Creatieve hulp

U kunt RAW-beelden verwerken door uw voorkeurseffecten toe te passen en ze op te slaan als JPEG-bestanden.

  1. Selecteer [Afspelen: Creatieve hulp].

  2. Selecteer een beeld.

    • Gebruik de pijltjestoetsen Toets linksToets rechts om te verwerken beelden te selecteren en druk vervolgens op Snel instellen-/instelknop.
  3. Selecteer een effect.

    • Gebruik de pijltjestoetsen Toets linksToets rechts om het effect te selecteren.
    • Door [Voorinstelling] te selecteren en op Snel instellen-/instelknop te drukken, kunt u [VIVID], [SOFT] of andere vooraf ingestelde effecten kiezen. [AUTO1], [AUTO2] en [AUTO3] zijn effecten die worden aanbevolen door de camera op basis van de beeldomstandigheden.
    • U kunt effecten zoals [Helderheid] of [Contrast] aanpassen door op Snel instellen-/instelknop te drukken en vervolgens de pijltjestoetsen Toets linksToets rechts te gebruiken.
    • Druk op Snel instellen-/instelknop wanneer de aanpassing voltooid is.
    • Druk op de knop AE-vergrendeling om het effect te resetten.
    • Druk op de knop AF-puntselectie om het effect te bevestigen.
  4. Selecteer [OK] om het beeld op te slaan.