Instellingen van de koelventilator
Wanneer een optionele koelventilator wordt gebruikt, kunnen de instellingen van de koelventilator vanaf de camera worden geconfigureerd. Bevestig de koelventilator voordat u de instellingen configureert ().
Ventilator
-
Selecteer [Ventilator].

-
Selecteer een optie.

-
Uit
Hierdoor blijft de ventilator uit.
-
Aan (altijd ingest. snelheid)
De ventilator blijft staan op de snelheid die is ingesteld in [Ventilatorsnelheid].
-
Aan (hoge snelh. in standby)
De ventilator blijft op hoge snelheid, zowel in stand-by als wanneer de camera geen video's of geluid opneemt. Tijdens geluidsopnamen blijft de ventilator staan op de snelheid die is ingesteld in [Ventilatorsnelheid].
-
Waarschuwing
- Terwijl de koelventilator aan is, wordt warme lucht uit de uitlaatventilatie geblazen.
-
Onder deze omstandigheden blijft de ventilator staan op de hoge snelheid, ook wanneer deze is ingesteld op [Aan (hoge snelh. in standby)].
- Als u video's met hoge framerate maakt
- Time-lapse-video's opnemen
- Alleen opnemen op externe apparaten die zijn verbonden via HDMI
Draaisnelheid van de ventilator
-
Selecteer [Ventilatorsnelheid].

-
Stel het ventilatorniveau in.

Opmerking
- Als u [Ventilator] instelt op [Aan (altijd ingest. snelheid)] met [Ventilatorsnelheid] ingesteld op [Stop], verandert de [Ventilatorsnelheid] automatisch in [Laag].