Sluitermodus

U kunt de methode voor ontspanning van de ontspanknop kiezen.

  1. Selecteer [Opnamen maken: Sluitermodus] ().

  2. Selecteer een optie.

    • Mechanisch

      Bij het fotograferen wordt de mechanische sluiter geactiveerd. Aanbevolen bij het maken van opnamen met het diafragma van een heldere lens die wijd open is.

    • Elektr. 1e grd.

      Onscherpte door cameratrilling kan onder sommige opnameomstandigheden meer worden verminderd dan met de mechanische sluiter.

      Flitssynchronisatiesnelheid kan hoger worden ingesteld dan met de mechanische sluiter.

    • Elektronisch

      Maakt zachter geluid en minder vibratie mogelijk van sluiterbediening vergeleken met een mechanische sluiter of elektronisch eerste gordijn.

      Aanbevolen bij het maken van opnamen met het diafragma van een heldere lens die wijd open is.

      Minimale sluitertijd kan korter worden ingesteld dan met een mechanische sluiter of elektronisch eerste gordijn.

      • Op het scherm knippert een wit kader wanneer u de ontspanknop volledig indrukt.
      • Sluiterbedieningen gaan gepaard met pieptonen. U kunt pieptonen uitschakelen in [Instellen: Pieptoon].

Waarschuwing

  • Met de camera ingesteld op [Elektr. 1e grd.] kunnen onder bepaalde opnameomstandigheden onscherpe beeldgebieden onvolledig zijn wanneer u opneemt dicht bij maximaal diafragma met een korte sluitertijd. Als de weergave van onscherpe beeldgebieden u niet bevalt, kunt u betere resultaten krijgen door als volgt op te nemen:

    • Fotograferen met een andere optie dan [Elektr. 1e grd.].
    • De sluitertijd verlengen
    • De diafragmawaarde vergroten
  • Als u [Opnamen maken: Stille-sluiterfunctie] instelt op [Aan], wordt de sluitermodus ingesteld op [Elektronisch ].
  • Inzoomen tijdens het continue opname kan veranderingen in de belichting veroorzaken, zelfs bij hetzelfde f/-nummer. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie ().
  • Overweeg afhankelijk van de gebruikte lens om opnamen te maken met [Elektr. 1e grd.] of [Elektronisch ] om effectieve beeldstabilisatie te garanderen. Raadpleeg de lensinstructiehandleiding voor meer informatie.
  • Aandachtspunten bij instelling op [Elektronisch ]

  • De continue opnamesnelheid kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
  • Beelden zijn mogelijk niet voldoende belicht als de diafragmawaarde verandert in de modus [P] (AE-programma), [Tv] (AE met sluitertijdvoorkeuze) of [Fv] (AE met flexibele prioriteit).
  • Met sommige lenzen en in bepaalde opnameomstandigheden kunnen het scherpstellen van de lens en het aanpassen van het diafragma hoorbaar zijn.
  • Er kunnen lichtstrepen worden weergegeven en vastgelegde beelden kunnen lichte en donkere strepen bevatten als u opnamen maakt met een elektronische sluiter tijdens het flitsen door andere camera's of onder tl-verlichting of andere flikkerende lichtbronnen.
  • Er kunnen strepen in de zoeker of op het scherm verschijnen als u onder flikkerende lichtbronnen opneemt.