Geluidsopname

U kunt video's opnemen terwijl u geluid opneemt met de ingebouwde stereomicrofoons of een externe stereomicrofoon. U kunt het geluidsopnameniveau naar wens instellen.

Gebruik [Opnamen maken: Geluidsopname] om geluidsopnamefuncties in te stellen.

Waarschuwing

  • Geluiden van Wi-Fi-handelingen kunnen worden opgenomen met de ingebouwde of externe microfoon. Tijdens de geluidsopname wordt het gebruik van de draadloze communicatiefunctie niet aanbevolen.
  • De ingebouwde microfoon van de camera neemt mogelijk ook mechanische geluiden van de lens of geluiden van camera- en lensbediening op als AF-werkingen worden uitgevoerd of als de camera of lens wordt bediend tijdens video-opnamen. Dit kan deze geluiden verminderen als u een externe microfoon gebruikt die is uitgerust met een uitvoerplug en u deze verwijdert van de camera en de lens plaatst.
  • Sluit geen ander apparaat dan een externe microfoon aan op de IN-aansluiting voor externe microfoons op de camera.

Opmerking

  • In de basismodi zijn de beschikbare instellingen voor [Opnamen maken: Geluidsopname] [Aan] on [Uitschak.]. Stel [Aan] in voor automatische aanpassing van het opnameniveau.
  • Audio wordt tevens uitgevoerd wanneer de camera is aangesloten op een televisie via HDMI, behalve wanneer [Geluidsopname] is ingesteld op [Uit]. In geval van feedback van audio-uitvoer van de televisie, verplaatst u de camera verder van de televisie of vermindert u het volume.
  • De volumebalans tussen L/R (links/rechts) kan niet worden aangepast.
  • Geluid wordt opgenomen met een samplingfrequentie van 48 kHz/16-bits.

Geluidsopname/Geluidsopnameniveau

  • Automatisch

    Het geluidsopnameniveau wordt automatisch aangepast. Automatische niveauregeling werkt automatisch in reactie op het geluidsniveau.

  • Handmatig

    U kunt het geluidsopnameniveau aanpassen. Selecteer [Opname niveau] en druk op de toetsen Toets naar linksToets naar rechts terwijl u naar de niveaumeter kijkt om het geluidsopnameniveau aan te passen. Kijk op de piekenindicator en pas het niveau dusdanig aan dat de niveaumeter soms rechts van de markering 12 (-12 dB) oplicht voor de hardste geluiden. Indien dit meer is dan 0, wordt het geluid vervormd.

  • Uitschak.

    Er wordt geen geluid opgenomen.

Windfilter

Ingesteld op [Auto] om geluidsstoring te verminderen bij winderige buitenopnamen. Uitgeschakeld wanneer externe microfoons zijn aangesloten op IN-aansluiting externe microfoon. Wanneer de windfilterfunctie is geactiveerd, worden ook lage bastonen verminderd.