P: AE-programma
De camera stelt automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen.
staat voor programma.
AE staat voor Auto Exposure, oftewel automatische belichting.
-
Stel het programmakeuzewiel in op .
-
Stel scherp op het onderwerp.
- Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in.
- Nadat op het onderwerp is scherpgesteld, wordt het AF-punt groen (met 1-beeld AF).
- De sluitertijd en diafragmawaarde worden automatisch ingesteld.
-
Controleer het scherm.
- Zolang de belichtingswaarde niet knippert, wordt standaardbelichting gebruikt.
-
Maak de opname.
- Bepaal de compositie en druk de ontspanknop helemaal in.
Waarschuwing
-
Wanneer de sluitertijd “30"” en de kleinste diafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting.
Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser.
-
Wanneer de sluitertijd “1/8000” en de hoogste diafragmawaarde knipperen, is er sprake van overbelichting.
Verlaag de ISO-snelheid of gebruik een ND-filter (afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die op de lens valt te verminderen.
Opmerking
Verschillen tussen de modi en
- De modus beperkt de beschikbare functies en stelt het AF-gebied, de meetmethode en vele andere functies automatisch in om slechte opnamen te voorkomen. De modus daarentegen stelt alleen de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in en u kunt het AF-gebied, de meetmethode en andere functies naar wens instellen.
Programmakeuze
- In de modus kunt u naar wens de door de camera automatisch ingestelde combinatie (het programma) van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen en toch dezelfde belichting handhaven. Dit heet programmakeuze.
- Met programmakeuze drukt u de ontspanknop half in en draait u vervolgens aan het instelwiel tot de gewenste sluitertijd of diafragmawaarde wordt weergegeven.
- Programmakeuze wordt automatisch geannuleerd als de meettimer afloopt (de weergave van de belichtingsinstelling wordt uitgeschakeld).
- Programmakeuze kan niet worden gebruikt met de flitser.