Voorzorgsmaatregelen voor draadloze communicatie
- Afstand tussen camera en smartphone
- Installatielocatie van de antenne voor het access point
- Elektronische apparaten in de buurt van het access point
- Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van meerdere camera's
Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen.
Afstand tussen camera en smartphone
Als de camera te ver uit de buurt is van de smartphone, wordt mogelijk geen Wi-Fi-verbinding ingesteld, zelfs als een Bluetooth-verbinding mogelijk is. Breng in dat geval de camera en de smartphone dichter bij elkaar en zet een Wi-Fi-verbinding op.
Installatielocatie van de antenne voor het access point
- Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar u de camera gebruikt.
- Plaats het apparaat op een plek waar geen mensen of voorwerpen tussen het apparaat en de camera kunnen komen.
Elektronische apparaten in de buurt van het access point
Als de Wi-Fi-transmissiesnelheid afneemt door een van de volgende elektronische apparaten, schakel deze dan uit of vergroot de afstand tot de apparaten om de communicatie te verzenden.
- De camera communiceert over Wi-Fi via IEEE 802.11b/g/n met radiogolven op de 2,4 GHz-band. Hierdoor zal de Wi-Fi-transmissiesnelheid afnemen als er Bluetooth-apparaten, magnetronovens, draadloze telefoons, microfoons, smartphones, andere camera's of soortgelijke apparaten in de buurt gebruikmaken van dezelfde frequentieband.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van meerdere camera's
- Zorg ervoor dat de IP-adressen van de camera's verschillend zijn wanneer u via Wi-Fi met meerdere camera's verbinding maakt met één access point.
- Wanneer meerdere camera's verbonden zijn met één access point via Wi-Fi, neemt de transmissiesnelheid af.
- Wanneer er meerdere access points met IEEE 802.11b/g/n (2,4 GHz-band) zijn, laat dan een ruimte van vijf kanalen tussen elk Wi-Fi-kanaal om verstoring van de radiogolven te beperken. Gebruik bijvoorbeeld kanaal 1, 6 en 11, kanaal 2 en 7 of kanaal 3 en 8.