Beeldstijlen registreren
U kunt een basis beeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3]. Dat is handig wanneer u meerdere beeldstijlen maakt met verschillende instellingen.
Beeldstijlen die u in de camera hebt vastgelegd via EOS Utility (EOS-software, ) kunnen hier ook worden aangepast.
-
Selecteer [
: Beeldstijl].
-
Selecteer een door de gebruiker gedefinieerd stijlnummer.
- Selecteer een nummer in [Gebruiker 1] tot en met [Gebruiker 3] en druk op de knop
.
- Selecteer een nummer in [Gebruiker 1] tot en met [Gebruiker 3] en druk op de knop
-
Druk op de knop
.
- Zorg dat [Beeldstijl] geselecteerd is en druk op de knop
.
- Zorg dat [Beeldstijl] geselecteerd is en druk op de knop
-
Selecteer een basis beeldstijl.
- Selecteer de basis beeldstijl.
- Selecteer op deze manier ook stijlen bij het aanpassen van stijlen die op de camera zijn vastgelegd met EOS Utility (EOS-software).
-
Selecteer een optie.
-
Stel het effectniveau in.
- Zie Aanpassen van beeldstijlen voor meer informatie.
-
Druk op de knop
om de aangepaste instelling op te slaan en terug te keren naar het selectiescherm voor Beeldstijl.
De basis beeldstijl wordt rechts van [Gebruiker *] weergegeven.
Blauwe stijlnamen geven aan dat u de standaardwaarden van instellingen hebt gewijzigd.
Waarschuwing
- Als een beeldstijl al is vastgelegd onder [Gebruiker *], worden de parameterinstellingen van de eerder vastgelegde, door de gebruiker gedefinieerde beeldstijl, gewist wanneer u de basis beeldstijl wijzigt.
- [Gebruiker *]-instellingen worden gereset wanneer [Basis instell.] in [
: Camera resetten] () wordt uitgevoerd.