Meervoudige belichting

Bij meervoudige belichting (2 tot 9) kunt u zien hoe de beelden tot een enkel beeld worden samengevoegd.

  1. Selecteer [Opnamen maken: Meerdere opnames].

  2. Stel [Meerdere opnamen] in.

    • Selecteer een optie en druk vervolgens op SET.
    • Selecteer [Uitschak.] om te stoppen met opnamen met meervoudige belichting.
    • Aan:Fnc/bed

      Handig bij meervoudige belichting terwijl u de resultaten controleert. Bij continue opnamen is de continue opnamesnelheid aanzienlijk hoger.

    • Aan:ContOpn

      Gebruikt voor continue meervoudige belichting van bewegende onderwerpen. Continue opname is mogelijk, maar de volgende bewerkingen zijn tijdens opname uitgeschakeld: menuschermweergave, kijktijd na vastleggen van het beeld, beeldweergave en laatste beeld ongedaan maken ().

      Houd er rekening mee dat de enkelvoudige belichtingen die voor het samenvoegen worden gebruikt, worden verwijderd en alleen de opname met meervoudige belichting wordt opgeslagen.

    Waarschuwing

    • Meervoudige belichting is mogelijk niet beschikbaar met sommige lenzen.
  3. Stel [Meerdere opn] in.

    • Selecteer een samenvoegoptie en druk op SET.
    • Additief

      De belichting van één enkele opname wordt cumulatief toegevoegd. Stel op basis van [Aantal opnames] een negatieve belichtingscorrectie vast. Volg deze basisrichtlijnen voor het instellen van de belichtingscorrectiewaarde.

      Richtlijnen voor het instellen van de belichtingscorrectie op basis van het aantal opnamen

      Twee belichtingen: -1 stop, drie belichtingen: -1,5 stops, vier belichtingen: -2 stops

    • Gemiddeld

      Op basis van het [Aantal opnames] wordt een negatieve belichtingscorrectie automatisch ingesteld als u meervoudige belichting gebruikt. Als u meerdere opnames met meervoudige belichting maakt van dezelfde scène, wordt de belichting van de achtergrond van het onderwerp automatisch geregeld om de standaardbelichting te verkrijgen.

    • Helder/Donker

      De helderheid (of duisternis) van het basisbeeld en toegevoegde beelden worden op dezelfde positie vergeleken, en heldere (of donkere) delen worden behouden. Sommige overlappende kleuren kunnen vermengd worden, afhankelijk van de relatieve helderheid (of duisternis) van de beelden.

  4. Stel [Aantal opnames] in.

    • Stel het aantal opnamen in en druk vervolgens op SET.
  5. Specificeer welke opnamen moeten worden opgeslagen.

    • Als u alle enkelvoudige belichtingen en de opname met meervoudige belichting wilt opslaan, selecteert u [Alle beelden]. Druk vervolgens op SET.
    • Als u alleen de opname met meervoudige belichting wilt opslaan, selecteert u [Alleen res.] en drukt u op SET.
  6. Stel [Doorg. meerd.opn.] in.

    • Selecteer een optie en druk vervolgens op SET.
    • Met [1 opname] wordt het maken van opnamen met meervoudige belichting automatisch geannuleerd nadat de opname is gemaakt.
    • Met [Continu] blijft u opnamen met meervoudige belichting maken tot de instelling in stap 2 wordt ingesteld op [Uitschak.].
  7. Maak de eerste opname.

    • Wanneer [Aan:Fnc/bed] is ingesteld, wordt het vastgelegde beeld weergegeven.
    • Het pictogram [Meervoudige belichting] knippert.
    • Het aantal resterende belichtingen wordt ter referentie aangeduid op het scherm (1).
    • Wanneer u op de knop Weergave drukt, kunt u het vastgelegde beeld bekijken ().
  8. Maak de volgende opname.

    • Beelden die tot dan toe zijn vastgelegd, worden samengevoegd weergegeven. Als u alleen de beeldweergave wilt weergeven, drukt u herhaaldelijk op de knop INFO.
    • U kunt tijdens het opnemen de opname met meervoudige belichting tot nu toe bekijken, de belichting controleren en zien hoe de beelden worden samengevoegd door de knop voor scherptedieptecontrole (of de knop die is toegewezen aan [Breedte-/dieptecontrole] in [Persoonlijke voorkeuze: Knoppen aanpassen]) ingedrukt te houden.
    • Het maken van opnamen met meervoudige belichting stopt wanneer het ingestelde aantal opnamen is gemaakt.

Opmerking

  • Met [Aan:Fnc/bed] kunt u op de knop Weergave drukken om de tot dan toe gemaakte opnamen met meervoudige belichting te bekijken of om de laatste enkelvoudige belichting () te verwijderen.
  • Als opname-informatie bevat de opname met meervoudige belichting informatie die is vastgelegd voor de laatste opname.

Waarschuwing

  • De beeldkwaliteit, ISO-snelheid, beeldstijl, hoge ISO-ruisreductie, kleurruimte, enzovoort, die u voor de eerste afzonderlijke belichting hebt ingesteld, zullen ook worden toegepast voor de volgende belichtingen.
  • Als [Opnamen maken: Beeldstijl] is ingesteld op [Automatisch], wordt [Standaard] toegepast voor opname.
  • Wanneer [Aan:Fnc/bed] en [Additief] zijn ingesteld, kunnen ruis, onregelmatige kleuren, strepen of soortgelijke problemen die invloed kunnen hebben op beelden die worden weergegeven terwijl u opneemt, er anders uitzien in de uiteindelijke opname met meervoudige belichting.
  • Bij meervoudige belichting geldt: hoe meer belichtingen er plaatsvinden, hoe groter de kans is op ruis, afwijkende kleuren en strepen in de opnamen.
  • Beeldverwerking na afloop van opname met meervoudige belichting duurt langer wanneer [Additief] is ingesteld (waardoor de lees-/schrijfindicator langer blijft branden).
  • De helderheid en ruis van de uiteindelijke opname met meervoudige belichting zal verschillen van die van de opnamen met meervoudige belichting die zijn vastgelegd en samengevoegd worden weergegeven in stap 8.
  • Opnemen met meervoudige belichting wordt geannuleerd als u de aan-uitschakelaar op Uitschakelen zet of accu's of kaarten vervangt.
  • Opnamen maken met meervoudige belichting wordt beëindigd als u overschakelt naar opnamemodi Scene Intelligent Auto/Aangepaste opnamemodus 1/Aangepaste opnamemodus 2/Aangepaste opnamemodus 3/Movies.
  • Wanneer u de camera met een pc verbindt, kunt u geen opnamen met meervoudige belichting maken. Wanneer u de camera tijdens het fotograferen met een pc verbindt, wordt het maken van opnamen met meervoudige belichting beëindigd.

Meervoudige belichting samenvoegen met een RAW-beeld dat al op de kaart is opgeslagen

U kunt een RAW-beeld dat is vastgelegd op de kaart selecteren als de eerste afzonderlijke opname. Het geselecteerde RAW-beeld blijft intact.

  1. Selecteer [Select. bld voor meerdere opn.].

  2. Selecteer de eerste opname.

    • Draai aan het instelwiel Snelinstelwiel 1 om het eerste beeld te selecteren en druk vervolgens op SET.
    • Selecteer [OK].
    • Het bestandsnummer van de geselecteerde opname wordt onder in het scherm weergegeven.
  3. Maak de opname.

    • Wanneer u de eerste opname selecteert, wordt het aantal resterende belichtingen zoals ingesteld bij [Aantal opnames] met 1 verlaagd.

Opnamen die u kunt selecteren

Bevestigde lens Bijgesneden opname Ondersteunde opnamen
RF- of EF-lens Uitgeschakeld RAW-beelden vastgelegd op volle grootte
Ingeschakeld RAW-beelden van bijgesneden opnamen of genomen met een EF-S-lens
EF-S-lens

Waarschuwing

  • JPEG/HEIF-beelden kunnen niet worden geselecteerd.
  • Deze beelden kunnen niet worden geselecteerd als de eerste afzonderlijke opname: opnamen gemaakt met [Opnamen maken: Lichte tonen prioriteit] ingesteld op [Inschak.] of [Vergroot] of met [Opnamen maken: Opnamen makenBijsnijden/beeldverhouding] ingesteld op een andere optie dan [Volledig] of [1,6x (bijsnijden)].
  • [Uitschak.] wordt toegepast voor [Opnamen maken: Lensafwijkingscorrectie] en [Opnamen maken: Auto Lighting Optimizer/Opnamen maken: Auto optimalisatie helderheid], ongeacht de instellingen van het beeld dat als eerste opname met enkelvoudige belichting is geselecteerd.
  • De ISO-snelheid, beeldstijl, hoge ISO-ruisreductie, kleurruimte, enzovoort, die zijn ingesteld voor de eerste opname zullen ook worden toegepast voor de volgende opnamen.
  • Als Beeldstijl is ingesteld op [Automatisch] voor de opname die is geselecteerd als de eerste opname, wordt [Standaard] toegepast voor het maken van de opnamen.
  • U kunt geen opname selecteren die met een andere camera is gemaakt.
  • Beelden die niet kunnen worden samengevoegd, worden mogelijk wel weergegeven.

Opmerking

  • U kunt ook een RAW-beeld selecteren gebruikt bij opnamen met meervoudige belichting.
  • Selecteer [Hef sel. op] om de beeldselectie op te heffen.

Meervoudige belichting controleren en verwijderen tijdens het fotograferen

Voor weergave van de opname met meervoudige belichting tot nu toe, controleert u de belichting en kijkt u hoe de beelden worden samengevoegd. U kunt op de knop Weergave drukken voordat u uw opgegeven aantal belichtingen afrondt (wanneer [Aan:Fnc/bed] is ingesteld, maar niet met [Aan:ContOpn]).

Als u op de knop Wissen drukt, worden de bewerkingen weergegeven die u kunt uitvoeren tijdens het maken van opnamen met meervoudige belichting.

Optie Omschrijving
Terug Terug naar vorige scherm Het scherm voordat u op de knop Wissen drukte, wordt opnieuw weergegeven.
Laatste beeld ongedaan maken Laatste beeld ongedaan maken Wist het laatste beeld dat u hebt gemaakt (zodat u deze kunt vervangen door een nieuwe foto). Het aantal resterende opnamen wordt met 1 verhoogd.
Opslaan en afsluiten Opslaan en afsluiten

Wanneer [Bronbeelden opsl.: Alle beelden] is ingeschakeld, worden alle opnamen met enkelvoudige belichtingen en de opname met meervoudige belichting die tot nu toe zijn gemaakt opgeslagen en wordt opname met meervoudige belichting afgesloten.

Wanneer [Bronbeelden opsl.: Alleen res.] is ingeschakeld, wordt alleen de opname met meervoudige belichting die tot nu toe is gemaakt opgeslagen en wordt opname met meervoudige belichting afgesloten.

Afsluiten zonder opslaan Afsluiten zonder opslaan Sluit opnamen maken met meervoudige belichting af zonder dat de opname wordt opgeslagen.

Waarschuwing

  • Tijdens het maken van opnamen met meervoudige belichting kunt u alleen opnamen met meervoudige belichting weergeven.

Problemen oplossen Veelgestelde vragen

  • Zijn er beperkingen ten aanzien van de beeldkwaliteit?

    Alle enkelvoudige belichtingen en de opname met meervoudige belichting worden vastgelegd met de door u opgegeven beeldkwaliteit.

  • Kan ik opnamen samenvoegen die al op de kaart staan?

    Wanneer [Select. bld voor meerdere opn.] is ingeschakeld, kunt u de eerste opname met enkelvoudige belichting selecteren uit de opnamen die op de kaart zijn vastgelegd (). Het samenvoegen van meerdere opnamen die al op de kaart zijn vastgelegd, is niet mogelijk.

  • Hoe worden bestanden met meervoudige belichting genummerd?

    Als de camera is ingesteld om alle beeldbestanden op te slaan, krijgen de opnamen met meervoudige belichting een naam mee met het volgende nummer na het nummer van de laatste enkelvoudige belichting die is gebruikt om ze te maken.

  • Is automatisch uitschakelen mogelijk tijdens het maken van opnamen met meervoudige belichting?

    Tijdens opnamen maken met meervoudige belichting werkt de functie voor het automatisch uitschakelen van de camera niet. Merk op dat voordat u begint met het maken van opnamen met meervoudige belichting, Automatisch uitschakelen automatisch van kracht wordt op het tijdstip dat is ingesteld in de optie [Uitschakelen] van [Instellen: Spaarstand], waardoor het maken van opnamen met meervoudige belichting wordt geannuleerd.