Opnamen maken met de timer

Er zijn twee typen timeropnamen mogelijk: automatisch getimede opname van één beeld of opname van specifieke aantallen met specifieke intervallen. Voordat u bulbbelichting toepast, bereidt u de camera hierop voor.

Timeropnamen maken

Hiermee wordt ingeschakeld dat automatisch een opname worden gemaakt van één beeld zodra de tijd die u hebt opgegeven verstreken is.

  1. Geef het opnamevenster weer ().

  2. Klik op [Timer].

    • Het venster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] wordt weergegeven.
  3. Voer bij [Delay setting/Instelling vertraging] de tijd in die moet verstrijken voordat de opname wordt gemaakt.

    • Het bereik is 00:00–99:59 met stappen van telkens één seconde.
    • Voer voor bulbbelichting de belichtingstijd in bij [Remote bulb shooting/Bulb-opnamen op afstand maken].
  4. Klik op [Start].

    • De camera maakt de opname zodra de opgegeven tijd verstreken is.

Intervaltimer-opnamen maken op afstand

Andere EOS-camera's dan de EOS 5D Mark IVRP6D Mark II

Automatisch getimede opname wordt ingeschakeld van het aantal beelden en het interval die door u zijn opgegeven.

  1. Geef het opnamevenster weer ().

  2. Klik op [Timer].

    • Het venster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] wordt weergegeven.
  3. Selecteer [Remote interval timer shooting/Intervaltimeropnamen op afstand maken].

  4. Voer de opname-interval en het aantal opnamen in.

    • Het bereik van de intervalwaarden is 00:05–99:59 met stappen van telkens één seconde.
    • Het minimum aantal opnamen is twee. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is afhankelijk van de beschikbare ruimte op uw pc.
    • Voer voor bulbbelichting de belichtingstijd in bij [Remote bulb shooting/Bulb-opnamen op afstand maken].
  5. Klik op [Start].

    • Het aantal opnamen dat u had opgegeven wordt gemaakt met de interval die u had opgegeven.

Let op

  • Enigszins afhankelijk van uw pc bieden korte intervallen de pc niet altijd voldoende tijd om de beelden over te dragen en op te slaan, waardoor niet altijd met de interval kan worden opgenomen die u had opgegeven. Als dit het geval is, probeer dan een langere interval in te stellen en de opnamen opnieuw te maken.

Opmerking

  • De opnamemodus kan niet worden gewijzigd wanneer het dialoogvenster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] wordt weergegeven.

    Stel de opnamemodus in voordat het dialoogvenster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] wordt weergegeven.

EOS 5D Mark IVRP6D Mark II
  1. Geef het opnamevenster weer ().

  2. Klik op [Timer].

  3. Selecteer een modus.

    • Kies een van de volgende twee modi.

      Modus [Camera function/Camerafunctie]:

      Deze modus maakt gebruik van de intervaltimer van de camera. Hiermee kunt u opnamen maken met exacte intervallen. Ook korte intervallen worden ondersteund. Verder kunt u de camera bedienen tijdens intervaltimer-opnamen.

      Modus [Computer control/Computerbesturing]:

      Intervaltimer-opnamen maken met bediening vanaf de computer. Bulb-opnamen worden ook ondersteund.

    • Klik op de knop [Camera function/Camerafunctie] of [Computer control/Computerbesturing].
  4. Configureer de instellingen naar behoefte.

    • Modus [Camera function/Camerafunctie]

      Voer de opname-interval en het aantal opnamen in.

      • Het bereik van de intervalwaarden is 00:00:01–99:59:59 met stappen van telkens één seconde.
      • Het aantal opnamen moet een waarde zijn tussen 01-99. Kan ook worden ingesteld op 00. In dit geval wordt onbeperkt doorgegaan met opnamen maken tot de intervaltimer stopt.
    • Modus [Computer control/Computerbesturing]

      Configureer de instellingen in deze volgorde.

      (1) Selecteer [Remote interval timer shooting/Intervaltimer-opnamen op afstand maken].

      (2) Voer de opname-interval en het aantal opnamen in.

      • Voer een waarde in tussen 00:05 en 99:59, afgerond op een hele seconde.
      • Het minimum aantal opnamen is twee. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is afhankelijk van de beschikbare ruimte op uw pc.
  5. Klik op [Start].

    • De opnamen worden gemaakt op basis van de geconfigureerde instellingen.

Let op

  • Enigszins afhankelijk van uw pc bieden korte intervallen in de modus [Computer control/Computerbesturing] de pc niet altijd voldoende tijd om de beelden over te dragen en op te slaan, waardoor niet altijd met de interval kan worden opgenomen die u had opgegeven. Als dit het geval is, probeer dan een langere interval in te stellen en de opnamen opnieuw te maken.
  • Zie voor voorzorgsmaatregelen over de modus [Camera function/Camerafunctie] de beschrijving van intervaltimer-opnamen in de instructiehandleiding van de aangesloten camera.

Opmerking

  • De opnamemodus kan niet worden gewijzigd wanneer het dialoogvenster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] wordt weergegeven.

    Stel de opnamemodus in voordat het dialoogvenster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] wordt weergegeven.

  • Ga als volgt te werk om de huidige intervaltimer-opname te beëindigen: Klik in de modus [Camera function/Camerafunctie] in het dialoogvenster [Interval timer/Intervaltimer] op [Stop].

    Klik in de modus [Computer control/Computerbesturing] in het dialoogvenster [Timer shooting settings/Instellingen timeropnamen] op [Cancel/Annuleren].