Externe flitsmeting

De ingebouwde externe meetsensor van de Speedlite meet in real-time het flitslicht dat van het onderwerp wordt weerkaatst en stopt automatisch het flitsen wanneer de standaardbelichting is bereikt.

„Automatische externe flitsmeting” kan worden gebruikt bij EOS DIGITAL-camera's van 2007 en later. „Handmatige externe flitsmeting” kan bij alle EOS-camera's worden gebruikt.

Ext.A: Automatische externe flitsmeting

U kunt volledig automatische flitsopnamen maken. Het flitsvermogen wordt automatisch aangepast aan de ISO-snelheid en het diafragma die op de camera zijn ingesteld.

  1. Kies MODUS met behulp van de joystick.

  2. Stel de flitsmodus in op Ext.A.

    • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan Selectiewiel en selecteer Ext.A. Druk daarna de joystick recht in.
    • Als u de ontspanknop van de camera half indrukt, wordt het effectieve flitsbereik (1) weergegeven.

Opmerking

  • Wanneer Ext.A is ingesteld, kunt u flitsbelichtingscompensatie () en FEB () gebruiken.

Ext.M: Handmatige externe flitsmeting

U kunt de Speedlite handmatig instellen op de ISO-snelheid en het diafragma die op de camera zijn ingesteld. Het flitsvermogen wordt automatisch aangepast aan de ISO-snelheid en het diafragma dat u instelt.

  1. Kies MODUS met behulp van de joystick.

  2. Stel de flitsmodus in op Ext.M.

    • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan Selectiewiel en selecteer Ext.M. Druk daarna de joystick recht in.
  3. Stel dezelfde ISO-snelheid in als op de camera.

    • Druk de joystick recht in.
    • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan Selectiewiel en selecteer item (1). Druk daarna de joystick recht in.
    • Duw de joystick naar links of rechts of draai aan Selectiewiel om de ISO-snelheid in te stellen en druk op de joystick.
    • De ISO-snelheid kan worden ingesteld binnen een bereik van ISO 25 tot ISO 819200, in stappen van 1/3.
  4. Stel hetzelfde diafragma in als op de camera.

    • Duw de joystick in verticale of horizontale richting of draai aan Selectiewiel en selecteer item (2). Druk daarna de joystick recht in.
    • Duw de joystick naar links of rechts of draai aan Selectiewiel om de diafrangmawaarde in te stellen en druk de joystick dan verticaal.
    • U ziet nu het effectieve flitsbereik dat overeenkomt met de vooraf ingestelde ISO-snelheid en diafragmawaarde.

Opmerking

  • Wanneer Ext.M is ingesteld, kunt u de synchronisatiepunten van de camera aansluiten op de flitser met een in de handel verkrijgbaar synchronisatiekabel en vervolgens opnamen maken terwijl de flitser is gescheiden van de camera.
  • Zelfs als u met een synchronisatiekabel een andere Speedlite op het synchronisatiepunt van de Speedlite aansluit, wordt er niet geflitst.