Camera Connect-streaming

Selecteer deze optie als u gaat streamen met Camera Connect op een gekoppelde smartphone.

Controleer van tevoren op de streamingsite de streamingvereisten en de gebruiksvoorwaarden.

Koppelen met een smartphone via Bluetooth

  1. Ga naar video opnemen ().

  2. Selecteer [Communicatiefuncties: SmartphoneCamera Connect-streaming] ().

  3. Selecteer [OK].

    Voorbeeldscherm
    • Dit scherm wordt niet weergegeven als de Wi-Fi-instelling al op [Inschak.] staat.
  4. Selecteer [OK].

    Voorbeeldscherm
  5. Druk op Snel instellen/Instellen.

  6. Selecteer [OK].

    • Dit scherm wordt niet weergegeven als de Bluetooth-instelling al op [Inschak.] staat.
  7. Selecteer [Voeg apparaat voor verbinding toe].

    • Als de camera al aan een ander apparaat is gekoppeld, wordt een bericht weergegeven. Selecteer [OK] om de huidige Bluetooth-verbinding te beëindigen.
  8. Druk op Snel instellen/Instellen.

  9. Begin met koppelen.

    • Druk op Snel instellen/Instellen om de koppeling te starten.
    • Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, gebruikt u de smartphone om de QR-code op het scherm te scannen, gaat u naar Google Play of App Store om Camera Connect te installeren, en drukt u op Snel instellen/Instellen om te beginnen met koppelen.
  10. Start Camera Connect.

    • Volg de instructies in de app om de camera voor koppeling te selecteren.
  11. Zet een Bluetooth-verbinding op.

    • Druk op Snel instellen/Instellen.
  12. Voltooi het verbindingsproces.

    • Druk op Snel instellen/Instellen.
    • Als er een bericht op de smartphone verschijnt, gebruikt u de smartphone zoals aangegeven.
    • De naam van het verbonden apparaat wordt weergegeven.
    • Druk op de knop MENU.

Streaming instellen

  1. Selecteer [Communicatiefuncties: SmartphoneCamera Connect-streaming] ().

  2. Selecteer [OK].

  3. Stel de communicatiefuncties in.

  4. Geef de streaminginstellingen op in Camera Connect.

    • Selecteer het streamingplatform dat u gebruikt en configureer de instellingen dienovereenkomstig.
    • U kunt een URL op het scherm weergeven om een streamingsite te selecteren.
    • Stel de streamingkwaliteit in op basis van uw communicatieomgeving.
  5. Begin met streamen.

    • [STBY] wordt weergegeven op het stand-byscherm voor opname.
    • Gebruik Camera Connect om het streamen te starten en te stoppen. U kunt het streamen ook starten of stoppen door te drukken op de video-opnameknop op de camera.

Waarschuwing

  • Overweeg het gebruik van voeding via USB of een accessoire voor aansluiting op een gewoon stopcontact (afzonderlijk verkrijgbaar) als u de camera langere tijd achter elkaar gebruikt.
  • Video en audio kunnen tijdens het streamen lawaaiig zijn, afhankelijk van de communicatieomgeving. Test het streamen van tevoren en controleer de kwaliteit van video en audio.
  • Als video en audio lawaaiig zijn of stukken overslaan, kunt u het volgende proberen. Deze stappen kunnen de kwaliteit verbeteren.

    • Breng de camera en het access point (draadloze router, tethering smartphone, enz.) dichter bij elkaar, wijzig hun relatieve positie en zorg dat de tussenruimte vrij is van personen en objecten.
    • Als u binnenshuis bent, zet u het access point en de camera in dezelfde kamer.
    • Zet ze niet in de buurt van apparaten die gebruikmaken van de 2,4 GHz-band, zoals magnetronovens of draadloze telefoons.
  • Als geluid van de externe microfoon afleidend is, probeer de microfoon dan te plaatsen aan de zijde van de camera met de IN-aansluiting van de externe microfoon, zo ver mogelijk van de camera verwijderd.
  • Als u in Camera Connect 3,5 Mbps selecteert als streamingkwaliteit, geeft dat mogelijk een stabielere streaming dan met 6 Mbps, maar de beeldkwaliteit is lager.
  • De camera wordt warmer tijdens het streamen. Gebruik een standaard of statief of neem andere maatregelen om te voorkomen dat u opnamen uit de hand moet maken.
  • Canon is op geen enkele manier verantwoordelijk voor de services van derden.
  • Tijdens streamen worden er geen beelden op de kaart opgeslagen.
  • Test de streaming van tevoren om te controleren of het beeld rechtop staat en de juiste oriëntatie heeft, en pas de oriëntatie zo nodig aan.
  • Zorg dat u Voorzorgsmaatregelen voor de draadloze communicatiefunctie hebt gelezen.

Apparaten voor verbindingen bewerken/verwijderen

  1. Selecteer [Communicatiefuncties: Verb. met smartphone (tablet)] ().

  2. Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen].

  3. Selecteer het apparaat dat u wilt verbinden.

  4. Selecteer een optie.

Bijnamen van apparaten wijzigen

U kunt de bijnaam veranderen van apparaten waarmee de camera verbinding maakt.

Verbindingsinformatie verwijderen

U kunt de verbindingsinformatie verwijderen.

Opnieuw verbinden met gebruik van verbindingsinformatie

De geconfigureerde verbindingsinformatie kan worden gebruikt om opnieuw verbinding te maken.

  1. Selecteer [Communicatiefuncties: Camera Connect-streaming] ().

  2. Selecteer [OK].

  3. Geef de streaminginstellingen op in Camera Connect.