Belichtingscompensatie

Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (verminderde belichting) te maken.

Belichtingscompensatie is beschikbaar in de modi P, Tv, Av en M. Zie Belichtingscompensatie met ISO auto voor details over belichtingscompensatie als de modus M en ISO Auto beide zijn ingesteld.

  1. Selecteer de indicator voor het belichtingsniveau.

    • Druk op de toets Toets omhoog om de indicator weer te geven.
  2. Stel de waarde voor de compensatie in.

    Verminderde belichting, voor donkerdere beelden

    Langere belichting, voor lichtere beelden

    • Stel deze in door naar het scherm te kijken terwijl u aan het wiel Wiel draait.
    • Een pictogram [Belichtingscompensatie] wordt weergegeven om de belichtingscompensatie aan te geven.
  3. Maak de opname.

    • Als u de belichtingscompensatie wilt annuleren, zet u de indicator voor het belichtingsniveau [] in op [], de standaardbelichtingsindex.

Waarschuwing

  • Als [Opnamen maken: Auto Lighting Optimizer/Opnamen maken: Auto optimalisatie helderheid] () is ingesteld op een andere instelling dan [Uitschak.], kan het beeld er nog licht uitzien, zelfs als een verkleinde belichtingscompensatie is ingesteld voor donkerdere beelden.

Opmerking

  • De belichtingsbelichtingscompensatiewaarde blijft van toepassing, ook nadat u de camera hebt uitgezet.
  • Kan ook worden ingesteld op het scherm met opnamefuncties in [Opnamen maken: Bel.correctie/AEB-instelling] ().