Sensorreiniging

De sensorreinigingsfunctie van de camera reinigt de voorkant van de beeldsensor.

Opmerking

  • Plaats de camera rechtop op een bureau of een ander oppervlak voordat u begint te reinigen, voor de beste reinigingsresultaten.

Reinig nu

  1. Selecteer [Instellen: Sensorreiniging].

  2. Selecteer [Reinig nu].

    • Selecteer [OK] in het bevestigingsscherm.

Opmerking

  • Wanneer u de sensorreiniging een aantal keren herhaalt, wordt het resultaat niet echt beter. Merk op dat [Reinig nu] direct na het reinigen mogelijk niet beschikbaar is voor selectie.

Automatisch reinigen

  1. Selecteer [Auto. reiniging].

  2. Selecteer een optie.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop Stel instellen/Instellen.

Opmerking

  • Wanneer ingesteld op [Bij uit] of [Inschak.], wordt de sensor gereinigd wanneer het scherm uitschakelt, ook wanneer het automatisch is uitgeschakeld.

Handmatig reinigen

Stof dat na de automatische sensorreiniging is achtergebleven, kunt u handmatig verwijderen met een in de handel verkrijgbare blaasbalg of een vergelijkbaar hulpmiddel.

Gebruik altijd een volledig opgeladen accu.

De beeldsensor is zeer kwetsbaar. Wij raden u aan om fysieke reiniging van de sensor bij een Canon Service Center te laten uitvoeren.

  1. Selecteer [Reinig handmatig].

  2. Selecteer [OK].

  3. Verwijder de lens en reinig de sensor.

  4. Beëindig het reinigen.

    • Zet de aan-/uitschakelaar op Uitschakelen.

Opmerking

  • Het wordt aanbevolen om accessoires voor aansluiting op een gewoon stopcontact te gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar).

Waarschuwing

  • Tijdens het reinigen van de sensor mag u geen van de onderstaande handelingen verrichten. Als de stroom uitvalt, sluit de sluiter. Dit kan ertoe leiden dat de beeldsensor en de sluitergordijnen worden beschadigd.

    • Zet de aan-/uitschakelaar op Uitschakelen.
    • De accu verwijderen/plaatsen.
  • Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Reinig de sensor voorzichtig.
  • Gebruik een gewoon blaasbuisje zonder borsteltje. Een borsteltje kan het oppervlak van de sensor beschadigen.
  • Steek het blaasbuisje niet verder dan de lensvatting in de camera. Als de stroom wordt onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen beschadigd raken.
  • Gebruik nooit perslucht of -gas om de sensor schoon te maken. Perslucht kan de sensor beschadigen en de gasnevel kan op de sensor bevriezen en deze bekrassen.
  • Als het accuniveau laag wordt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een pieptoon als waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor.
  • Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbuisje kan worden verwijderd, kunt u de sensor het beste door een Canon Service Center laten reinigen.