Voorzorgsmaatregelen voor het afdrukken

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om storingen of defecten te voorkomen.

  • Wanneer u papier plaatst, zorg er dan voor dat de afdrukzijde (zonder Canon-logo's) omlaag is gericht en raak het niet aan.
  • Gebruik geen papier waarvan de achterkant loslaat of waarvan delen zijn afgebladerd.
  • Gebruik geen papier waarop al is afgedrukt of geschreven.
  • Tijdens het afdrukken komt het papier meerdere malen uit de printer omhoog, maar trek er pas aan wanneer er een melding op uw smartphone verschijnt dat u het papier moet verwijderen.
  • Onderbreek de communicatie niet totdat het afdrukken is voltooid. Als de communicatie wordt onderbroken, kan de afdruk onvolledig zijn.
  • Open de inktcassette of het papiercompartiment niet terwijl de printer afdrukt.
  • De printer kan slechte resultaten produceren als de omgevingstemperatuur te hoog of te laag is. Als dat het geval is, probeer dan opnieuw af te drukken op een locatie waar de temperatuur tussen 15 en 35 °C ligt.

Opmerking

  • De printer schakelt automatisch uit als deze gedurende ongeveer 10 minuten niet wordt gebruikt. Om het afdrukken te hervatten, drukt u op de aan-uitknop.