Live View-opnamen

  1. Zet de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen op Live View-opnamen.

  2. Geef het Live View-beeld weer.

    • Druk op de knop Start/Stop.
    • Live View-beelden worden bijna net zo helder weergegeven als uw opnamen.
  3. Selecteer een opnamemodus.

    • Druk op de knop MODE en draai aan het instelwiel Hoofdinstelwiel of Snelinstelwiel om de opnamemodus te selecteren.
  4. Stel scherp op het onderwerp.

    • Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera scherp met de huidige AF-methode ().
    • U kunt ook op het scherm tikken om het gezicht of onderwerp te selecteren.
  5. Maak de opname.

    • Druk de ontspanknop helemaal in.
    • Druk op de knop Start/Stop om Live View-opnamen te verlaten.

Waarschuwing

  • Live view-beelden die buiten op een zonnige dag worden bekeken, kunnen er anders uitzien dan de wereklijke helderheid en toon van uw opnamen. Stel voor beeldweergave die niet wordt beïnvloed door omgevingslicht, de helderheid in [Instellen: Displayheldrh.] in op niveau 4.

Opmerking

  • De zichthoek is circa 100% (waarbij het beeldformaat is ingesteld op JPEG/Groot).
  • De camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze niet wordt gebruikt gedurende de tijd die is ingesteld in [Instellen: Uitschakelen] (). Wanneer deze instelling is ingesteld op [Uitschak.], schakelt de camera de Live View-opnamen automatisch na verloop van ongeveer 30 minuten, terwijl de camera zelf ingeschakeld blijft.
  • Met behulp van de HDMI-kabel HTC-100 kunt u Live view-beelden weergeven op een televisie (). Houd er rekening mee dat geen geluid wordt uitgevoerd.
  • U kunt een histogram weergeven wanneer [opnames maken: Bel.simulatie] is ingesteld op [Inschak.] () door herhaaldelijk op de knop INFO te drukken.
  • Wanneer het pictogram [Belichtingssimulatie (inschakelen)] in wit wordt weergegeven, duidt dit erop dat de helderheid van Live-View-beelden vrijwel overeenkomt met de helderheid van uw foto's.
  • Als het pictogram [Belichtingssimulatie (inschakelen)] knippert, betekent dit dat het beeld vanwege te donkere of te heldere lichtomstandigheden met een andere helderheid wordt weergegeven dan het daadwerkelijke opnameresultaat. De daadwerkelijke opnamen wordt echter met de belichtingsinstelling gemaakt. De ruis kan in het Live View-beeld zichtbaarder zijn dan in de daadwerkelijke opname.
  • Belichtingssimulatie is bij bepaalde opname-instellingen niet mogelijk. Het pictogram [Belichtingssimulatie (inschakelen)] en het histogram worden grijs weergegeven. De opname wordt op het scherm weergegeven met de standaardhelderheid. Mogelijk wordt het histogram bij weinig of juist heel fel licht niet goed weergegeven.