Gebruiken als een webcam
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de camera als een webcam gebruikt door de camera met een computer te verbinden via een draadloos LAN-toegangspunt.
Toegangspuntinstellingen controleren
De wifibasiseenheid (zoals een wifirouter) die als toegangspunt moet worden gebruikt, moet voldoen aan de wifinormen () die in de specificaties worden weergegeven.
-
Netwerknaam (SSID/ ESSID)
De beschikbare toegangspunten zijn SSID of ESSID. Hiernaar wordt ook verwezen als de “Toegangspuntnaam” of de “Netwerknaam”.
-
Netwerkverificatie/gegevensversleuteling (versleutelingsschema/versleutelingsmodus)
Dit schema versleutelt gegevens tijdens draadloze communicatie. Controleer of “WPA2-PSK (AES)”, “WPA2-PSK (TKIP)” of “Geen” bestaan.
-
Wachtwoorden (versleutelingssleutel/netwerksleutel)
Deze sleutels worden gebruikt om gegevens te versleutelen tijdens draadloze communicatie. Hiernaar wordt ook verwezen als “versleutelingssleutels” of “netwerksleutels”.
Let op
- Wanneer u instellingen opgeeft in een netwerk met een systeembeheerder, vraagt u de netwerkbeheerder om netwerkinstellingen.
- Voor deze informatie is beveiliging een zeer kritieke factor. Behandel dergelijke informatie met de nodige zorg.
Opmerking
- Routers zijn apparaten die worden gebruikt om netwerken (LAN) in te stellen door meerdere computers enzovoort te verbinden. Routers met ingebouwde wififuncties worden ook “wifirouters” genoemd.
- In deze handleiding wordt naar alle wifibasiseenheden zoals wifirouters verwezen als “toegangspunten”.
- Als u MAC-adressen filtert met het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken, voegt u het MAC-adres van de camera toe aan het toegangspunt. U kunt het MAC-adres van de camera controleren door [MAC address/MAC-adres] onder [Network Settings/Netwerkinstellingen] te raadplegen ().
Webcaminstellingen opgeven
-
Klik op de onderstaande koppeling om de software Wireless Webcam Utility for Mini PTZ Cam te installeren om verbinding te maken met computers.
-
Open het Instellingenscherm op Connect App for Mini PTZ Cam.
-
Tik op [Webcam settings/Webcaminstellingen].
-
Stel het draadloze LAN-toegangspunt in.
- Voer de SSID en het wachtwoord in van het draadloze LAN-toegangspunt op hetzelfde netwerk als de verbonden computer.
- Voor “Beveiliging” selecteert u het type dat wordt gebruikt door het draadloze LAN-toegangspunt.
-
Registreer uw webcamaccount.
- Registreer de gewenste gebruikersnaam en het wachtwoord voor de camera. Noteer de gebruikersnaam en het wachtwoord aangezien zij gebruikt zullen worden om verbindingen met computers tot stand te brengen.
-
Druk op [Set on cam./Inst. op cam.].
- Registreer het draadloze LAN-toegangspunt en het webcamaccount op de camera.
- Als u de gebruikersnaam of het wachtwoord voor uw webcamaccount bent vergeten, drukt u op [Clear set./Inst. wissen] om alle instellingen te verwijderen en voert u stap 4 opnieuw uit.
-
Druk eenmaal op de -knop op de camera.
- Als u de camera en de Connect App for Mini PTZ Cam via SSID verbindt, drukt u tweemaal op de -knop.
-
Klik op het app-pictogram in het systeemvak rechts van de taakbalk van de computer.
-
Selecteer welke camera u als webcam wilt gebruiken.
- Camerabijnamen worden weergegeven.
-
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van stap 5 in en druk op de knop Verbinden.
- De camera is nu beschikbaar voor gebruik als webcam.
- Geef deze camera op voor gebruik met apps voor webconferenties.
Opmerking
- Als u wilt stoppen met de webcam te gebruiken en u de camera opnieuw wilt verbinden met de Connect App for Mini PTZ Cam, start u de camera opnieuw op.
- Als u de camera opnieuw als webcam wilt gebruiken nadat de camera was uitgeschakeld, schakelt u de camera opnieuw in en voert u de bewerkingen uit vanaf stap 7.