Basisbediening

De camera vasthouden

  • Het scherm tijdens het opnemen bekijken

    Terwijl u een opname maakt, kunt u het scherm kantelen om het in te stellen. Zie Het scherm gebruiken voor meer informatie.

    • (1) Normale hoek
    • (2) Lage hoek
    • (3) Hoge hoek
  • Opnemen door de zoeker

    Voor scherpe beelden houdt u de camera stil om cameratrilling te minimaliseren.

    • (1) Horizontale opname
    • (2) Verticale opname
    1. Houd de camera met uw rechterhand stevig vast aan de cameragreep.
    2. Ondersteun de lens van onderaf met uw linkerhand.
    3. Plaats de wijsvinger van uw rechterhand lichtjes op de ontspanknop.
    4. Duw uw armen en ellebogen licht tegen de voorkant van uw lichaam.
    5. Voor een stabiele houding plaatst u de ene voet een klein stukje voor de andere.
    6. Houd de camera tegen uw gezicht en kijk door de zoeker.

Ontspanknop

De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken.

Half indrukken

Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en de diafragmawaarde instelt.

De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragmawaarde) wordt gedurende circa 8 seconden op het scherm of de zoeker weergegeven (meettimer/Timer 8 sec.).

Helemaal indrukken

De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt.

  • Cameratrilling voorkomen

    Het bewegen van de camera tijdens het belichtingsmoment kan leiden tot cameratrilling. Onscherpe opnamen kunnen hiervan het resultaat zijn. Let op het volgende om cameratrilling te voorkomen:

    • Houd de camera stil, zoals weergegeven in De camera vasthouden.
    • Druk de ontspanknop half in om automatisch scherp te stellen en druk de ontspanknop vervolgens langzaam volledig in.

Opmerking

  • De camera zal nog steeds pauzeren voordat u een opname maakt als u de ontspanknop volledig indrukt zonder deze eerst tot de helft in te drukken, of als u de ontspanknop tot de helft indrukt en onmiddellijk volledig indrukt.
  • Zelfs bij menuweergave of het afspelen van beelden kunt u direct teruggaan naar de opnamestand door de ontspanknop half in te drukken.

Hoofdinstelwiel Hoofdinstelwiel

  • (1) Draai na het indrukken van een knop aan het instelwiel Hoofdinstelwiel.

    Druk op een knop zoals Multifunctie en draai aan het instelwiel Hoofdinstelwiel.

    Als u de ontspanknop half indrukt, gaat de camera terug naar de stand-bymodus voor opname.

    • Wordt gebruikt voor bewerkingen als het instellen van de witbalans, transportmodus, flitsbelichtingscorrectie of beeldstijl.
  • (2) Draai alleen aan het instelwiel Hoofdinstelwiel.

    Terwijl u op het scherm of in de zoeker kijkt, draait u aan het Hoofdinstelwiel instelwiel.

    • Gebruik dit instelwiel om de sluitertijd, de diafragmawaarde, enzovoort, in te stellen.

Opmerking

  • De handelingen in (1) kunnen zelfs worden uitgevoerd als de bedieningselementen vergrendeld zijn met de Multifunctievergrendeling ().

Snelinstelwiel 1 Snelinstelwiel 1

  • (1) Draai na het indrukken van een knop aan het instelwiel Snelinstelwiel 1.

    Druk op een knop zoals Multifunctie en draai aan het instelwiel Snelinstelwiel 1.

    Als u de ontspanknop half indrukt, gaat de camera terug naar de stand-bymodus voor opname.

    • Wordt gebruikt voor bewerkingen als het instellen van de meetmethode, AF-bediening, ISO-snelheid of AF-gebied.
  • (2) Draai alleen aan het instelwiel Snelinstelwiel 1.

    Terwijl u op het scherm of in de zoeker kijkt, draait u aan het Snelinstelwiel 1 instelwiel.

    • Wordt gebruikt voor handelingen zoals het instellen van de belichtingscorrectiewaarde en de diafragmawaarde-instelling voor handmatige belichting.

Opmerking

  • De handelingen in (1) kunnen zelfs worden uitgevoerd als de bedieningselementen vergrendeld zijn met de Multifunctievergrendeling ().

Snelinstelwiel 2 Snelinstelwiel 2

  • (1) Draai na het indrukken van een knop aan het instelwiel Snelinstelwiel 2.

    Druk op een knop zoals MENU en draai aan het instelwiel Snelinstelwiel 2.

    Als u de ontspanknop half indrukt, gaat de camera terug naar de stand-bymodus voor opname.

    • Wordt gebruikt voor handelingen zoals het schakelen tussen hoofdtabbladen op het menuscherm.
  • (2) Draai alleen aan het instelwiel Snelinstelwiel 2.

    Terwijl u op het scherm of in de zoeker kijkt, draait u aan het Snelinstelwiel 2 instelwiel.

    • Wordt gebruikt voor handelingen zoals het instellen van de ISO-snelheid.

Opmerking

  • De handelingen in (1) kunnen zelfs worden uitgevoerd als de bedieningselementen vergrendeld zijn met de Multifunctievergrendeling ().

Multicontroller Multicontroller

Multicontroller is een toets met acht richtingen en een middenknop. Druk er licht op met de punt van uw duim.

  • Voorbeelden van gebruik van de Multicontroller

    • Beweging van AF-punt/vergroot kader bij foto's maken of video-opname
    • Witbalanscorrectie
    • Beweging van positie van vergroot gebied tijdens afspelen
    • Snel instellen
    • Menu-items selecteren of instellen

Multifunctie Multifunctieknop

Door herhaaldelijk eerst op de knop Multifunctie te drukken en daarna opnieuw op de knop Multifunctie (of door aan het instelwiel Snelinstelwiel 2 te draaien), kunt u de witbalans (), transportmodus (), flitsbelichtingscorrectie (), beeldstijl (), meetmethode (), AF-bediening (), ISO-snelheid () en het AF-gebied instellen ().

  • Draai aan het instelwiel Hoofdinstelwiel om de bovenste rij instelitems aan te passen (witbalans, transportmodus, flitsbelichtingscorrectie en beeldstijl).
  • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel 1 om de onderste rij instelitems aan te passen (meetmethode, AF-bediening, ISO-snelheid en AF-gebied).

Opmerking

  • Om het AF-gebied in te stellen kunt u ook op de knop AF-puntselectie drukken en vervolgens op de knop Multifunctie.

AF-start AF-startknop

Gelijk aan het half indrukken van de ontspanknop (behalve in creatieve modi).

Multifunctievergrendeling Multifunctievergrendelingsschakelaar

Het configureren van [Persoonlijke voorkeuze: Multifunctievergrendeling] () en het instellen van de aan-uitschakelaar/multifunctievergrendelingsschakelaar op Multifunctievergrendeling voorkomt dat instellingen worden gewijzigd door onbedoelde aanraking van het hoofdinstelwiel, de snelinstelwielen, de multicontroller, de bedieningsring of het touchscreen.

Bedieningsring Bedieningsring

U kunt standaard belichtingscorrectie instellen door aan de bedieningsring van RF-lenzen of vattingadapters te draaien terwijl u de ontspanknop half indrukt in de modus Fv, P, Tv, Av of M. U kunt ook een andere functie toewijzen aan de bedieningsring door de bediening aan te passen in [Persoonlijke voorkeuze: Wielen aanpassen] ().

INFO Infoknop

Met elke druk op de knop INFO verandert de weergegeven informatie.

De volgende voorbeeldschermen zijn voor foto's.

In de basismodi wordt het scherm bij (1) niet weergegeven.