De camera inschakelen

  • Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen. Druk opnieuw om de camera uit te zetten.

Opmerking

  • Als u de camera uitschakelt op het moment dat een beeld op de kaart wordt opgeslagen, wordt [Opslaan...] weergegeven en wordt de camera pas uitgeschakeld nadat het opslaan is voltooid.

De weergavetaal instellen

Stel de Taal in als het instelscherm [Taal] verschijnt nadat u de camera hebt ingeschakeld.

De datum, tijd en tijdzone instellen

Stel de Datum/tijd/zone in als het instelscherm [Datum/tijd/zone] verschijnt.

Wachtwoord instellen

Stel een wachtwoord op de camera in om onbevoegde toegang tot informatie op de camera te verhinderen.

Waarschuwing

  • Door het instellen van een wachtwoord worden beelden of andere gegevens op kaarten niet beveiligd.

  • Canon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal in verband met de camera of kaarten.

  • Als u [Niet meer vragen] selecteert, pas dan op dat u geen toegang aan externe partijen geeft tot gegevens of informatie op de camera, zoals in de instellingen.

  1. Stel het wachtwoord in.

    • Geef een zescijferig getal op en selecteer [OK].
  2. Selecteer [OK].

  3. Geef het wachtwoord opnieuw op.

    • Selecteer [OK] om het wachtwoord in te stellen.

    Het scherm [Wachtwoord] wordt weergegeven wanneer de aan-/uitschakelaar op Inschakelen staat of wanneer de camera weer in werking treedt na automatisch uitschakelen. Geef het wachtwoord op dat u hebt ingesteld.

    • [Niet meer vragen]: Selecteer dit als u het scherm niet meer wilt weergeven.
    • [Reset]: Selecteer dit om de camera terug te zetten naar de standaardinstellingen en het wachtwoord te verwijderen.

Waarschuwing

  • Als het wachtwoordscherm wordt weergegeven, zijn deze verbindingen pas beschikbaar zodra u het wachtwoord hebt ingevoerd.

    • USB-verbinding
    • Wi-Fi-verbinding
    • Bluetooth-verbinding
  • Selecteer [Niet meer vragen] op het wachtwoordscherm in de volgende situaties.

    • Als u een Bluetooth-verbinding gebruikt met de aan-/uitschakelaar op Uitschakelen of tijdens automatisch uitschakelen
    • Wanneer automatisch beelden naar image.canon worden geüpload

Opmerking

  • Voor meer informatie over bewerkingen zoals het wijzigen van het wachtwoord raadpleegt u Wachtwoordbeheer.

De camera verbinden met een smartphone

Er worden instructies weergegeven voor verbinding maken met een smartphone als u [OK] selecteert wanneer het instelscherm verschijnt ().

Indicator accuniveau

De indicator voor accuniveau verschijnt wanneer de camera wordt aangezet.

Accuniveau 3 Het accuniveau is voldoende.
Accuniveau 2 Het accuniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt.
Accuniveau 1 De accu is bijna leeg (knippert).
Accuniveau 0 Laad de accu op.

Opmerking

  • De accu raakt sneller leeg wanneer u een van de volgende handelingen verricht:
    • Wanneer de ontspanknop voor langere tijd half wordt ingedrukt.
    • Wanneer de AF vaak wordt geactiveerd zonder dat er een opname wordt gemaakt.
    • Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) gebruiken.
    • Wanneer u de Wi-Fi-functie of de Bluetooth®-functie gebruikt.
    • Wanneer het scherm regelmatig wordt gebruikt.
    • Met de multifunctieschoen compatibele accessoires gebruiken.
  • Afhankelijk van de actuele opnameomstandigheden kan het aantal beschikbare opnamen afnemen.
  • Zie [Instellen: Accu-info] om de status van de accu te controleren ().
  • Bij lage omgevingstemperaturen is het wellicht niet mogelijk om opnamen te maken, zelfs wanneer het accuniveau hoog genoeg is.
  • De indicator accuniveau is grijs als de camera van stroom wordt voorzien.