Bediening van het virtuele toetsenbord

  1. (1) Invoergebied, voor het invoeren van tekst
  2. (2) Cursortoetsen, voor verplaatsingen binnen het invoergebied
  3. (3) Huidig aantal tekens/beschikbaar aantal
  4. (4) Toetsenbord
  5. (5) Van invoermodus wisselen
  1. (6) Spatie
  2. (7) Een teken verwijderen in het invoergebied
  3. (8) De invoer afsluiten
  • Gebruik het instelwiel Hoofdinstelwiel om u te verplaatsen in (1).
  • Gebruik Multicontroller of het instelwiel Snelinstelwiel 2 of Snelinstelwiel 1 voor verplaatsing binnen (2) en (4)–(7).
  • Druk op SET om de invoer te bevestigen of om van input-modus te wisselen.