Weergave met opname-informatie
- Informatie op het scherm aanpassen
- Informatie in de zoeker aanpassen
- Verticale zoekerweergave
- Raster
- Histogram
- Lensinfoweergave
- Instellingen wissen
U kunt de details en schermen met informatie aanpassen die tijdens het opnemen wordt weergegeven op het scherm of in de zoeker.
Informatie op het scherm aanpassen
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [Scherminfo-inst.].
-
Selecteer schermen.
- Gebruik het instelwiel om informatieschermen te selecteren die u op de camera wilt weergegeven.
- Voor informatie die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop om het vinkje [] te wissen.
- Druk op de knop om het scherm te bewerken.
-
Bewerk het scherm.
- Draai aan het instelwiel om opties te selecteren die op het scherm met informatie worden weergegeven.
- Voor items die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop om het vinkje [] te wissen.
- Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.
Informatie in de zoeker aanpassen
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [VF-info/ schakelinstellingen].
-
Selecteer schermen.
- Gebruik het instelwiel om informatieschermen te selecteren die u op de camera wilt weergegeven.
- Voor informatie die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop om het vinkje [] te wissen.
- Druk op de knop om het scherm te bewerken.
-
Bewerk het scherm.
- Draai aan het instelwiel om opties te selecteren die op het scherm met informatie worden weergegeven.
- Voor items die u niet wilt weergeven, drukt u op de knop om het vinkje [] te wissen.
- Selecteer [OK] om de instelling vast te leggen.
Verticale zoekerweergave
U kunt selecteren hoe zoekerinformatie wordt weergegeven als u staande foto's maakt.
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [Vert. weergave VF].
-
Selecteer een optie.
-
Aan
Informatie wordt automatisch gedraaid zodat deze gemakkelijker te lezen is.
-
Uit
Informatie wordt niet automatisch gedraaid.
-
Raster
Op het scherm en in de zoeker kan een raster worden weergegeven.
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [Rasterweergave].
-
Selecteer een optie.
Histogram
U kunt de inhoud en de weergavegrootte van het histogram selecteren.
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [Histogram].
-
Selecteer een optie.
- Selecteer de ([Helderheid] of [RGB]) van de inhoud en de weergavegrootte ([Groot] of [Klein]).
Lensinfoweergave
U kunt informatie over de gebruikte lens weergeven.
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [Wrg. info objectief].
-
Selecteer een optie.
-
Wrg. scherpst.afst.
U kunt bij het gebruik van RF-lenzen de scherpstelafstand weergeven. In de weergave van de scherpstelafstand kunt u de timing en maateenheid selecteren.
-
Wrg. brandpt.afst.
U kunt de brandpuntsafstand van de gebruikte lens weergeven.
-
Var. hoeveelheid SA
U kunt de hoeveelheid ingestelde correctie weergeven wanneer u lenzen met sferische aberratiecontrole gebruikt.
SA: sferische aberratie
-
Instellingen wissen
-
Selecteer [: Opname-infoscherm].
-
Selecteer [Reset].
-
Selecteer [OK].