Hoofdtelefoon

Volume

  1. Selecteer [Instellen: Hoofdtelefoon].

  2. Selecteer [Volume].

  3. Pas het volume aan.

    • Draai het instelwiel Snelinstelwiel 1 om het volume aan te passen en druk vervolgens op de knop SET.

Opmerking

  • U kunt het geluid van de ingebouwde microfoon of een externe microfoon op een hoofdtelefoon controleren als [Opnamen maken: Geluidsopname] is ingesteld op een andere optie dan [Uitschak.] en [Hoge framerate] is ingesteld op [Uitschak.].

Audiomonitoring

U kunt kiezen welke audio tijdens video-opname voor hoofdtelefoonuitvoer wordt gebruikt. Om audioruis in audio-opname te verminderen configureert u [Audioruisonderdruk.] ().

  1. Selecteer [Audiomonitoring].

  2. Selecteer een optie.

    • Realtime audio (zonder NR)

      Audio-uitvoer zonder ruisreductie.

    • Opgen. Audio (NR toegepast)

      Audio-uitvoer met ruisreductie.

Waarschuwing

  • Als u [Opgen. Audio (NR toegepast)] selecteert, zorgt dit ervoor dat de audio-uitvoer qua synchronisatie enigszins afwijkt van de video. Audio in opgenomen video's heeft geen vertraging.