Wi-Fi-instellingen

  1. Selecteer [Draadloze functies: Instellingen Wi-Fi].

  2. Selecteer een optie.

  • Wi-Fi

    Als het gebruik van elektronische en draadloze apparaten is verboden, zoals in een vliegtuig of ziekenhuis, stelt u deze optie in op [Uitschak.].

  • Verbindingshist.

    U kunt de verbindingshistorie voor apparaten die via Wi-Fi zijn aangesloten, instellen op [Weergeven] of [Niet weergeven].

  • Verzend n. smartphone na opn.

    Opnamen kunnen automatisch naar een smartphone worden overgedragen ().

  • MAC-adres

    U kunt het MAC-adres van de camera weergeven.

  • Beveiliging

    Selecteer de beveiliging die moet worden gebruikt bij verbinden in camera access point-modus.