Snel instellen

U kunt de instellingen die worden weergegeven op het scherm, rechtstreeks selecteren en instellen.

Tijdens het maken van opnamen

  1. Druk op Snel instellen-/instelknop (Timer 10 sec.).

  2. Selecteer een item.

    • Druk op de pijltjestoetsen Toets omhoogToets omlaag om een item te selecteren.
    • Wordt het scherm hierboven weergegeven, druk dan op de pijltjestoetsen Toets omhoogToets omlaagToets linksToets rechts om een keuze te maken.
  3. Selecteer een optie.

    • Draai aan het instelwiel Instelwiel of druk op de pijltjestoetsen Toets linksToets rechts om de instelling te wijzigen. Sommige items worden ingesteld door hierna op een knop te drukken.
    • Druk op Snel instellen-/instelknop om terug te keren naar het vorige scherm.

Tijdens het afspelen

  1. Druk op Snel instellen-/instelknop.

  2. Selecteer een item.

    • Druk op de pijltjestoetsen Toets omhoogToets omlaag om een item te selecteren.
  3. Selecteer een optie.

    • Draai aan het instelwiel Instelwiel of druk op de pijltjestoetsen Toets linksToets rechts om de instelling te wijzigen. Sommige worden ingesteld door hierna op een knop te drukken.
    • Items die worden aangeduid met een [Instellingen]-pictogram onderaan het scherm configureert u door op Snel instellen-/instelknop te drukken.
    • Druk op de knop MENU om deze bewerking ongedaan te maken.
    • Druk op Snel instellen-/instelknop om terug te keren naar het vorige scherm.

Waarschuwing

  • Wilt u beelden draaien, stel dan [Instellingen: Auto. roteren] in op [Aan] (). Als [Instellingen: Auto. roteren] ingesteld wordt op [Aan] of [Uit], wordt de optie die u hebt geselecteerd voor [Foto's roteren] opgeslagen in het beeld, maar wordt het beeld niet gedraaid op de camera.

Opmerking

  • Voor beelden van andere camera's zijn de beschikbare opties mogelijk beperkt.