Vergrote beeldweergave

U kunt de weergave van uw vastgelegde beelden vergroten.

  1. Vergroot het beeld.

    • Draai het instelwiel Snelinstelwiel 2 rechtsom.
    • De vergrote weergave wordt geactiveerd. De positie van het vergrote gebied (1) wordt rechtsonder op het scherm weergegeven, samen met [Snelinstelwiel 2Vergroten of verkleinen].
    • Als u beelden wilt vergroten, draait u het instelwiel Snelinstelwiel 2 rechtsom.
    • Om de vergroting te verminderen, draait u het instelwiel Snelinstelwiel 2 linksom. Blijf aan het instelwiel draaien voor de indexweergave ().
  2. Verschuif de opname.

    • Scroll in elke willekeurige richting over het vergrote beeld met Multicontroller.
    • Druk op de knop Vergroten of verkleinen of MENU om de vergrote weergave af te sluiten.

Opmerking

  • Als u wilt overschakelen naar andere beelden met behoud van de vergrote weergave, draait u aan het instelwiel Snelinstelwiel 1.
  • Vergroting is niet beschikbaar voor movies.

Het aanvankelijke vergrotingspercentage en de vergrotingspositie instellen

U kunt het aanvankelijke vergrotingspercentage en de vergrotingspositie instellen door [Weergave: Vergroting (ca.)] te selecteren.

  • 2x, 4x, 8x, 10x (vergroot vanuit centrum)

    De vergrote weergave start vanuit het beeldcentrum, op het ingestelde vergrotingspercentage.

  • Ware grootte (v. ges. punt)

    De pixels van het opgenomen beeld worden weergegeven op ongeveer 100%. De vergrote weergave start bij het AF-punt waarop is scherpgesteld. Als de foto is gemaakt met handmatige scherpstelling, start de vergrote weergave vanuit het beeldcentrum.

  • Zelfde als ltste (cntr.)

    De vergroting is hetzelfde als de laatste keer dat u de vergrote weergave heeft afgesloten met de knop Weergave of Vergroten of verkleinen. De vergrote weergave start vanuit het beeldcentrum.