Vergrote beeldweergave

U kunt de weergave van uw vastgelegde beelden vergroten.

  1. Vergroot het beeld.

    • Vergroting is mogelijk op de volgende momenten: 1. Tijdens het afspelen van beelden (afspelen van één beeld); 2. Tijdens het bekijken van beelden na het maken van opnamen; 3. Wanneer de camera gereed is voor het maken van opnamen.
    • Druk op de knop Vergroten/Verkleinen.
    • De vergrote weergave wordt geactiveerd. De positie van het vergrote gebied (1) wordt rechtsonder op het scherm weergegeven, samen met [Snelinstelwiel 2Vergroten of verkleinen].
    • Als u beelden wilt vergroten, draait u het instelwiel Snelinstelwiel 2 rechtsom.
    • Om de vergroting te verminderen, draait u het instelwiel Snelinstelwiel 2 linksom. Indexweergave () kan worden bereikt door het instelwiel verder te draaien (alleen in gevallen 1. en 3.).
  2. Verschuif het beeld.

    • Scroll in elke willekeurige richting over het vergrote beeld met Multicontroller.
    • Met Smart controller kunt u ook het vergrote gebied zelf verplaatsen.
    • Druk op de knop Vergroten of verkleinen of MENU om de vergrote weergave af te sluiten.

Opmerking

  • Als u wilt overschakelen naar andere beelden met behoud van de vergrote weergave, draait u het instelwiel Snelinstelwiel 1 (alleen in gevallen 1. en 3.).
  • Vergroting is niet beschikbaar voor video's.

Het aanvankelijke vergrotingspercentage instellen

U kunt het aanvankelijk vergrotingspercentage instellen.

  1. Selecteer [Afspelen: Vergroting].

  2. Selecteer [Vergroting (ong.)].

  3. Selecteer een optie.

    • 2x, 4x, 8x, 10x

      Vergrote weergave begint bij het geselecteerde vergrotingspercentage.

    • Ware grootte

      De pixels van het opgenomen beeld worden weergegeven op ongeveer 100%.

    • Z. als ltste

      Vergrote weergave wordt hervat met hetzelfde percentage als de laatste keer dat u vergrote weergave heeft afgesloten met de knop Afspelen of Vergroten of verkleinen.

De aanvankelijke vergrotingspositie instellen

U kunt de aanvankelijke vergrotingspositie instellen.

  1. Selecteer [Afspelen: Vergroting].

  2. Selecteer [Vergrote positie].

  3. Selecteer een optie.

    • Vanuit centrum

      Vergrote weergave start bij het midden van het scherm.

    • Vanaf sch.st.pt.

      Vergrote weergave start bij het AF-punt waarop is scherpgesteld. Als de foto is gemaakt met handmatige scherpstelling, start de vergrote weergave bij het midden van het scherm.

Vergroting voor volgende beelden

U kunt opgeven of u dezelfde positie voor vergrote weergave wilt behouden, of de ingestelde positie in [Vergrote positie] wilt gebruiken bij het weergeven van volgende beelden.

  1. Selecteer [Afspelen: Vergroting].

  2. Selecteer [Handhaaf positie].

  3. Selecteer een optie.

    • Inschak.

      De huidige vergrote positie wordt behouden bij het weergeven van volgende beelden in vergrote weergave.

    • Uitschak.

      De positie ingesteld in [Vergrote positie] wordt gebruikt bij het weergeven van volgende beelden in vergrote weergave.