Belichtingssimulatie

Met belichtingssimulatie komt de helderheid van het beeld beter overeen met de werkelijke helderheid (belichting) van uw opnamen.

  1. Selecteer [Opnamen maken: Bel.simulatie].

  2. Stel een optie in.

  • Inschak. (Belichtingssimulatie (inschakelen))

    De helderheid van het getoonde beeld is bijna gelijk aan de werkelijke helderheid (belichting) van de gemaakte opname. Wanneer u belichtingscompensatie instelt, wordt de helderheid van het beeld dienovereenkomstig aangepast.

  • Tijdens Belichtingssimulatie (tijdens)

    Normaal wordt de opname weergegeven met de standaardhelderheid zodat hij gemakkelijk te zien is (Belichtingssimulatie (uitschakelen)). Alleen wanneer u de knop voor scherptedieptecontrole ingedrukt houdt, komt de helderheid van het beeld overeen met de werkelijke helderheid (belichting) van het resulterende beeld (Belichtingssimulatie (inschakelen)).

  • Uitschak. (Belichtingssimulatie (uitschakelen))

    De opname wordt weergegeven met de standaardhelderheid zodat hij gemakkelijk te zien is. Ook wanneer u belichtingscompensatie instelt, wordt de opname met de standaardhelderheid weergegeven.