Sensorreiniging

Reinig nu

  1. Selecteer [Instellingen: Sensorreiniging].

  2. Selecteer [Reinig nu].

    • Selecteer [OK] op het bevestigingsscherm.

Automatisch reinigen

  1. Selecteer [Auto. reiniging].

  2. Selecteer een optie.

    • Gebruik de pijltjestoetsen Toets linksToets rechts om een optie te selecteren en druk vervolgens op Snel instellen-/instelknop.

Opmerking

  • Plaats de camera rechtop op een bureau of een ander oppervlak voordat u begint te reinigen, voor de beste reinigingsresultaten.
  • Wanneer u de sensorreiniging een aantal keren herhaalt, wordt het resultaat niet echt beter. Houd er rekening mee dat [Reinig nu] direct na het reinigen mogelijk niet beschikbaar is voor selectie.
  • Op vastgelegde beelden of op het opnamescherm kunnen lichtpuntjes verschijnen als de sensor is beïnvloed door kosmische straling of gelijksoortige factoren. Door [Reinig nu] te selecteren, kunt u deze puntjes mogelijk onderdrukken ().