Selectie meetmethode

U kunt een van vier methoden selecteren om de helderheid van het onderwerp te meten.

In de modus [Scene Intelligent Auto] wordt automatisch meervlaksmeting ingesteld.

  1. Druk op de knop Q (Quick Control) (Timer 10 sec.).

    • Druk tijdens de opnameweergave op de knop Q (Quick Control).
  2. Selecteer de meetmethode.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel 1 of druk Multicontroller omhoog of omlaag om een item te selecteren.
    • Als u de meetmethode wilt selecteren, draait u aan het instelwiel Hoofdinstelwiel of Snelinstelwiel 2 of drukt u Multicontroller links of rechts.
  • Meervlaksmeting Meervlaks meting

    Een algemene meetmethode die zelfs geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht. De camera past de belichting automatisch aan het onderwerp aan.

  • Deelmeting Deelmeting

    Effectief wanneer het licht om het onderwerp veel helderder is, bijvoorbeeld bij tegenlicht. Beslaat ongeveer 6,1% van het midden van het scherm.

  • Spotmeting Spotmeting

    Effectief bij het meten van een specifiek gedeelte van het onderwerp. Dekt ca. 3,1% van het gebied in het midden van het scherm. Het spotmeetgebied wordt op het scherm aangeduid.

  • Centrum gewicht gemiddeld Centrum gew. gemiddeld

    De meting over het scherm wordt gemiddeld, waarbij het midden van het scherm zwaarder weegt.

Opmerking

  • De camera zal de belichting standaard als volgt instellen.

    Bij [Meervlaksmeting] houdt u de ontspanknop half ingedrukt om de belichtingswaarde te vergrendelen (AE-vergrendeling) na scherpstelling van de camera met 1-beeld AF. Met [Deelmeting/Spotmeting/Centrum gewicht gemiddeld] wordt de belichtingswaarde ingesteld op het moment dat de foto wordt genomen (zonder vergrendeling van de belichtingswaarde wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt).

  • Met [Persoonlijke voorkeuze: Mtmth., AE vrgr. na schrpst.] () kunt u instellen of u de belichting al dan niet wilt vergrendelen (AE-vergrendeling) zodra op onderwerpen is scherpgesteld met 1-beeld AF.