P: AE-programma

De camera stelt automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen.

P staat voor programma.

AE staat voor Auto Exposure, oftewel automatische belichting.

  1. Stel het programmakeuzewiel in op P.

  2. Stel scherp op het onderwerp.

    • Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in.
  3. Controleer het scherm.

    • Standaardbelichting is mogelijk tenzij de sluitertijd en de diafragmawaarde knipperen.
  4. Maak de opname.

    • Bepaal de compositie en druk de ontspanknop helemaal in.

Waarschuwing

  • Wanneer de sluitertijd 30" en de kleinste diafragmawaarde knipperen, wijst dat op onderbelichting.

    Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser.

  • Wanneer de sluitertijd 1/4000 en de hoogste diafragmawaarde knipperen, wijst dat op overbelichting.

    Verlaag de ISO-snelheid of gebruik een ND-filter (afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die op de lens valt te verminderen.

Opmerking

  • Verschillen tussen de modi P en Scene Intelligent Auto

  • In de modus Scene Intelligent Auto worden veel functies, zoals de AF-methode en de meetmethode, automatisch ingesteld om mislukte opnamen te voorkomen. U kunt slechts een beperkt aantal functies instellen. De modus P daarentegen stelt alleen de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in en u kunt de AF-methode, de meetmethode en andere functies naar wens instellen.
  • Programmakeuze

  • Met AE-programma kunt u naar wens de door de camera ingestelde combinatie (het programma) van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen en toch dezelfde belichting handhaven. Dit heet programmakeuze.
  • Met programmakeuze drukt u de ontspanknop half in en draait u vervolgens aan het wiel Wiel tot de gewenste sluitertijd of diafragmawaarde wordt weergegeven.
  • Programmakeuze wordt automatisch geannuleerd als de meettimer afloopt (de weergave van de belichtingsinstelling wordt uitgeschakeld).
  • Programmakeuze kan niet worden gebruikt met de flitser.