Beeldstijlen registreren

U kunt een basis beeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3]. Dat is handig wanneer u meerdere beeldstijlen maakt met verschillende instellingen.

Beeldstijlen die u in de camera hebt vastgelegd via EOS Utility (EOS-software, ) kunnen hier ook worden aangepast.

  1. Selecteer [Opnamen maken: Beeldstijl].

  2. Selecteer een door de gebruiker gedefinieerd stijlnummer.

    • Selecteer een nummer in [Gebruiker 1] tot en met [Gebruiker 3] en druk op de knop INFO.
  3. Druk op de knop Snel instellen-/instelknop.

    • Zorg dat [Beeldstijl] geselecteerd is en druk op de knop Snel instellen-/instelknop.
  4. Selecteer een basis beeldstijl.

    • Selecteer de basis beeldstijl.
    • Selecteer op deze manier ook stijlen bij het aanpassen van stijlen die op de camera zijn vastgelegd met EOS Utility (EOS-software).
  5. Selecteer een optie.

  6. Stel het effectniveau in.

    • Druk op de knop MENU om de aangepaste instelling op te slaan en terug te keren naar het selectiescherm voor Beeldstijl.

      De basis beeldstijl wordt rechts van [Gebruiker *] weergegeven.

      Blauwe stijlnamen geven aan dat u de standaardwaarden van instellingen hebt gewijzigd.

Waarschuwing

  • Als een beeldstijl al is vastgelegd onder [Gebruiker *], worden de parameterinstellingen van de eerder vastgelegde, door de gebruiker gedefinieerde beeldstijl, gewist wanneer u de basis beeldstijl wijzigt.
  • [Gebruiker *]-instellingen worden gereset wanneer [Basis instell.] in [Instellen: Camera resetten] () wordt uitgevoerd.

Opmerking

  • Om opnamen te maken met een vastgelegde beeldstijl selecteert u de geregistreerde [Gebruiker *] en maakt u de opname.
  • Raadpleeg de instructiehandleiding van EOS Utility voor de procedure voor het registreren van een beeldstijlbestand op de camera ().