Kaarten plaatsen/verwijderen
Deze camera accepteert twee kaarten. Opname is mogelijk zolang er minstens één kaart in de camera zit.
Met twee ingestoken kaarten kunt u één kaart selecteren om op te nemen, of u kunt hetzelfde beeld op beide kaarten tegelijk opnemen ().
Waarschuwing
- Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje (1) van de kaart omhoog staat, zodat schrijven en wissen mogelijk is.
Plaatsen
-
Verschuif het klepje om het te openen.
-
Plaats de kaart.
Kaart 1
Kaart 2
- De kaart in de kaartsleuf aan de achterzijde is [] en de kaart in de kaartsleuf aan de voorzijde is [].
- Plaats de kaart met de etiketzijde naar u toe, zoals in de afbeelding wordt weergegeven, en schuif de kaart in de camera totdat deze vastklikt.
-
Sluit het klepje.
- Sluit het klepje en schuif het in de richting van de pijlen totdat het dichtklikt.
-
Zet de aan-/uitschakelaar op ().
(2) Pictogram kaartselectie
(3) Kaart 1
(4) Kaart 2
De kaart formatteren
Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren ().
Verwijderen
-
Open het klepje.
- Zet de aan-/uitschakelaar op .
- Controleer of de lees-/schrijfindicator (1) uit is en open vervolgens het klepje.
- Sluit de klep als [Opslaan...] op het scherm wordt weergegeven.
-
Verwijder de kaart.
- Druk de kaart voorzichtig in de camera en laat de kaart vervolgens los om deze uit te werpen.
- Trek de kaart recht uit de camera en sluit het klepje.
Waarschuwing
Verwijder de kaarten niet onmiddellijk na de weergave van een rood []-pictogram terwijl u opneemt. Kaarten kunnen heet zijn door de hoge interne temperatuur van de camera. Zet de aan-/uitschakelaar op en stop een tijdje met het maken van opnamen voordat u de kaarten verwijdert. Het verwijderen van hete kaarten onmiddellijk na opnamen kan ertoe leiden dat u ze laat vallen en ze beschadigt. Wees voorzichtig bij het verwijderen van kaarten.
Opmerking
Waarschuwing
-
Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat beelden op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgedragen. Maak het kaartsleufklepje op dat moment niet open. Verricht nooit een van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, om beschadiging van beeldgegevens, kaarten of de camera te voorkomen.
- De kaart verwijderen.
- De accu verwijderen.
- Met de camera schudden of slaan.
-
Een netsnoer loskoppelen of aansluiten
(als u accessoires voor aansluiting op een gewoon stopcontact gebruikt).
- Als op de kaart al opgenomen beelden zijn opgeslagen, kan het zijn dat het beeldnummer niet begint bij 0001 ().
-
Als op het scherm een aan de kaart gerelateerde foutmelding wordt weergegeven, verwijdert u de kaart en plaatst u deze opnieuw. Gebruik een andere kaart als het probleem aanhoudt.
Als u beelden op de kaart naar een computer kunt overbrengen, brengt u alle beelden over en formatteert u de kaart met de camera (). De kaart functioneert dan wellicht weer normaal.
- Raak de contactpunten van de kaart niet aan met uw vingers of met metalen voorwerpen. Stel de contactpunten niet bloot aan stof of water. Vuil op de contactpunten kan de werking verstoren.
- Multimediakaarten (MMC) kunnen niet worden gebruikt. (In dat geval verschijnt een kaartfoutmelding.)
-
Het gebruik van UHS-II microSDHC-/SDXC-kaarten met een microSD naar SD-adapter wordt afgeraden.
Gebruik SDHC-/SDXC-kaarten als u UHS-II-kaarten gebruikt.