De camera opladen

  1. Laad de camera op.

    • Laad de camera op door de digitale aansluiting van de camera aan te sluiten op een oplader (los verkrijgbaar).
    • Nadat het opladen begint, wordt het indicatielampje oranje.
    • Het indicatielampje gaat uit nadat het opladen is voltooid.
  • Het opladen van de camera wanneer deze helemaal leeg is kost ongeveer 1 uur en 50 minuten bij kamertemperatuur (23 °C/73 °F). De vereiste tijd voor het opladen van de accu varieert aanzienlijk afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende capaciteit van de accu.

  • Ten behoeve van de veiligheid duurt opladen bij lage temperaturen (5–10 °C/41–50 °F) langer.
  • De camera kan worden gebruikt terwijl deze is aangesloten en wordt opgeladen.

Let op

  • Het opladen en van stroom voorzien kan stoppen wanneer de camera heet wordt.

Opmerking

  • Voor het opladen en van energie voorzien van de camera wordt een optionele USB-netadapter PD-E1 aanbevolen. Van sommige in de handel verkrijgbare netadapters (USV Type-C-voedingskabel, met een uitgangsspanning/-stroomsterkte van ten minste 9 V DC/2 A) is ook bevestigd dat deze met de camera werken. Raadpleeg voor meer informatie de website van Canon.
  • De camera is niet volledig opgeladen wanneer u deze ontvangt.

    Laad de accu op voorafgaand aan gebruik.

  • Laad de camera op de dag waarop u deze gebruikt of de dag ervoor op.

    De ingebouwde accu loopt geleidelijk leeg, zelfs als deze niet wordt gebruikt.

  • Gebruik de camera bij een temperatuur van 0–35 °C (32–95 °F).

    Gebruik voor optimale prestaties de camera bij een omgevingstemperatuur van 0–35 °C (32–95 °F). Bij lagere temperaturen kunnen de prestaties en de levensduur van de ingebouwde accu tijdelijk afnemen. Hogere temperaturen kunnen continue opnamen belemmeren wanneer de camera heet wordt.