijke voorkeuze: Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] te selecteren, wist u alle persoonlijke voorkeuze-instellingen behalve [Knoppen aanpassen] en [Wielen aanpassen].

Opmerking

  • Door [Persoonlijke voorkeuze: Wis pers. voorkeuze(C.Fn)] uit te voeren, worden de instellingen die zijn geconfigureerd in [Persoonlijke voorkeuze: Knoppen aanpassen] en [Persoonlijke voorkeuze: Wielen aanpassen] niet gewist. Selecteer [Persoonlijke voorkeuze: Aangepaste instell. wissen] om de instellingen te wissen. Houd er rekening mee dat hoewel informatie toegevoegd met [Persoonlijke voorkeuze: Voeg IPTC-informatie toe] wordt behouden, de instelling verandert naar [Uitschak.].