Instellingen GPS-systeem

U kunt beelden van geotags voorzien met GPS-ontvanger GP-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) of een smartphone.

GPS-ontvanger GP-E2

  1. Bevestig GP-E2 op de camera.

    • Bevestig de GP-E2* op de flitsschoen van de camera en schakel hem in. Raadpleeg de GP-E2-instructiehandleiding voor meer informatie.

      Vereist een Multifunctieschoenadapter AD-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar).

  2. Selecteer [Communicatiefuncties: Instellingen GPS-systeem] ().

  3. Selecteer [GPS-systeem sel.].

  4. Selecteer [GPS-ontvanger].

  5. Configureer GPS-systeeminstellingen.

    • Raadpleeg de instructiehandleiding voor de GP-E2 instructiehandleiding voor meer informatie over [Stel in].
  6. Maak de opname.

Waarschuwing

  • Waarschuwingen bij gebruik van GP-E2

  • Controleer voor gebruik in welke landen en regio's het gebruik van GPS is toegestaan en neem de lokale wetgeving in acht.
  • Werk de GP-E2-firmware bij naar versie 2.0.0 of hoger.

    Voor het bijwerken van firmware is een interfacekabel nodig. Ga naar de Canon-website voor bijwerkinstructies.

  • GP-E2 kan niet met een kabel op de camera worden aangesloten.
  • De camera neemt de opnamerichting niet op.

Smartphone

Voltooi deze instellingen na de installatie van de Camera Connect-smartphone-app ().

  1. Activeer locatiediensten op de smartphone.

  2. Zet een Bluetooth-verbinding op.

    • Start Camera Connect en koppel de camera en de smartphone via Bluetooth.
  3. Selecteer [Communicatiefuncties: Instellingen GPS-systeem] ().

  4. Selecteer [GPS-systeem sel.].

  5. Selecteer [Smartphone].

  6. Maak de opname.

    • Beelden worden van geotags voorzien met de informatie van de smartphone.

Weergave GPS-verbinding

U kunt de status van de verkregen locatie-informatie op de smartphone bekijken op het GPS-verbindingspictogram op de schermen voor foto's maken of video-opnamen (respectievelijk en ).

  • Grijs: locatiediensten zijn uitgeschakeld
  • Knipperend: locatie-informatie kan niet worden opgehaald
  • Aan: locatie-informatie opgehaald

Zie de instructiehandleiding voor GP-E2 voor details over hoe de GPS-verbindingsstatus wordt weergegeven bij gebruik van de GP-E2.

Beelden voorzien van geotags tijdens het maken van opnamen

Terwijl het scherm laat zien dat [GPS] is ingeschakeld, krijgen de beelden die u opneemt, een geotag.

Geotaginformatie

U kunt geotaginformatie controleren door een opname weer te geven, door op de knop INFO te drukken om afspeelschermen met gedetailleerde informatie te openen en vervolgens op Multicontroller verticaal te drukken.

  • (1) Breedtegraad
  • (2) Lengtegraad
  • (3) Hoogte
  • (4) UTC-tijd (Coordinated Universal Time)

Waarschuwing

  • De smartphone kan locatie-informatie alleen ophalen als hij met de camera is verbonden via Bluetooth.
  • Route-informatie wordt niet opgehaald.
  • De opgehaalde locatie-informatie is mogelijk niet nauwkeurig afhankelijk van de reisomstandigheden en de status van de smartphone.
  • Het kan even duren voordat locatie-informatie is opgehaald van de smartphone nadat de camera is ingeschakeld.
  • Locatie-informatie wordt niet langer opgehaald na een van de volgende handelingen.
    • Een draadloze afstandsbediening koppelen via Bluetooth.
    • De camera uitschakelen
    • Camera Connect verlaten
    • Locatiediensten op de smartphone uitschakelen
  • Locatie-informatie wordt niet langer opgehaald in een van de volgende omstandigheden.
    • De camera wordt uitgeschakeld
    • De Bluetooth-verbinding wordt verbroken
    • De accu van de smartphone is bijna leeg

Opmerking

  • Video's worden getagd met de geotaginformatie die is verkregen wanneer u de opname start.
  • UTC-tijd, is hetzelfde als Greenwich Mean Time.