Meer afdrukopties

[More print options/Meer afdrukopties] op het scherm Start heeft opties voor het afdrukken van de index, opnieuw afdrukken en andere functies voor beelden op geheugenkaarten of USB-flashstations.

  • Plaats een geladen papiercassette en een inktcassette in de SELPHY (, ).
  • Kies [More print options/Meer afdrukopties] en druk op OK.

Druk twee sets geselecteerde beelden op één blad van L-formaat of op papier van briefkaartformaat af ().

  • Op papier van briefkaartformaat worden rijen van vier beelden gerangschikt in een gebied van 50 mm (1) bij 148 mm (2).
  • Op papier van L-formaat worden rijen van drie beelden gerangschikt in een gebied van ongeveer 44,5 mm (1) bij 119 mm (4).
  1. Kies [Bookmark/Bladwijzer] en druk op OK.

  2. Pas de instellingen indien nodig aan en druk op OK.

  3. Kies beelden.

    • Kies twee beelden, elk met een aantal afdrukken van [1]. Kies voor papier van L-formaat maximaal drie beelden en voor papier van briefkaartformaat maximaal vier beelden.
    • Druk op OK om het scherm [Preview/Voorbeeld] te openen.
  4. Druk af.

    • Druk op OK om het afdrukken te starten.

U kunt twee beelden samen afdrukken, elk op ongeveer kaartformaat op één veld van L-formaat of briefkaartformaat ().

Knip langs de markeringen in de hoeken om het kaartformaat bij te snijden.

  1. Kies [2-up fixed size print/Afdrukken 2-plus vaste afmeting] en druk op OK.

  2. Pas de instellingen indien nodig aan en druk op OK.

  3. Kies beelden.

    • Kies twee beelden, elk met een aantal van [1].
    • Druk op OK om het scherm [Preview/Voorbeeld] te openen.
  4. Druk af.

    • Druk op OK om het afdrukken te starten.

Geselecteerde beelden worden naast elkaar in rijen afgedrukt. Het aantal beelden per vel is afhankelijk van het papierformaat.

  1. Kies [Index print/Index afdrukken] en druk op OK.

  2. Kies beelden.

    • Door op Knop Omhoog te drukken, verschijnt er een markering in het veld voor het aantal.
    • Druk op OK om het scherm [Preview/Voorbeeld] te openen.
  3. Druk af.

    • Druk op OK om het afdrukken te starten.

Als u een geheugenkaart plaatst met afdrukgegevens die op een camera zijn ingesteld, wordt [DPOF images remain Print images?/DPOF beelden resterend. Print beelden?]. weergegeven. Om de afdrukgegevens die op de camera zijn ingesteld, te controleren, drukt u op OK.

  1. Druk af.

    • Als u de weergegeven instellingen wilt wijzigen, drukt u op Menuknop en wijzigt u de instellingen op het scherm [Print settings/Afdrukinstellingen] ().
    • Druk op OK om alle aangewezen beelden in één keer af te drukken.

Opmerking

  • Zolang er een geheugenkaart met afdrukgegevens die op de camera zijn ingesteld, in de kaartsleuf zit, kunt u dit scherm ook weergeven door [DPOF Print] te kiezen en op OK te drukken.

De printer houdt een overzicht bij van de beelden die zijn afgedrukt vanaf [Select & Print/Selecteren en afdrukken] en [ID Photo/Pasfoto] in het scherm Start en vanaf [Bookmark/Bladwijzer], [2-up fixed size print/Afdrukken 2-plus vaste afmeting] en [Index print/Index afdrukken] in [More print options/Meer afdrukopties]. Beelden kunnen opnieuw worden afgedrukt door deze in de bijgehouden informatie te selecteren.

  1. Kies [Reprint] en druk op OK.

  2. Kies een beeld dat al is afgedrukt.

    • Kies een beeld dat al is afgedrukt, om het opnieuw af te drukken.
    • Druk op OK om het scherm [Preview/Voorbeeld] te openen.
  3. Druk af.

    • Druk op OK om het afdrukken te starten.
    • Als u Knop OmhoogKnop Omlaag kiest, kunt u het aantal afdrukken instellen.

Opmerking

  • De afdrukhistorie wordt gewist wanneer u de printer uitschakelt of wanneer u geheugenkaarten of USB-flashstations verwijdert.
  • De afdrukhistorie van de SELPHY bevat maximaal 10 items.
  • Er wordt een record gemaakt voor de gegevens van elk vel dat is afgedrukt.