Verbinden met een smartphone of tablet

U kunt het volgende doen nadat u de camera hebt gekoppeld met een smartphone.

  • Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen via alleen de smartphone ().
  • Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen met de camera ook als deze is uitgeschakeld ().
  • Beelden van geotags voorzien met GPS-informatie verkregen door de smartphone ().
  • De camera op afstand bedienen vanaf een smartphone ().

U kunt ook de volgende handelingen uitvoeren nadat u de camera via Wi-Fi met een smartphone hebt verbonden.

  • Beelden opzoeken en opslaan op de camera via een smartphone ().
  • De camera op afstand bedienen vanaf een smartphone ().
  • Beelden naar een smartphone verzenden vanaf de camera ().

Opmerking

  • U kunt ook een geavanceerde Wi-Fi-verbinding met smartphones maken zonder Bluetooth te gebruiken ().

De smartphone voorbereiden

Bluetooth en Wi-Fi op een smartphone inschakelen

Schakel Bluetooth en Wi-Fi in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Houd er rekening mee dat koppelen met de camera niet mogelijk is vanaf het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone.

Camera Connect installeren op een smartphone

De speciale Camera Connect-app (gratis) moet zijn geïnstalleerd op de smartphone waarop Android of iOS is geïnstalleerd.

  • Gebruik de nieuwste versie van het besturingssysteem van de smartphone.
  • Camera Connect kan worden geïnstalleerd via Google Play of de App Store. Google Play en de App Store zijn tevens bereikbaar met de QR-codes die verschijnen als de camera via Wi-Fi wordt gekoppeld of verbonden met een smartphone.

Opmerking

  • Raadpleeg de downloadsite van Camera Connect voor informatie over de besturingssysteemversies die door Camera Connect worden ondersteund.
  • Voorbeeldschermen en andere informatie in deze handleiding komen mogelijk niet overeen met de daadwerkelijke gebruikersinterface-elementen nadat de camerafirmware of Camera Connect, Android of iOS is bijgewerkt.

Verbinden met een smartphone via Wi-Fi

    1. Selecteer [Draadloze functies: SmartphoneVerb. met smartphone (tablet)].

    2. Selecteer [Voeg apparaat voor verbinding toe].

    3. Druk op de knop Snel instellen/Instellen.

    4. Begin met koppelen.

      • Druk op de knop Snel instellen/Instellen om de koppeling te starten.
      • Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, gebruikt u de smartphone om de QR-code op het scherm te scannen, gaat u naar Google Play of App Store om Camera Connect te installeren, en drukt u op de knop Snel instellen/Instellen om te beginnen met koppelen.
    5. Start Camera Connect.

      • Volg de instructies in de app om de camera voor koppeling te selecteren.
    6. Zet een Bluetooth-verbinding op.

      • Als er een bericht op de smartphone verschijnt, gebruikt u de smartphone zoals aangegeven.
      • Druk op de knop Snel instellen/Instellen.
    7. Voltooi het koppelingsproces.

      • Druk op de knop Snel instellen/Instellen om de koppeling te voltooien.
      • De naam van het verbonden apparaat wordt weergegeven.

    Waarschuwing

    • De camera kan niet via Bluetooth met twee of meer apparaten tegelijkertijd worden verbonden. Zie Opnieuw verbinden via Wi-Fi/Bluetooth als u een andere smartphone wilt gebruiken voor de Bluetooth-verbinding.
    • Een Bluetooth-verbinding gebruikt ook accustroom nadat automatisch uitschakelen op de camera is geactiveerd. Daardoor kan het gebeuren dat het accuniveau al vrij laag is als u de camera gebruikt.
    • Problemen met koppelen oplossen
    • Het behouden van koppelingsrecords voor eerder gekoppelde camera's op uw smartphone voorkomt dat deze met deze camera worden gekoppeld. Voordat u probeert opnieuw te koppelen, verwijdert u de koppelingsrecords voor eerder gekoppelde camera’s vanaf het Bluetooth-instellingenscherm van uw smartphone.
    1. Tik op een Camera Connect-functie.

      • Zie Hoofdfuncties van Camera Connect voor de functies van Camera Connect.
      • Tik op een Camera Connect-functie om een Wi-Fi-verbinding te starten.

        Tik in iOS op [Verbinden] wanneer er een bericht verschijnt waarin u wordt gevraagd de verbinding met de camera te bevestigen.

    2. Bevestig dat de apparaten zijn verbonden via Wi-Fi.

      • Het scherm [SmartphoneWi-Fi aan] wordt weergegeven op de camera. ()
      • Als er geen Wi-Fi-verbinding kan worden gemaakt, stelt u [Beveiliging] op de camera in op [WPA2]. ()

De Wi-Fi-verbinding met een smartphone is nu voltooid.

  • Als u de Wi-Fi-verbinding wilt verbreken, selecteert u [Verbreken] op het scherm [SmartphoneWi-Fi aan].
  • Als u de Wi-Fi-verbinding afsluit, wisselt de camera naar de Bluetooth-verbinding.
  • Voor het herstellen van de verbinding start u Camera Connect en tikt u op de gewenste functie.

[SmartphoneWi-Fi aan]-scherm

  • Verzend naar smartphone na opname

    Opnamen kunnen automatisch naar een smartphone worden overgedragen ().

  • Bevestig Wi-Fi-instellingen

    U kunt details over instellingen voor Wi-Fi-verbindingen controleren.

  • Foutdetails

    Als er Wi-Fi-verbindingsfouten optreden, kunt u de foutdetails controleren ().

  • Verbreken

    Beëindigt de Wi-Fi-verbinding.

Hoofdfuncties van Camera Connect

Images on camera/Beelden op camera

  • U kunt beelden bekijken, verwijderen en classificeren.
  • Beelden kunnen op een smartphone worden opgeslagen.
  • Op RAW-beelden kunnen effecten worden toegepast die vervolgens op een smartphone kunnen worden opgeslagen als JPEG's ().

Remote live view shooting/Op afstand Live View-opnamen

  • Biedt de mogelijk op afstand beelden te maken terwijl u live op de smartphone kijkt.

Auto transfer/Automatische overdracht

  • Hiermee kunnen camera- en app-instellingen worden aangepast voor automatische overdracht van uw opnamen ().

Bluetooth remote controller/Afstandsbediening met Bluetooth

  • Biedt de mogelijkheid de camera op afstand te bedienen vanaf een smartphone die via Bluetooth is verbonden. (Niet beschikbaar bij verbinding via Wi-Fi.)
  • Automatisch uitschakelen is uitgeschakeld terwijl u de afstandsbediening met Bluetooth gebruikt.

Camera settings/Camera-instellingen

  • Camera-instellingen kunnen worden gewijzigd.

U kunt andere functies controleren vanuit het Camera Connect-hoofdscherm.

Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld

Ook als de aan-/uitschakelaar van de camera op Uitschakelen staat, kunt u met de smartphone door beelden op de camera bladeren of andere handelingen uitvoeren zolang de camera via Bluetooth aan een smartphone is gekoppeld.

Als u de verbinding met de camera via Wi-Fi/Bluetooth niet wilt behouden wanneer deze is uitgeschakeld, stelt u [Draadloze functies: Vliegtuigmodus] in op [Aan] of stelt u [Draadloze functies: Inst. v. Bluetooth] in op [Uitschak.].

Waarschuwing

  • Deze functie kan niet meer worden gebruikt als de draadloze instellingen zijn gereset of als de smartphone-verbindingsinformatie is gewist.

Het koppelen annuleren

U kunt als volgt annuleren dat de smartphone wordt gekoppeld.

  1. Selecteer [Draadloze functies: SmartphoneVerb. met smartphone (tablet)].

  2. Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen].

  3. Selecteer de smartphone waarvoor u het koppelen wilt annuleren.

    • Bij smartphones die aan de camera zijn gekoppeld, staat de aanduiding [Bluetooth].
  4. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.].

  5. Selecteer [OK].

  6. Wis de camera-informatie op de smartphone.

    • In het menu met Bluetooth-instellingen van de smartphone wist u de camera-informatie die op de smartphone is geregistreerd.

Automatische beeldoverdracht naar een smartphone tijdens opname

Uw opnamen kunnen automatisch worden verzonden naar een smartphone. Voordat u deze stappen doorloopt, dient u ervoor te zorgen dat de camera en de smartphone met elkaar verbonden zijn via Wi-Fi.

  1. Selecteer [Draadloze functies: SmartphoneVerb. met smartphone (tablet)].

  2. Selecteer [Verzend naar smartphone na opname].

  3. Stel [Autom. verzenden] in op [Inschak.].

  4. Stel [Te verz. formaat] in.

  5. Maak de opname.

Beelden verzenden naar een smartphone vanaf de camera

U kunt de camera gebruiken om beelden te verzenden naar een smartphone die is verbonden via Wi-Fi.

  1. Schakel over naar afspelen.

  2. Druk op de knop Snel instellen/Instellen.

  3. Selecteer [Smartphone Bld. n. smartphone vrz.].

    • Als u deze stap uitvoert terwijl u verbonden bent via Bluetooth, wordt een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd een Wi-Fi-verbinding te maken. Druk op de knop Snel instellen/Instellen en tik vervolgens op een Camera Connect-functie om verbinding te maken via Wi-Fi, en start vervolgens opnieuw vanaf stap 1.
  4. Selecteer verzendopties en verzend de beelden.

(1) Afzonderlijke beelden verzenden

  1. Selecteer een beeld dat u wilt verzenden.

    • Gebruik het instelwiel Instelwiel of de toetsen Toets naar linksToets naar rechts om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop Snel instellen/Instellen.
    • Als u het beeld uit een indexweergave wilt selecteren, drukt u op de knop Index.
  2. Selecteer [Wrg. bld. vrz.].

    • In [Te verz. formaat] kunt u de grootte van het te verzenden beeld selecteren.
    • Bij het verzenden van video's kunt u de beeldkwaliteit van te verzenden video's selecteren in [Te verz. kwalit.].

(2) Meerdere geselecteerde beelden verzenden

  1. Druk op de knop Snel instellen/Instellen.

  2. Selecteer [Gesel. verz.].

  3. Selecteer de beelden die u wilt verzenden.

    • Gebruik het instelwiel Instelwiel of de toetsen Toets naar linksToets naar rechts om een te verzenden beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop Snel instellen/Instellen.
    • U kunt op de knop Index drukken om de beelden te selecteren in een weergave met drie beelden. Als u wilt terugkeren naar weergave van een beeld, drukt u op de knop Vergroten/Verkleinen.
    • Nadat u de beelden die u wilt verzenden hebt geselecteerd, drukt u op de knop MENU.

      Selecteer [OK] wanneer een bericht wordt weergegeven.

  4. Selecteer [Te verz. formaat].

    • Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat.

    • Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.].

  5. Selecteer [Verzend.].

(3) Een opgegeven bereik aan beelden verzenden

  1. Druk op de knop Snel instellen/Instellen.

  2. Selecteer [Reeks verzend.].

  3. Geef het bereik van de beelden op.

    • Selecteer het eerste beeld (beginpunt).
    • Selecteer vervolgens het laatste beeld (eindpunt). Een vinkje [Controle] wordt toegevoegd aan alle beelden binnen het bereik tussen het eerste en het laatste beeld.
    • Herhaal stap 3 om de selectie te wissen.
    • Als u het aantal weergegeven beelden in de indexweergave wilt wijzigen, drukt u op de knop AF-puntselectie of AE-vergrendeling.
  4. Druk op de knop MENU.

    • Selecteer [OK] wanneer een bericht wordt weergegeven.
  5. Selecteer [Te verz. formaat].

    • Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat.

    • Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.].
  6. Selecteer [Verzend.].

(4) Alle beelden op de kaart verzenden

  1. Druk op de knop Snel instellen/Instellen.

  2. Selecteer [Alle op krt vrz.].

  3. Selecteer [Te verz. formaat].

    • Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat.

    • Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.].
  4. Selecteer [Verzend.].

(5) Beelden verzenden die aan de zoekcriteria voldoen

Alle beelden die aan de zoekcriteria voldoen zoals ingesteld in [Beeldzoekvoork. instellen] tegelijk verzenden. Zie Zoekcriteria voor beelden instellen voor meer informatie over [Beeldzoekvoork. instellen].

  1. Druk op de knop Snel instellen/Instellen.

  2. Selecteer [Alle gev. vrz.].

  3. Selecteer [Te verz. formaat].

    • Selecteer op het getoonde scherm een beeldformaat.

    • Bij het verzenden van video's selecteert u de beeldkwaliteit in [Te verz. kwalit.].
  4. Selecteer [Verzend.].

Beeldoverdracht beëindigen

  • Druk op de knop MENU op het scherm voor beeldoverdracht.
  • Als u de Wi-Fi-verbinding wilt verbreken, selecteert u [Verbreken] op het scherm [SmartphoneWi-Fi aan] ().

Waarschuwing

  • Tijdens de beeldoverdracht kunnen geen opnamen worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop van de camera helemaal in.

Opmerking

  • Als u de beeldoverdracht wilt annuleren, selecteert u [Annuleer] tijdens de overdracht.
  • U kunt maximaal 999 bestanden tegelijk selecteren.
  • Het is raadzaam om gedurende een Wi-Fi-verbinding de energiebesparingsfunctie van de smartphone uit te schakelen.
  • Het selecteren van het gereduceerde formaat voor foto's is van toepassing op alle foto's die op dat moment worden verzonden. Merk op dat foto's met formaat Klein 2 niet verkleind worden.
  • Het selecteren van compressie voor video's is van toepassing op alle video's die op dat moment worden verzonden. Merk op dat Full HD29,97 fpsIPB (Licht)- en Full HD25,00 fpsIPB (Licht)-video's niet worden verkleind.
  • Wanneer u een accu als voeding voor de camera gebruikt, moet de accu volledig opgeladen zijn.