Beeldbewerkingsvenster

1. Selecteer beelden.

2. Klik op [Edit Image/Beeld bewerken].

   
   
   1. Selecteer het beeld dat u wilt bewerken. Dit wordt midden in het venster vergroot weergegeven.
   2. De vergroting van de weergave wijzigen
   3. Tool-, navigatie- en histogrampaletten
   • Zie Informatie over het beeldkader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster voor informatie over pictogrammen die worden weergegeven rond miniaturen.

   • Ga als volgt te werk om uw laatste toolpaletbewerking ongedaan te maken:

     Windows

     Selecteer [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/Bewerken] of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+Z.

     macOS

     Selecteer[Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/Bewerken] of gebruik de toetsencombinatie +Z.

3. Klik op het gebied dat u wilt vergroten (4).

   
   • Het gebied waarop u klikt wordt midden in het venster vergroot naar 100% en op ware pixelgrootte weergegeven.
   • Als u de weergavepositie wilt verplaatsen, kunt u het beeld naar een nieuwe positie slepen of de positie van het vergrote gebied in het navigatiepalet verslepen().
   • Klik nogmaals om het beeld in zijn geheel te bekijken ([Fit to window/aanpassen aan venster]).
   • Klik op [] om terug te keren naar het hoofdvenster.